Naomi

persoon in Oude Testament

Naomi (Hebreeuws: נָעֳמִי) is een Hebreeuwse naam en betekent mijn lieflijke. De persoon Naomi komt voor in het Oude Testament in het Bijbelboek Ruth.

Israel incl. Judea

Vorm bewerken

De verschillende vormen van de naam (Naomi, Noömi, Noémi) zijn terug te leiden op de oorspronkelijke vorm in het Hebreeuws, נָעֳמִי. De eerste klinker ◌ָ is een kamats (of qameṣ), die meestal klinkt als ā (bijv. in כָּ֫לֵב kā́lēḇKaleb’). In grofweg twee gevallen klinkt deze klinker echter als een o: in een onbeklemtoonde gesloten lettergreep (zoals in חָכְמָה ḥoḵmā́ ‘wijsheid’, vgl. goochem en עָרְפָּה ʿorpā́Orpa’) of voor een chataf kamats (of qameṣ ḥaṭuf, ◌◌ְָ), een zeer korte of vluchtige variant van de kamats die altijd klinkt als een korte o, zoals in dit geval. De traditionele uitspraak van deze naam is dus /Noʿŏmí/.

De keelklank die wordt geschreven met ayin is niet alleen vreemd voor het Nederlands, maar ook voor het Grieks. In de Septuagint wordt een epsilon gebruikt om de klank te benaderen: Νωεμειν Nōemein.[1] Deze variant is via de Vulgaat terechtgekomen in o.a. de Franse versie van deze naam: Noémi.

Hongersnood bewerken

Naomi is getrouwd met Elimelech en heeft twee zonen: Machlon en Kiljon. Zij trokken als gezin vanuit Judea naar Moab omdat er in Judea een hongersnood was. De beide zonen huwen een Moabitische vrouw, Ruth en Orpa. In de loop van een tiental jaren komen Elimelech en de zonen te overlijden, en blijft Naomi met haar beide schoondochters alleen achter.

Terug naar Judea bewerken

Na verloop van tijd komt hen ter ore dat de hongersnood in Judea voorbij was. Orpa, Ruth en Naomi verlaten Moab om naar Judea te trekken, maar als ze onderweg zijn, blijft Naomi staan. Ze zegt tegen haar schoondochters dat zij beiden naar Moab terug moeten gaan om daar een nieuwe man te zoeken en een nieuw bestaan op te bouwen. Maar de beide schoonzussen weten van geen wijken en barsten in tranen uit. Uiteindelijk weet Naomi Orpa te overreden om terug te gaan naar Moab. Ruth wil van geen wijken weten en besluit met Naomi verder te trekken naar Bethlehem in Judea. Zij doet dit door aan haar schoonmoeder de volgende beroemde woorden te verklaren: "Dring er bij mij niet op aan, dat ik u in de steek zou laten, door van u terug te keren want waar gij zult heengaan, zal ik heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten: uw volk is mijn volk en uw God is mijn God" (NBG-vertaling). Naomi vindt dat ze haar naam geen eer aandoet en dat ze beter Mara, dat bitter betekent, had kunnen heten.

Aren lezen bewerken

Nu woont er in Bethlehem nog verre familie van Elimelech die landerijen bezitten. Deze man heette Boaz. In die tijd was het gewoon dat bij het oogsten van het graan, voor de arme mensen wat achterbleef op de landerijen. Arme mensen konden dan na het oogsten de aren oprapen en meenemen. Dat werd aren lezen genoemd. Ruth en Naomi hebben toestemming om op het land van Boaz aren te lezen. Boaz drukt Ruth op het hart niet naar andere landerijen te gaan, maar alleen te lezen op zijn akkers. Hij instrueert ondertussen zijn medewerkers extra aren voor de vrouwen achter te laten. Naomi instrueert op haar beurt Ruth om Boaz te leren kennen en haar hopelijk te laten huwen met Boaz.

Huwelijk met Boaz bewerken

Uiteindelijk kan Boaz door de rechten van anderen af te kopen, aanspraak maken op het oude land van Elimelech. Zo koopt hij de bezittingen van Naomi terug en tevens huwt hij Ruth. Uit dit huwelijk wordt een zoon geboren en uit de verdere lijn wordt uiteindelijk koning David geboren (en uit die lijn weer Jezus Christus).