Portaal:Biologie/Uitgelicht/37

De rups is de larve van de vlinder en de mot. Rupsen zijn veelpotige veelvreters, omdat ze hun voedsel slecht verteren en ze gigantisch moeten groeien en veel energie op moeten doen voor de verandering van pop tot vlinder.

De kop bestaat uit een kapsel van chitine met korte voelsprieten en grote kaken. Het lange lijf bestaat uit 13 segmenten. De voorste drie zijn voorbestemd het borststuk van de vlinder te worden en heeft drie paar poten. Het zijn tenslotte insecten. Op de middensegmenten van het achterlijf zitten tot vier paar poten (propoten) en soms komt ook nog een paar poten (propoten) op het laatste segment van het achterlijf voor, zoals bij spanrupsen. Tussen de poten op het borststuk en die op het achterlijf zit een duidelijke afstand. Aan de propoten zitten haakjes.