Moravische kerknederzettingen

Werelderfgoedsite in Denemarken, Duitsland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk

De Moravische kerknederzettingen is een naam waarmee de UNESCO Commissie voor het Werelderfgoed vier woonkernen heeft erkend als een werelderfgoedsite omwille van hun gemeenschappelijk verleden en vorm als geplande, gegroeide en bewaard gebleven kerknederzettingen van de Moravische Kerk. Het gaat om het Deense Christiansfeld, het Duitse Herrnhut, het Amerikaanse Bethlehem en het Noord-Ierse Gracehill.

Moravische kerknederzettingen
Werelderfgoed cultuur
De kerk van Christiansfeld
Land Vlag van Denemarken Denemarken
Vlag van Duitsland Duitsland
Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk
UNESCO-regio Europa en Noord-Amerika
Criteria iii, iv
Inschrijvingsverloop
UNESCO-volgnr. 1468bis
Inschrijving 2015 (39e sessie)
Uitbreiding 2024 (46e sessie)
Dorpkern van Herrnhut
Kerkgebouw in Gracehill
UNESCO-werelderfgoedlijst
Het historisch centrum van Bethlehem

De opname, als "Christiansfeld, een Moravische kerknederzetting", op de werelderfgoedlijst werd geïnitieerd in 2015 tijdens de 39e sessie van de Commissie voor het Werelderfgoed toen Christiansfeld werd erkend. Die 18e-eeuwse nederzetting in Zuid-Jutland werd toen uitgeroepen tot werelderfgoed omdat het een uitzonderlijk voorbeeld van een door de Moravische Kerk geplande kolonienederzetting was, die de maatschappelijke en ethische idealen van de Moravische Kerk weerspiegelt. De kolonie werd gesticht in 1773 door Nederlandse hernhutters naar de regels van de Moravische Kerk, een lutherse vrije gemeente ontstaan in Herrnhut in Saksen. Het was koning Christiaan VII van Denemarken die een veld gaf om de leefgemeenschap te kunnen stichten. Ze kregen de eerste tien jaar vrijstelling van belastingen en de vrijheid om er hun religie te belijden, destijds uniek in het Lutherse Denemarken.[1] Christiansfeld is volgens UNESCO een van de vele uitzonderlijke nederzettingen en het is het best bewaarde voorbeeld van een Noord-Europese kolonienederzetting gebouwd rond een centraal kerkplein. De stad presenteert een intacte en goed bewaarde verzameling gebouwen, georiënteerd langs twee tangentiële oost-west straten rond het Kerkplein en integreert een begraafplaats die buiten de stad is geplaatst. De stad weerspiegelt de maatschappelijke structuur van de Moravische Kerk, gekenmerkt door grote gemeenschappelijke huizen voor de weduwen en ongehuwde mannen en vrouwen van de congregatie. De architectuur is homogeen en onversierd, met gebouwen van één en twee verdiepingen in gele baksteen en met rode pannendaken. De verhoudingen, materialen en het vakmanschap dragen bij aan de bijzondere sfeer van rust en harmonie van de stad.[2]

Deze werelderfgoederkenning werd in 2024 tijdens de 46e sessie van de Commissie voor het Werelderfgoed uitgebreid en aangepast naar "Moravische kerknederzettingen" nadat ook Herrnhut zelf en kolonies in het Amerikaanse Bethlehem in Pennsylvania en het Noord-Ierse Gracehill aan de erkenning werden gekoppeld. Ook deze drie gemeenten waarmee het werelderfgoed werd uitgebreid zijn in de 18e eeuw zijn gesticht. Elke nederzetting heeft zijn eigen architectonisch karakter, gebaseerd op de idealen van de Moravische Kerk, maar aangepast aan de lokale omstandigheden. Samen vertegenwoordigen ze de transnationale reikwijdte en consistentie van de internationale Moravische gemeenschap als een wereldwijd netwerk. Er is een actieve congregatie aanwezig in elk deel, waar tradities worden voortgezet en een levend Moravisch erfgoed vormen.[3]