Gemaal (waterbouwkunde)
Een gemaal is een inrichting om water van een lager naar een hoger niveau te brengen. Het brengt of houdt water in een peilgebied op een bepaald peil. Voor afvalwater wordt er gebruik gemaakt van rioolgemalen.




Geschiedenis Bewerken
Inwoners van Nederland zijn ongeveer vanaf de 10e eeuw actief met waterbeheersing.[1] Dit betrof enerzijds het tegengaan van de gevaren van hoog water, en anderzijds het droog houden van het land achter de dijken. Door ontbossing, ontwateren en afgraven van onder andere turf, daalde de bodem. Een groot deel van Nederland ligt onder het zeeniveau.
Dit dwong de bewoners tot de aanleg van dijken en terpen, en tot de bouw van spuisluizen om bij laag water het overtollige binnenwater te kunnen lozen. De uitvinding en toepassing van de poldermolen (vanaf de 15e eeuw) als bemalingswerktuig is van grote betekenis geweest. Molens maakten meren droog waardoor er land werd gewonnen, maar ook het risico van overstromingen nam af.
Na de uitvinding van de stoommachine schakelde men vanaf 1850 in Nederland steeds meer over van wind- naar stoombemaling (stoomgemaal). Na 1900 werden voor de gemalen nieuwe technieken gebruikt, zoals de diesel- en elektromotor.[1]
Gemalen in watersystemen Bewerken
Gemalen in watersystemen onderscheidt men op verschillende gronden.
Naar het te bemalen gebied Bewerken
- het boezemgemaal (ten behoeve van een boezem)
- het poldergemaal (ten behoeve van een polder)
Naar de functie Bewerken
- een afvoergemaal
Het gemaal dient om het water uit een bepaald gebied te pompen. Dit is de meest gebruikte toepassing. - een aanvoergemaal
Het gemaal dient om water in een bepaald gebied te pompen. Men spreekt hier ook wel van een toevoer- of opvoergemaal. - een onderbemaling
Dezelfde taak als een afvoergemaal, maar dan binnen het gebied van een (groot) gemaal. De aanduiding wordt ook wel gebruikt voor een klein gemaal (enkele hectares) dat het water op de boezem loost. - een opmaling
Dezelfde taak als een aanvoergemaal, maar dan binnen het gebied van een (groot) gemaal.
Gemalen bestaan altijd uit twee belangrijke onderdelen, namelijk een onderdeel dat het water verzet, het opvoerwerktuig, en een onderdeel dat het opvoerwerktuig in beweging zet, het aandrijfwerktuig of de motor.
Naar soort opvoerwerktuig Bewerken
- een vijzel of waterschroef
- een scheprad
- een zuigerpomp
- een schroefpomp (horizontaal of verticaal geplaatst)
- een centrifugaalpomp
In de figuur hieronder een overzicht van de toepassing van opvoerwerktuigen zoals dat vanaf 1900 bij nieuwe gemalen in Nederland werd toegepast.[1] Van de schroefpompen was ruim 90% de verticaal geplaatste variant. Alleen gemalen met een capaciteit van 40 m³/min zijn opgenomen.
Opvoerwerktuig | 1900-1940 | 1940-1965 | na 1965 |
---|---|---|---|
Scheprad | 10 | 1 | 0 |
Vijzel | 28 | 52 | 183 |
Centrifugaalpomp | 106 | 45 | 47 |
Schroefpomp | 71 | 115 | 249 |
Anders | 2 | 13 | 75 |
Totaal | 217 | 226 | 554 |
Onbekend | 59 | 9 | 32 |
Naar soort aandrijfwerktuig Bewerken
- de wind; een molen (windmotor)
- een stoommachine; een stoomgemaal
- een dieselmotor; een dieselgemaal
- een elektromotor; een elektrisch gemaal
In de figuur hieronder een overzicht van de toepassing van aandrijfwerktuigen zoals dat vanaf 1900 bij nieuwe gemalen in Nederland werd toegepast.[1]
Aandrijfwerktuig | 1900-1940 | 1940-1965 | na 1965 |
---|---|---|---|
Stoommachine | 20 | 0 | 0 |
Zuiggasmotor | 6 | 0 | 0 |
Dieselmotor | 64 | 28 | 30 |
Elektromotor | 124 | 190 | 501 |
Anders | 3 | 8 | 23 |
Totaal | 217 | 226 | 554 |
Onbekend | 59 | 9 | 32 |
Specifieke gemalen Bewerken
Rioolgemalen Bewerken
Een rioolgemaal wordt gebruikt in een rioolstelsel om afvalwater naar een hoger peil te brengen of over langere afstand te transporteren. Rioolgemalen zijn vaak kleiner dan de hierboven genoemde poldergemalen omdat ze een kleiner gebied bedienen en alleen afvalwater en slechts een deel van het regenwater te verwerken krijgen.
