Maria Tenhemelopneming (Rubens)
De Tenhemelopneming van Maria is een altaarstuk van Peter Paul Rubens dat zich bevindt in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen. Het stelt het christelijke motief van de Maria-Tenhemelopneming voor.
De hemelvaart van Maria | ||||
---|---|---|---|---|
Kunstenaar | Peter Paul Rubens | |||
Jaar | 1625-1626 | |||
Techniek | altaarstuk | |||
Afmetingen | 490 × 325 cm | |||
Verblijfplaats | Onze-Lieve-Vrouwekathedraal | |||
Locatie | Antwerpen | |||
RKD-gegevens | ||||
|
Voorstelling
bewerkenTronend in een wolk vol licht en heerlijkheid wordt Maria ten hemel opgenomen, omringd door een tiental jubelende putti en vier grote engelen; twee ervan reiken haar een bloemenkroon aan. Apostelen en heiligen staren haar na of buigen zich verwonderd over de lege graftombe.
De tenhemelopneming van Maria werd door Rubens meermaals uitgebeeld, maar deze versie overtreft alle andere, zowel in compositie, in coloriet, als in de lichtwerking.[1] Voor het hoogaltaar van de kathedraal die aan Onze-Lieve-Vrouw is toegewijd, lag dit belangrijke Mariale thema voor de hand. Een eerder altaarstuk van Frans Floris, dat verloren ging in de godsdiensttroebelen, had hetzelfde onderwerp. Bovendien sloot het thema aan bij de contrareformatie die grote aandacht besteedde aan de Mariadevotie.
Geschiedenis
bewerkenDe ontstaansgeschiedenis van dit werk verliep niet zonder hindernissen. Reeds in 1611 waren er plannen om het verloren altaarstuk te vervangen. Twee kunstenaars kwamen toen hun ontwerp voorleggen aan het kapittel van de kathedraal: Otto van Veen en Rubens. Het schilderij van Otto van Veen hangt nu in de Collegiale Sint-Hippolytus te Poligny.Er werd voor het ontwerp van Rubens gekozen, en in 1612 kwam er een akkoord tussen de meester en het kapittel.
De levering van het schilderij zou echter pas vele jaren later gebeuren. Allerlei moeilijkheden hebben de uitvoering ervan vertraagd. Een eerste versie van De Tenhemelopneming van Maria, bestemd voor de kathedraal, kwam er nooit terecht en bleef jaren in Rubens' atelier staan tot het een andere bestemming kreeg: de Houtappelkapel van de Antwerpse Jezuïetenkerk (nu in het Kunsthistorisches Museum in Wenen).[2] Het definitieve schilderij werd, zoals blijkt uit de bewaarde kwitantie, pas voltooid in 1626-1627, dus 15 jaar na het sluiten van de overeenkomst.
De Tenhemelopneming van Maria was oorspronkelijk gevat in een barok marmeren portiekaltaar uitgevoerd door Robrecht en Jan de Nole, en waarschijnlijk door Rubens ontworpen. In 1794 werd het schilderij uit de kerk weggehaald door de Fransen en het altaar werd toen afgebroken. Een prent van Adriaan Lommelin biedt er een goed idee van. In 1815 kwam het schilderij terug naar de kathedraal. Het huidige altaar dateert van 1826. Het Mauritshuis in Den Haag heeft een olieverfstudie voor het altaarstuk in de collectie, van de hand van Rubens. Daarin zijn figuren te zien die later overschilderd zijn.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is (gedeeltelijk) gebaseerd op informatie uit de website rubensonline.be. Metadata op deze website is onder CC0 beschikbaar gemaakt.
Literatuur
- Freedberg, David (1984). The life of Christ after the passion (Corpus Rubenianum Ludwig Burchard; 7), nr. 43. Harvey Miller, Londen.
- Grieten, Stefaan (1996). Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Brepols, Turnhout.
Noten
- ↑ De hemelvaart van Maria (Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Antwerpen). rubensonline.be. Geraadpleegd op 29 augustus 2014.
- ↑ De hemelvaart van Maria (Kunsthistorisches Museum Wien). rubensonline.be. Geraadpleegd op 29 augustus 2014.