De renners werden na de overtocht vanuit Ierland gespaard in de vierde etappe, behoudens de tijdritten de kortste etappe van de Giro. Op hun slechts 112 kilometer lange weg van Giovinazzo naar Bari hoefden de renners ook geen heuvels over en met acht plaatselijke ronden van 8 kilometer in Bari leek het vooraf onbegonnen werk voor avonturiers om de sprinters de loef af te steken.
Bovendien vonden de renners de wegen richting Bari veel te glad en werd besloten tot een niet-aanvalsverdrag, waardoor er alleen in de laatste 40 kilometer echt gekoerst werd.
Met de afmelding van tweevoudig ritwinnaar Marcel Kittel (de sprinter van Giant-Shimano verscheen vanwege koorts niet op het appel) was voor de sprinters een concurrent van formaat verdwenen.
Die sprinters roerden zich voor het eerst bij de bonificatiesprint op vier rondjes voor het einde met de Italiaan Elia Viviani als winnaar. Daarna bleef het rustig tot aan de laatste ronde. Uitgerekend in die laatste ronde begon het weer te regen. Rozetruidrager Matthews besloot daarop zich terug te laten zakken en niet mee te sprinten uit angst voor een valpartij.
Dat bleek een wijs besluit van de Australiër, want in de bochtige finale regende het valpartijen. Voorin bleven er nog maar een handjevol renners over, waaronder ook Tom Veelers. Hij trok, bij afwezigheid van Kittel, de sprint aan voor Luka Mezgec, maar die viel weg met materiaalpech.
Veelers besloot door te trekken, leek het ook te gaan halen, maar net voor de finish werd hij nog gepasseerd door Nacer Bouhanni, de winnaar van de dag, en Giacomo Nizzolo.
Bronnen, noten en/of referenties