Middenhandsbeenderen,[1] middelhandsbeenderen of ossa metacarpii[2] zijn de beenderen die in de handplaat de verbinding verzorgen van de vingers met de handwortel.[3] Samen worden zij de middenhand genoemd.[4]

Middenhandsbeenderen
Ossa metacarpii
Bot
Middenhandsbeentjes in rood van linkerhand.
Middenhandsbeentjes genummerd.
Naslagwerken
MeSH A02.835.232.087.319.550
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Vergelijkbaar hiermee zijn de midden-/middelvoetsbeenderen of ossa metatarsii.

De middenhandsbeenderen zijn:

Bij dieren bewerken

Bij de overige zoogdieren wordt van een soortgelijke indeling, met soortgelijke nummering, uitgegaan.[5] Alleen de vleeseters onder de huisdieren bezitten (naast de mens) alle vijf de middenhandsbeenderen.[6] met ossa metacarpii III en IV als langste botten.[6] Bij het varken ontbreekt het os metacarpii I.[6] De ossa metacarpii I et II zijn volledig afwezig bij de herkauwers,[6] terwijl van het os metacarpii V alleen als klein beenplaatje aanwezig is.[6] Bij het paard zijn de ossa metacarpii I et V volledig afwezig.[6] Het os metacarpii III is vervolgens het hoofdmiddenhandsbeen, met de ossa metacarpii II et IV als griffelbeentje ertegenaan.[6]

Naamgeving bewerken

Bij de Griekse arts Galenus komen we voor de middenhand het begrip μετακάρπιον metakárpion tegen.[3][7] De Latijnse vorm metacarpium[2][3][8][9][10][11] en niet metacarpus[12][13] sluit het beste aan bij deze Oudgriekse vorm.[3]

Als bijvoeglijk naamwoord van het metacarpium komt men in het anatomische Latijn zowel metacarpius,[14] metacarpicus,[15] metacarpiaeus,[16] metacarpeus,[17] metacarpianus[18] als metacarpalis[13] tegen. De vorm metacarpius zou het meest overeenkomen[11][14] met de (latere) Griekse vorm μετακάρπιος metakárpios.[14] De vorm metacarpalis, zoals in ossa metacarpalia[13] is een samenstelling uit een Latijn en Grieks deel.[15] Het gebruik ervan wordt door sommigen[11][15] afgeraden.

Zie de categorie Metacarpus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.