Pikketanussie

Amsterdams dialect voor een borrel

Pikketanussie is Amsterdams dialect voor een borrel (graanjenever). In de Amsterdamse kroegen was het normaal om een pikketanussie te vragen. Werd de borrel goed ingeschonken dan kreeg de jenever een bolle kop op het borrelglaasje staan (een meniscus). Dit werd dan een "over het IJ kijkertje" genoemd.

Volgens taalhistoricus Ewoud Sanders werd het woord pikketanussie voor het eerst opgetekend in het jaar 1897, en wel in het boekje Militaire en andere schetsen van M.A.C. Nierstrasz. De oorsprong van het woord is onbekend.[1] Harry de Groot schreef een lied over het drankje, Een Pikketanussie, dat door Johnny Jordaan populair werd gemaakt.