Marketentster

kraam bij een soldaten camp

Een marketentster (ook: marketenzer, zoetelaar of zoetelaarster) was een vrouw die een leger volgde en gerechtigd was aan de soldaten waren te verkopen zoals drank, voedsel en kleine benodigdheden voor het dagelijks leven. Drank verkochten marketentsters uit het typische marketentstervaatje dat ze op de heup droegen. Men moet haar niet verwarren met de wasdame van een legereenheid. Beiden waren wel kampvolgers. In veel gevallen was de marketentster getrouwd met een militair beneden de rang van onderofficier. In kampen en kazernes dreven ze vaak een soort café. Het leger kende toentertijd nog geen eigen kantinedienst. In de permanente kazernes van de staande legers van de latere negentiende eeuw dreven de marketentsters de soldatenkantine en verrichtten soms ook werkzaamheden als het wassen en onderhouden van de kleding van de soldaten.

Marketentster (Geniemuseum, Vught)
Legerkamp Vught tijdens het Beleg van 's-Hertogenbosch (1629). Op de voorgrond zoetelaarskramen met levensmiddelen voor de Staatse soldaten.

In de negentiende eeuw werd in het Nederlandse leger de functie van marketentster aan strikte regels gebonden. Zo werd onder andere bepaald dat de marketentster getrouwd moest zijn met een lid van het onderdeel. Ook werd vastgelegd wat zij mocht verkopen en tegen welke prijs. Naast een uniform dat een sterke gelijkenis vertoonde met dat van haar eenheid, kreeg de marketentster ook een penning waarop haar naam en het legeronderdeel was vermeld. Het Nederlandse leger kende nog tot in de twintigste eeuw marketentsters. Daarna werd hun functie overgenomen door de kantinedienst. De Koninklijke Landmacht maakt bij ceremoniële gelegenheden nog gebruik van marketentsters.
Sinds 1973 hebben de Nederlands-Limburgse en Gelderse schutterijen weer officiële marketentsters in uniform, die ook aan wedstrijden deelnemen.

Etymologie

bewerken

De naam 'marktentster' is mogelijk afgeleid van het middeleeuws Latijnse mercatare (handeldrijven).[1]

Bekende marketentsters

bewerken