Lijst van windmolenparken in de Noordzee

Wikimedia-lijst

Dit is een lijst van windmolenparken in de Noordzee. In de eerste tabel wordt een overzicht geboden van de operationele en in aanbouw zijnde windmolenparken, in een tweede tabel worden de toekomstige projecten besproken.

Prinses Amaliawindpark
Kaart van Duitse (geplande) Noordzeewindmolenparken

Windenergie op zee is een belangrijke hernieuwbare-energiebron voor Europa. Een belangrijk voordeel van wind op zee is de hogere productiefactor (32% over 2016) doordat het op zee meestal harder waait dan op land. Nadeel zijn de hogere bouwkosten en de duurdere voorzieningen voor het transport van de elektriciteit

In België worden tegen 2020 451 turbines ingepland, goed voor een totale capaciteit van 2142 MW.[1] Dit zou voldoen aan ongeveer 7 % van het bruto Belgische elektriciteitsverbruik.[2] Nederland heeft met de opening van het Gemini park nog een geringe bijdrage van 957 MW, maar met de uitbreidingsplannen voor vijf grote parken kan dat in 2023 oplopen tot 4477 MW. TenneT heeft het eerste stopcontact op zee gerealiseerd. Het heet Borssele Alpha en dient om windparken op zee aan te sluiten op het landelijke stroomnet, als eerste de stroom van Borssele I en II.[3]

Van de landen aan de Noordzee heeft het Verenigd Koninkrijk de meeste capaciteit van bijna 19.000 MW in 2020, gevolgd door Duitsland met zo'n 13.000 MW in 2018. Denemarken en Noorwegen maken ook gebruik van hun territoriaal gebied in de Noordzee om windenergie op te wekken. Het Verenigd Koninkrijk beschikt met London Array over het grootste windmolenpark op zee en met het nieuwste park Hornsea Project ONE met een vermogen van 1218 MW zal dat voorlopig ook wel zo blijven.

Ook de Oostzee (Baltische zee) heeft verscheidene windmolenparken, net als de Ierse Zee. Voor de Zwarte Zee, Kaspische Zee en Noordelijke IJszee is dat niet het geval.

Operationele windparken bewerken

Windpark Land Turbines
(stuks)
Turbine-
vermogen
(MW)
Totale
capaciteit
(MW)
Gemiddelde
jaaropbrengst
(GWh)
Ingebruikname
(jaar)
Kosten
(miljoen)
Diepte
(m)
Afstand
tot kust
(km)
Capacity

factor (%)

