Resolutie 705 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 705 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 15 augustus 1991 unaniem aangenomen.
Resolutie 705 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 15 augustus 1991 | |
Nr. vergadering | 3004 | |
Code | S/RES/705 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Golfoorlog | |
Beslissing | Bepaling van de Iraakse bijdrage aan het compensatiefonds voor Koeweit. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1991 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Olietankers aan de olieterminal van Basra.
|
Achtergrond
bewerkenOp 2 augustus 1990 viel Irak zijn zuiderbuur Koeweit binnen en bezette dat land. Nog diezelfde dag werd de inval door de VN-Veiligheidsraad veroordeeld in resolutie 660. Deze resolutie eiste ook een onmiddellijke terugtrekking van Irak, maar daar kwam niets van terecht. Met resolutie 678 stelde de Veiligheidsraad Irak een ultimatum om voor 15 januari 1991 aan de voorgaande resoluties te voldoen. Irak gaf hier geen gehoor aan, en de dag na het verstrijken van het ultimatum begon een coalitie van 34 landen onder leiding van de Verenigde Staten operatie Desert Storm met grootschalige luchtbombardementen gevolgd door een grondoffensief, operatie Desert Sabre. Tegen 27 februari was de strijd beslecht en op die dag aanvaardde Irak de VN-resoluties.
Na de oorlog werd onder meer een Compensatiefonds opgericht voor herstelbetalingen. Daarbij werd ook vastgelegd dat later zou worden vastgelegd welke bijdrage Irak daaraan moest leveren op basis van de opbrengsten van 's lands olie-inkomsten.
Inhoud
bewerkenDe Veiligheidsraad:
- beraadde over de nota en de brief van de secretaris-generaal;
- handelt onder Hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties;
- waardeert de nota;
- beslist dat de compensatiebetalingen van Irak niet meer zullen zijn dan 30% van de waarde van de jaarlijkse olie-uitvoer;
- beslist om het cijfer van tijd tot tijd te herzien.