Rioolgemalen bestaan doorgaans uit een ontvangstkelder (behalve boostergemalen, zie hieronder) en een besturingsgebouwtje of besturingskast. De pompen worden nagenoeg altijd elektrisch aangedreven.
Rioolgemalen zijn onder te verdelen in drie categorieën:
Natte kelder Bewerken
De pompen zijn zogenaamde dompelpompen en staan geheel onder water in de ontvangstkelder. Zo'n kelder is doorgaans minimaal 2,5 meter diep, alhoewel veel grotere dieptes ook voorkomen. De pompen worden via een geleidestang naar beneden getakeld en de perszijde van de pomp valt door middel van een klauw in een koppeling aan de persleiding. De pomp heeft aan de onderzijde een opening met een snijwerk om grove delen te versnijden.
Droge kelder Bewerken
De pompen staan in een droge kelder naast de ontvangstkelder. De pompen zuigen water aan via een leiding en persen het een persleiding in.
Boostergemalen Bewerken
Boostergemalen – ontwikkeld voor drinkwaterbedrijven, baggeraars, offshorebedrijven en de petrochemische industrie – worden ook ingezet voor het transport van afvalwater door persrioolleidingen. De boostertechniek betekent het verhogen van de druk in vloeistofleidingen, door de vloeistof rechtstreeks van één pompinstallatie naar de volgende te persen. Boostergemalen zijn regelbaar, ze spelen in op de hoeveelheid aangevoerd afvalwater. Het grote voordeel is dat geen ontvangstkelder nodig is. Het systeem wordt daardoor aanmerkelijk kleiner dan een traditioneel rioolgemaal. Bijkomende voordelen zijn ook dat er geen energieverlies optreedt bij de uitstroom in de kelder en dat het systeem volledig gesloten is waardoor geen geuroverlast ontstaat.
De bekendste toepassing van boostergemalen voor rioolwater is in Amsterdam van architect Maarten van Bremen. Daar is begin 2006 een nieuwe centrale rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) aan de Australiëhavenweg in het Westelijk Havengebied geopend. De nieuwe rwzi zuivert een groot deel het Amsterdamse rioolwater, dat wordt aangevoerd door 49 km persrioolleiding en 4 boostergemalen.
Bedrijfszekerheid Bewerken
De meeste gemalen hebben de mogelijkheid om op afstand bediend te worden, daarnaast worden ze door middel van telemetrie door computers bewaakt. Een computer controleert op een centrale post de werking van het gemaal. Zo wordt voorkomen dat storingen onopgemerkt blijven. Ook kan een telemetriesysteem adviezen geven over preventief onderhoud. De meeste gemalen hebben meer pompen dan noodzakelijk zodat bij uitval van een pomp een andere pomp kan overnemen (redundantie). Veel rioolgemalen hebben twee pompen terwijl er gewoonlijk slechts een tegelijk draait. Zodra er een storing in een pomp wordt gesignaleerd door de apparatuur, of bij oudere installaties door de mens, wordt de andere pomp ingeschakeld.
Overzicht bijzondere afvoergemalen Bewerken
Groningen Bewerken
- De Waterwolf
- Den Deel
- Stad & Lande
- De Drie Delfzijlen
- Schaphalsterzijl
- Noordpolderzijl
- Gemaal Cremer
Friesland Bewerken
Overijssel Bewerken
Flevoland Bewerken
- Gemaal De Blocq van Kuffeler
- Gemaal Wortman
- Gemaal Colijn
- Gemaal Lovink
- Gemaal Vissering
- Gemaal Smeenge
- Gemaal Buma
Gelderland Bewerken
- Hollandsch-Duitsch gemaal
- Stoomgemaal De Tuut
- Stoomgemaal Arkemheen
- Gemaal Kandia
- Gemaal De Oude Horn, laatste actieve gemaal met scheprad, gesloten in 1962.
Utrecht Bewerken
Noord-Holland Bewerken
- Gemaal IJmuiden (grootste gemaal van Europa)
- Gemaal Lely
- Gemaal Leemans
- Gemaal De Leeghwater
- Gemaal De Cruquius
- Gemaal De Lynden
- Gemaal De Bolstra
- Gemaal De Koning Willem I
- Stoomgemaal Halfweg
- Stoomgemaal Vier Noorder Koggen waarin het Nederlands Stoommachinemuseum is gevestigd.
- Poldermuseum Heerhugowaard
- Dieselgemaal Alkmaar
Zuid-Holland Bewerken
Noord-Brabant Bewerken
West-Vlaanderen Bewerken
Externe links Bewerken
Bronnen, noten en/of referenties |