Geschiedenis van de islam: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
== Het begin ==
[[Bestand:Map of Arabia 600 AD.svg|miniatuur|Het Arabisch Schiereiland in pre-islamitische tijden.]]
Door handelscontacten met andere volkeren, zoals de [[joden]], de [[Byzantijnse Rijk|Byzantijnse]] en [[Abessijnen|Abessijnse]] [[christen]]en en de [[Perzische Rijk|Perzische]] [[Zoroastrisme|zoroastristen]], hadden de [[Arabieren]] reeds kennis van verschillende [[monotheïsme|monotheïstische]] godsdiensten. Zelf waren de Arabieren inbieden Mekkaalleen [[henotheïsme|henotheïstisch]],een datGod wilaan zeggen dat ze meerdere goden aanbaden, waarvan er wel eenAllah als(vrede oppergodzijn werdmet beschouwd.hem)
 
 
Hoewel het [[geboortejaar van Mohammed]] niet met zekerheid kan worden vastgesteld, gaat men ervan uit dat hij geboren is rond [[571]].<ref>''Islam, cultuur en religie'', Markus Hattstein, vertaling door Nannie Nieland-Weits, Tandem Verlag GmbH, 2006, blz. 8, ISBN 978-3-8331-2631-4</ref> Volgens de islamitische traditie, op veertigjarige leeftijd in het jaar 611, verklaart [[Mohammed]] openbaringen van [[God (islam)|God]] via de [[engel]] [[Gabriël (aartsengel)|Gabriël]] te hebben ontvangen. Na eerst beangstigd te zijn, Mohammed vreesde aanvankelijk zelfs dat hij bezeten was door een [[Djinn (mythisch wezen)|boze geest]], verkondigde hij daarna de boodschap van het [[monotheïsme]].<ref>''Catholica, Geïllustreerd encyclopedisch vademecum voor het Katholieke leven'', Heid, A.M., 's-Gravenhage, N.V. Uitgeversmaatschappij Pax, 1963 ''Islam'', blz. 659</ref> In de 23 jaar die volgde, openbaarde God volgens de islamitische opvattingen de boodschappen die hij gefaseerd (''al-tandjim'') zou hebben ontvangen en die later zijn opgetekend in de [[Koran]],<ref>''Inleiding tot de studie van koran'', Abdelilah Ljamai, 2005, Uitgeverij Meinema, blz. 26, ISBN 90 211 3998 7</ref> dat afgeleid is van het werkwoord ''qara'a'' ('[[recitatie (islam)|reciteren]]').<ref>Nieuwe inleiding tot de islam, Dr. J.J.G. Jansen, Uitgeverij Coutinho, 1998, ISBN 90 6283 129 X CIP, blz. 33</ref> Omstreeks 613 begon Mohammed in het openbaar te preken, waarbij de eerste [[bekering|bekeerlingen]] waren volgens de Overleveringen zijn vrouw [[Khadija]], de vrijgelaten [[slavernij|slaaf]] Zaid ibn Haritha, het kind [[Ali ibn Aboe Talib|Ali]] en de in aanzien staande [[Aboe Bakr]].<ref>De Koran, in de vertaling van prof. dr. J.H. Kramers, bewerkt door drs. A. Jaber en dr. J.J.G Jansen, uitgeverij de Arbeiderspers, 2003, Inleiding VII, ISBN 90 295 2550 9</ref>