De Saksische Vete (1498–1515) was een opstand van de Friezen (de Vetkopers, de Ommelanden, de stad Groningen en het graafschap Oost-Friesland) tegen de heerschappij van Saksische hertogen (zie Friesland onder de Saksen). In 1515 escaleerde de opstand tot een onderdeel van de Gelders-Habsburgs conflict.

Saksische Vete
Onderdeel van de Gelderse Oorlogen
Datum (1498) 1514 – 1517
Locatie Friesland, Groningen, Oost-Friesland, Jeverland, Wesermarsch
Resultaat Compromis
  • Rijksban Edzard opgeheven
  • Habsburg verwerft Friesland, Groningen & Ommelanden
  • Oost-Friesland verwerft Harlingerland en Jever
  • Oost-Friesland staat Friesische Wehde af aan Oldenburg
Strijdende partijen
Friesland onder de Saksen (1514–15)

Habsburgse Nederlanden (1515–17)


24 Duitse vorsten

Oost-Friesland

Groningen
Ommelanden
Friese rebellen


Gelre

Leiders en commandanten
Joris met de Baard
Karel V
Jan V
Edzard I
Jancko Douwama
Grote Pier
Karel van Gelre

Westerlauwers Friesland wordt Saksisch (1498–1500)

bewerken

Men kan de Saksische Vete al laten beginnen in 1498.[1] Dat en het volgende jaar benoemde keizer Maximiliaan I hertog Albrecht de Kloekmoedige tot "eeuwige gubernator over de Friese landen". De Friezen weigerden Albrecht te erkennen. Albrecht moest zijn gebieden gewapenderhand innemen, en voor zijn dood (1500) lukte dat slechts in de Ommelanden ten westen van de rivier Lauwers, het zogenaamde Westerlauwers Friesland (nu provincie Friesland).

Joris van Saksen steekt de Lauwers over (1514–1515)

bewerken

In 1505 werd Albrechts zoon Joris met de Baard landsheer van Westerlauwers Friesland. De nog vrije gebieden verenigden zich: Groningen en de vrije Ommelanden sloten een verbond met Edzard I van Oost-Friesland. In 1514 stak Joris de Lauwers over om er zijn rechten te doen gelden. Keizer Maximiliaan sloeg Edzard in de rijksban, waarop 24 Duitse heersers Oost-Friesland binnenvielen en er grote verwoestingen aanrichtten. De West-Friezen zagen in dat Edzard hen niet zou kunnen beschermen tegen Joris.

Groningen en de partij der Vetkopers (onder leiding van Jancko Douwama) sloten daarom een verbond met hertog Karel van Gelre. Joris' beleg om Groningen was zonder resultaat en met de steun van de Geldersen werden de Saksen verdreven. Joris bezat enkel nog Leeuwarden, Franeker en Harlingen toen hij zijn rechten verkocht aan de latere keizer Karel V (19 mei 1515). Friesland was een van de strijdtonelen van het Gelders-Habsburgs conflict geworden.

Karel V sluit vrede met graaf Edzard (1517)

bewerken

Voor Oost-Friesland bleef de Saksische Vete aanhouden, omdat Duitse hertogen nog steeds plunderden op grond van de vogelvrijheid van Edzard. Voor hem eindigde het conflict in 1517, toen Karel V met hem vrede sloot. Hiermee zag Edzard af van Groningen en de Ommelanden, maar erkende Karel hem als rijksgraaf van Oost-Friesland. Hierdoor werd Friesland voorgoed gesplitst in een deel van de Nederlanden en een deel van het Heilige Roomse Rijk.