Portaal:Nederlands/Artikelmaand/11

De diglossie van het Nederlands en Afrikaans is het enige duidelijke voorbeeld van diglossie tussen twee variëteiten van het Nederlands. Bij diglossie worden twee taalvariëteiten als dezelfde taal beschouwd worden. In Zuid-Afrika werd vroeger met de term 'Hollands', zowel het Afrikaans als het Nederlands bedoeld. Destijds werden Nederlands en Afrikaans als synoniemen beschouwd. Deze variëteiten leefden in symbiose met elkaar, maar elke variëteit had toch een duidelijk afgebakende rol.

Een van de duidelijkste voorbeelden van diglossie was Zuid-Afrika tussen 1915 en 1930. Destijds werden in Zuid-Afrika twee variëteiten van het Nederlands gesproken. De “verheven” variëteit was hierbij het Nederlands, in Zuid-Afrika ook Hoogafrikaans genoemd, en de omgangstaal was het gewone Afrikaans.

Dit leidde tot verschillend gebruik van de twee taalvariëteiten. Het Hoog-Afrikaans (of Nederlands) werd gebruikt als officiële communicatie-, schrijf- en overheidstaal, en het Afrikaans werd als informele omgangstaal gebruikt.

Meer...