Moeras (natuurdoeltype)

natuurdoeltype

Moeras is een natuurdoeltype dat voorkomt op de overgangsgradiënt tussen water en land en bestaat voornamelijk uit oevervegetatie en rietvegetatie. Het natuurdoeltype vergt een waterregime variërend van open water tot nat en de vegetatie wordt voornamelijk gevoed door oppervlaktewater maar ook door regenwater en grondwater. Het natuurdoeltype vergt een ondiepe grondwaterstand en kan op praktisch elk bodemtype voorkomen, zolang de omstandigheden maar aquatisch zijn en het water zoet is. De bodem is zwak zuur tot neutraal en is qua trofiegraad mesotroof tot eutroof. De aanwezigheid van macrofauna is belangrijk om dit natuurdoeltype in stand te houden. Het natuurdoeltype heeft een oppervlakte van minstens 0.5 ha nodig om zichzelf in stand te houden.

Plantengemeenschappen bewerken

Binnen het natuurdoeltype moeras kunnen verschillende plantengemeenschappen voorkomen. Deze plantengemeenschappen hoeven niet allemaal voor te komen om het natuurdoeltype te bereiken.

Nederlandse naam wetenschappelijke naam
Lidsteng-associatie Eleocharito palustris-Hippuridetum
Associatie van blauwe waterereprijs en waterpeper Polygono-Veronicetum annagallidis-aquaticae
Associatie van groot moerasscherm Apietum nodiflori
Associatie van stomp vlotgras Glycerietum plicatae
Watertorkruid-associatie Rorippo-Oenanthetum
Associatie van egelskop en pijlkruid Sagittario-Sparganietum
Associatie van slangenwortel en waterscheerling Cicuto-Calletum
Associatie van waterscheerling en hoge cyperzegge Cicuto-Caricetum pseudocyperi
Mattenbies-associatie Scirpetum lacustris
Associatie van ruwe bies Scirpetum tabernaemontani
Associatie van Heen en grote waterweegbree Alismato-Scirpetum maritimi
Riet-associatie Typho-Phragmitetum
Oeverzegge-associatie Caricetum ripariae
Associatie van scherpe zegge Caricetum gracilis
Blaaszegge-associatie Caricetum vesicariae
Associatie van noordse zegge Lysimachio-Caricetum aquatilis
Galigaan-associatie Cladietum marisci
Pluimzegge-associatie Caricetum paniculatae
Associatie van stijve zegge Caricion elatae
Rompgemeenschap met slanke waterkers van de riet-klasse -
Rompgemeenschap met grote lisdodde van de riet-klasse -
Rompgemeenschap met kalmoes van de riet-klasse -
Rompgemeenschap met mannagras van de vlotgras-orde -
Rompgemeenschap met holpijp van de riet-orde -
Rompgemeenschap met padderus van de riet-orde -
Rompgemeenschap met moeraszegge van de riet-orde -
Rompgemeenschap met rietgras van de Riet-orde -
Associatie van echte koekoeksbloem en gevleugeld hertshooi Lychnido-Hypericetum tetrapteri
Rompgemeenschap met tweerijige zegge van het dotterbloem-verbond -
Rompgemeenschap met moerasdroogbloem van de dwergbiezen-klasse/de tandzaad-klasse -
Associatie van waterpeper en tandzaad Polygono-Bidentetum
Associatie van goudzuring en moerasandijvie Rumicetum maritimi
Associatie van ganzenvoeten en beklierde duizendknoop Chenopodietum rubri
Slijkgroen-associatie Eleocharito acicularis-Limoselletum
Rompgemeenschap met blaartrekkende boterbloem van de tandzaad-klasse/de riet-klasse -
Rompgemeenschap met rietgras van de tandzaad-klasse/de riet-klasse -

Subtype bewerken

Het natuurdoeltype moeras kan in vijf subtypen worden onderverdeeld. Deze subtypen verschillen nauwelijks qua abiotiek van elkaar maar wel qua biodiversiteit. De subtypen verschillen wel soms van habitattype zoals vastgelegd in de habitatrichtlijn.

  • Droogvallend water en pioniermoeras – Dit subtype komt in gebieden voor waar planten door omstandigheden maar ondiep kunnen wortelen. Het subtype komt overeen met habitattype vochtige duinvalleien wanneer het subtype op een lage plaats in de duinen voorkomt. Het komt overeen met het habitattype rivieren met slikoevers met vegetaties behorend tot het Chenopodion rubri p.p. en Bidention p.p wanneer het subtype langs een rivier voorkomt en bepaalde plantengemeenschappen bevat.
  • Drijftil – Het subtype drijftil komt op open wateren voor die beschut liggen. De vegetatie wortelt op het water. Dit subtype komt niet overeen met een habitattype uit de habitatrichtlijn.
  • Waterriet en biezen – Dit subtype komt in gebieden voor, die in de zomer kort droogvallen. Het subtype komt overeen met habitattype vochtige duinvalleien wanneer het subtype op een lage plaats in de duinen voorkomt.
  • Bloemrijk rietland – Dit subtype ontstaat wanneer de vegetatie van drijftil of waterriet en biezen wordt gemaaid. De vegetatie heeft dan een lagere dichtheid. Dit subtype komt niet overeen met een habitattype uit de habitatrichtlijn.
  • Grote-zeggenmoeras – Wanneer een van de subtypen door opslibbing frequenter droog komt te vallen ontstaat dit subtype. Doordat de abiotiek verandert krijgen de zegges meer kans om te groeien. Het subtype komt overeen met habitattype vochtige duinvalleien wanneer het subtype op een lage plaats in de duinen voorkomt en met het habitattype kalkhoudende moerassen met Cladium mariscus en soorten van het Caricion davallianae wanneer de plantengemeenschap Caricion davallianae aanwezig is.

Literatuur bewerken