Onze-Lieve-Vrouwebroederskerk

kerkgebouw in Antwerpen, België

De Onze-Lieve-Vrouwebroederskerk was de kloosterkerk van het Karmelieten- of Onze-Lieve-Vrouwebroedersklooster, dat eertijds het hele blok tussen de Huidevetters- en Jodenstraat, Meir en Wapper in de stad Antwerpen omvatte. De kloosterlingen behoorden tot de orde der geschoeide Karmelieten, in deze contreien ook gekend als de Onze-Lieve-Vrouwebroeders. De Onze-Lieve-Vrouwebroeders, die sinds het einde van de 15e eeuw aanwezig waren in de stad Antwerpen, moesten hun klooster verlaten in 1795. De kerk en de kloostergebouwen werden gesloopt in 1798.[1] Op de gronden van dit voormalig klooster bevinden zich thans de gebouwen van het Sint-Jan Berchmanscollege.[2]

De Onze-Lieve-Vrouwebroederskerk rond 1630
Antwerpse Karmeliet op het einde van de 18e eeuw
Opbrengst openbare verkoop

Geschiedenis bewerken

De kerk van de Karmelieten (of Onze-Lieve-Vrouwebroeders) werd voltooid in 1623, nabij Peter Paul Rubens' woning aan de overzijde van de Wapper. Een hoofdaltaar kwam er dankzij Filips van Godines, heer van Cantecroy, ontvanger der financiën van de koning. In zijn testament bepaalde de edelman dat er in deze kerk op het hoogaltaar, een marmeren altaar moest opgericht worden met daarin een schilderij. Uit een ontwerpschets, bewaard in het Metropolitan Museum (New York), weet men dat Rubens het ontwerp maakte voor het schilderij, 'De triomf van de Eucharistie', én het geheel van dit prestigieuze project.[3] De altaarconstructie in zwart en wit marmer, werd uitgevoerd door Hans van Mildert en was afgewerkt in 1638. Men weet niet of Rubens ooit aan de uitvoering van het altaarschilderij begonnen is, en dat het uiteindelijk werd uitgevoerd door Gerard Seghers rond 1642.

 
Elia beeld

In de Franse periode, in 1795, moesten de Onze-Lieve-Vrouwebroeders hun klooster verlaten en het marmeren altaar werd toen volledig afgebroken. De kerk en de kloostergebouwen werden gesloopt in 1798. In het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten wordt een schilderij van Rubens bewaard, 'De Genadestoel', dat oorspronkelijk was opgesteld op het H. Drievuldigheidsaltaar van de kerk.

De volgende anekdote is verbonden met de afbraak en de plundering van de kerk en het klooster door de Fransen : de gevel van de kerk was getooid met een groot koperen beeld van de profeet Elia, de patroon van de orde der Karmelieten. De Fransen verkeerden in de waan dat er een schat met goud en edelestenen in het beeld lag opgesloten, en lieten het beeld uitbreken. Op 13 januari 1795 begonnen werklieden het metselwerk eruit te breken; groot was echter de ontgoocheling toen er enkel een koperen gesloten bus werd gevonden, met daarin een brief van de maker van het beeld, koperslager Antoni Joseph Dartevelle. Uit leedvermaak werd het volgende rijmvers gemaakt :

'Elias heeft de Fransen gekuld, hy was vanbinnen met stenen gevuld'.[4]

De kerk, de kloostergebouwen, de tuin en de brouwerij werden op 18 april 1797 op een openbare veiling te koop gesteld. Het goed werd verkocht voor een bedrag van 126.000 frs.[5]

Afbeeldingen bewerken

Noten bewerken

  1. De Genadestoel - De H. Drievuldigheid. Rubenianum, Onderzoeksinstituut voor Vlaamse kunst van de 16e en de 17e eeuw. Geraadpleegd op 27 februari 2016.
  2. De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed - Meir. Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed. Geraadpleegd op 6 maart 2016.
  3. De triomf van de Eucharistie. Rubenianum, Onderzoeksinstituut voor Vlaamse kunst van de 16de en de 17de eeuw. Geraadpleegd op 28 februari 2016.
  4. Geschiedenis van Antwerpen sedert de stichting der stad tot onze tyden. Rederykkamer De Olyftak. Geraadpleegd op 28 februari 2016.
  5. Geschiedenis van Antwerpen sedert de stichting der stad tot onze tyden. Rederykkamer De Olyftak. Geraadpleegd op 6 maart 2016.
  6. Markt op de Meir te Antwerpen met zicht op het kruisbeeld op de Meirbrug en op de voormalige kerk van de Geschoeide karmelieten. Museum Vleeshuis. Geraadpleegd op 6 maart 2016.