NoordzeeWind (OWEZ)   Nederland 36 3 108 315 2007 € 200 15–18 13 33%
Prinses Amaliawindpark (PAWP)   Nederland 60 2 120 435 2008 € 350 19–24 23 41%
Luchterduinen   Nederland 43 3 129[4] 531 2015 € 450 18–24 23 47%
Gemini   Nederland 150 4 600[5] 2.600 2017 € 2800 28–36 85 49%
Borssele 1 & 2 (ØRSTED)   Nederland 94 8 752 3210 2020 € ?? 14–36 23 49%
Borssele 3 & 4 (BLAUWWIND)   Nederland 77 9,5 731 3000 2021 € ?? 47%
Borssele 5 (TWO TOWERS)   Nederland 2 9,5 19 78 2021 47%
Windpark Hollandse Kust Zuid I, II (Vattenfall)   Nederland 69 11 759 ? 2023 18–28 18–36
Windpark Hollandse Kust Zuid III, IV (Vattenfall)   Nederland 70 11 770 ? 2023 18–28 18–36
Windpark Hollandse Kust Noord V   Nederland 69 11 759 2023 18.5
Totaal Nederland 670 4747
Belwind   België 55 3 165 550 2010 € 614 15–37 49 38%
Belwind DEMO   België 1 6 6 2013 30 45
Thorntonbank (C-Power)   België 54 5 / 6,2 325 2013 € 1100 14–28 30
Northwind   België 72 3 216 875 2014[6] € 900 16–29 37 46%
Nobelwind (Belwind II)   België 50 3,3 165 550 2017 € 655 26–38 47 38%
Rentel   België 42 7,4 309 2019 € 1000 22–36 34
Norther   België 44 8,4 370 2019 € 1200 20–35 23
Northwester 2   België 23 9,5 219 2020 € 1000 25–40 51
SeaMade (Seastar)   België 30 8,4 252 2020 22–38 40
SeaMade (Mermaid)   België 28 8,4 235 2020 24–40 54
Totaal België 399 2262
Alpha Ventus   Duitsland 12 60 2010 € 250 28–30 56
Bard Offshore 1   Duitsland 80 400 2013 € 2900 39–41 112
Meerwind Sud/Ost   Duitsland 80 288 2014 € 1200 24–27 53
Riffgat   Duitsland 30 108 2014 € 480 18–23 42
Butendiek   Duitsland 80 288 2015 € 1300 18–21 35
Amrumbank West   Duitsland 80 302 2015 € 1000 20–25 45
Nordsee Ost   Duitsland 48 295 2015 € 1300 22–25 57
Global Tech I   Duitsland 80 400 2015 € 1800 38–41 115
Trianel Borkum I   Duitsland 40 200 2015 € 2900 28–33 66
Borkum Riffgrund 1   Duitsland 78 312 2015 € 1190 23–29 55
Dan Tysk   Duitsland 80 288 2016 € 1000 21–29 74
Sandbank   Duitsland 72 288 2017 € 1200 26–29 98
Gode Wind 1-2   Duitsland 97 582 2017 € 2200 22–34 45
Nordsee One   Duitsland 54 332 2017 € 1200 28–29 56
Nordergründe   Duitsland 18 111 2017 € 410 3–11 17
Veja Mate   Duitsland 67 402 2018 € 1900 39–41 114
Merkur *   Duitsland 66 396 2018 € 1600 27–33 60
Totaal Duitsland* 1062 5052
Horns Rev I   Denemarken 80 160 2002 € 272 10–20 18
Horns Rev II   Denemarken 91 209 2009 € 470 9–17 32
Horns Rev III *   Denemarken 49 407 2019 € 1000 11–20 29
Totaal Denemarken* 220 777
Blyth windmolenpark   Verenigd Koninkrijk 2 4 2000 £ 4 6–11 1,6
Scroby Sands   Verenigd Koninkrijk 30 60 2004 £ 75,5 0–8 2,5
Kentish Flats   Verenigd Koninkrijk 30 90 2005 £ 121,5 3–5 10
Beatrice demo windpark   Verenigd Koninkrijk 2 10 2007 £ 35 45 23
Lynn en Inner Dowsing   Verenigd Koninkrijk 54 194 2009 £ 300 6–11 5
Gunfleet Sands   Verenigd Koninkrijk 48 172 2010 £ 300 2–15 7
Thanet windmolenpark   Verenigd Koninkrijk 100 300 2010 £ 780–900 20–25 11
Greater Gabbard   Verenigd Koninkrijk 140 504 2012 £ 650-1500 20–32 23
Sheringham Shoal   Verenigd Koninkrijk 88 317 2012 £ 1100 12–24 17
London Array   Verenigd Koninkrijk 175 630 2013 £ 1800 11–20 27
Humber Gateway   Verenigd Koninkrijk 73 219 2015 £ 736 11–16 10
Westermost Rought   Verenigd Koninkrijk 35 210 2015 £ 870 12–22 11
Galloper *   Verenigd Koninkrijk 56 336 2018 £ 1500 40–50 37
East Anglia One *   Verenigd Koninkrijk 102 714 2019 £ 2600 30–41 55
Race Bank *   Verenigd Koninkrijk 91 573 2018 £ 1700 6–23 34
Dudegeon   Verenigd Koninkrijk 67 402 2017 £ 1300 12–24 38
Hornsea Project ONE *   Verenigd Koninkrijk 174 1218 2018/20 £ 4000 24–37 120
Kincarde Offshore Windfarm *   Verenigd Koninkrijk 8 50 2018 £ 250 62 19
Aberdeen Offshore Windfarm *   Verenigd Koninkrijk 11 92 2018 £ 335 20–30 3
Hywind Scotland Pilot Park *   Verenigd Koninkrijk 5 30 2018 £ 210 96–110 25
Beatrice *   Verenigd Koninkrijk 84 588 2018 £ 2600 35–50 19
Blyth offshore Demon. project*   Verenigd Koninkrijk 15 124 2018 £ 435 29–39 6
Totaal Verenigd Koninkrijk* 1392 6849
Hywind   Noorwegen 1 2,3 2009 NOK 400 220 10
Totaal Noordzee*[7] 3477 16912

Capacity Factor is de gemiddelde capacity factor, dat wil zeggen het gemiddelde vermogen opgewekt door het windmolenpark als percentage van de total geplaatste capaciteit.

Geplande windparken bewerken

Windpark Land Exploitant Turbines
(stuks)
Turbine-

vermogen

(MW)

Totale

Capaciteit
(MW)

Oplevering

(jaar)

Diepte
(m)
Afstand
tot kust (km)
Windpark Hollandse Kust West VI   Nederland Shell/Eneco 760 2026 53
Windpark Hollandse Kust West VII   Nederland RWE 54 14 756 2026 51
Windpark Hollandse Kust West VIII   Nederland 700 ?
IJmuiden Ver Alpha   Nederland 2.000 2029 62
IJmuiden Ver Beta   Nederland 2.000 2029 62
IJmuiden Ver Gamma   Nederland 2.000 ? 62
Nederwiek (zuid) I   Nederland 2.000 2030
Nederwiek (noord) II   Nederland 2.000 2030
Nederwiek (noord) III   Nederland 2.000 2031
Ten noorden van de Waddeneilanden   Nederland 700 ? 56
Doordewind   Nederland 4.000 2031
Lagelander   Nederland 4.000 >2031
NortH2   Nederland Gasunie/Shell[8] 10.000[9] 2040
Duitse Bocht   Duitsland 1000 7.800 2030 26–40 40–125
Vesterhav Syd   Denemarken 44 340 2020 16–23 7
div. nieuwe parken   Verenigd Koninkrijk 900 7.300 2030 30–60 20–107
Doggersbank knooppunt   Denemarken
  Duitsland
  Verenigd Koninkrijk
9.000 13
Zie de categorie Offshore wind farms in the North Sea van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.