Leiding over Oost

pijpleiding voor restwarmte in Zuid-Holland

De Leiding over Oost was een geplande pijpleiding tussen Rotterdam en Leiden, om restwarmte van de Rotterdamse industrie naar huishoudens en bedrijven in Leiden en tussengelegen gebieden in Zuid-Holland te vervoeren. De warmte wordt vervoerd middels water. Het gebruik van restwarmte vermindert de vraag naar fossiele brandstoffen, met name aardgas. Het project is in 2016 opgezet door de gemeente Rotterdam als onderdeel van een herstelplan, om het Warmtebedrijf Rotterdam van nieuwe afzet te voorzien.[1][2][3] In februari 2019 sluiten de gemeente en de provincie Zuid-Holland een bestuursovereenkomst waarmee de investeringen in het project worden goedgekeurd.[4][5] De benodigde investeringen worden geschat op €140 miljoen.[3][6] Levering met de leiding zou oorspronkelijk starten op 1 januari 2020, maar in april 2019 wordt duidelijk dat deze datum wegens vergunnings- en financieringsproblemen en onduidelijkheden over het tracé met minimaal twee jaar is uitgesteld.[7][3] Op 12 november 2020 stemt de Rotterdamse gemeenteraad in met het afblazen van het project. In plaats daarvan wil men zich aansluiten bij het het project 'Leiding door het Midden', een warmteleiding tussen Rotterdam en Den Haag, die doorgetrokken kan worden naar Leiden.[8] Ook dit plan wordt in oktober 2021 afgeblazen.[9]

Tracé, bronnen en afnemers bewerken

Het tracé van de 43 kilometer lange Leiding over Oost loopt vanaf het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam, via Zoetermeer naar Leiden.[3] Ook zijn er plannen voor aftakkingen naar langs het tracé gelegen glastuinbouwgebieden.[10] Het warmtetransportsysteem omvat naast leidingen ook onder andere pompinstallaties, hulpketelinstallaties, warmteoverdrachtsinstallaties, bufferinstallaties en meet-, regel-, en besturingsinstallaties, met boven- en ondergrondse delen.[11] Het bestaande warmtenet van Warmtebedrijf Rotterdam heeft een aanvoertemperatuur van tussen de 98 en 120 graden Celsius, en een afvoertemperatuur van tussen de 50 en 70 graden Celsius. Het beschikt met een vermogen van 105 MWth over voldoende capaciteit om ongeveer 50.000 huishoudens van warmte te voorzien.[12] Het plan is dat de leidingen van de Leiding over Oost een diameter krijgen van 400 millimeter, lokale glastuinders zien liever dat dit 500 millimeter wordt wegens de grotere capaciteit.[13]

Er is gekozen voor een ‘open access’-systeem dat op termijn door verschillende soorten bronnen gevoed kan worden.[10][4] In eerste instantie is de warmte hoofdzakelijk afkomstig uit afvalverbranding door afvalverwerkingsbedrijf AVR in de haven van Rotterdam. Uit berekeningen van de Rekenkamer Rotterdam blijkt dat het project zou moeten leiden tot een uitstootreductie van 45 kiloton koolstofdioxide.[14]

De leiding zal voornamelijk warmte leveren voor de stadsverwarming in Leiden, waar 13.000 woningen en 200 bedrijven op zijn aangesloten. Nuon, leverancier van de warmte in dit warmtenet, wil de bestaande warmtebron (een lokale elektriciteitscentrale van Uniper) inruilen voor levering via de Leiding over Oost.[15] Daarnaast zal de leiding ook proceswarmte leveren aan de brouwerij van Heineken in Zoeterwoude en aan woningen en de glastuinbouw in Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp, Zoetermeer, Waddinxveen en omstreken.[16]

Achtergrond bewerken

Warmtebedrijf Rotterdam bewerken

  Zie Warmtebedrijf Rotterdam voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Leiding over Oost is een project vanuit de gemeente Rotterdam, opgezet voor het eigen Warmtebedrijf Rotterdam. Dit bedrijf werd in 2006 opgericht door de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam, om middels een warmtenet restwarmte uit de haven van Rotterdam in te zetten voor de verwarming van woningen en bedrijven in Rotterdam.[3] Na een mislukte samenwerking met Shell wordt in 2009 een overeenkomst gesloten met afvalverwerker AVR, waarbij tot oktober 2044 jaarlijks restwarmte wordt ingekocht. De warmtelevering startte in 2015, maar omdat de ingekochte hoeveelheid de afzet overstijgt, leidt het bedrijf ieder jaar verlies.[6] Deze verliezen worden door de gemeente Rotterdam, grootste aandeelhouder van het warmtebedrijf, opgevangen.[17][18]

Als onderdeel van een herstelplan hoopt men met de Leiding over Oost voor meer afzet te zorgen voor het Warmtebedrijf Rotterdam, om zo het bedrijf te redden. De gemeente Rotterdam heeft in eerste instantie €118 miljoen aan het Warmtebedrijf Rotterdam beschikbaar gesteld voor de realisatie van het project. Door het per 1 januari 2020 aflopende contract van Nuon met energieproducent Uniper voor de levering van warmte in Leiden en de wens van Nuon om een andere warmtebron te kiezen, ontstond hier een mogelijkheid voor nieuwe afzet. Het overnemen van de warmtelevering op deze datum wordt echter niet gehaald door diverse problemen rondom de aanbesteding. De opgelopen vertraging bedraagt minimaal twee jaar. De provincie Zuid-Holland is ook bij het project betrokken; het ziet in de Leiding over Oost een belangrijk onderdeel van een te vormen Zuid-Hollandse warmterotonde.[3][6][15][19] In november 2020 wordt besloten om niet een eigen leiding (de Leiding over Oost) aan te leggen, maar om zich aan te sluiten bij een ander warmteproject (Warmtelinq), waarbij de leiding ook doorgetrokken kan worden naar Leiden. Als ook dit project geen doorgang vindt, dreigt een faillissement.[8]

Warmterotonde bewerken

Naar aanleiding van het akkoord van Parijs en het besluit om de gaswinning in Groningen stop te zetten, zoekt de provincie Zuid-Holland naar mogelijkheden om het gebruik van aardgas en de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Een nuttig gebruik van restwarmte uit de industrie in de provincie kan hier aan bijdragen. Daarvoor heeft men het idee voor een ‘warmterotonde’ uitgewerkt. Middels meerdere warmteleidingen kunnen zo aanbieders en afnemers van warmte door de gehele provincie met elkaar in verbinding worden gebracht.[16] De Leiding over Oost past binnen deze visie, om die reden heeft ook de provincie Zuid-Holland zich aan dit project gecommitteerd. De provincie stortte €137,5 miljoen in het Warmte Participatie Fonds, bestemd om onder meer de Leiding over Oost te financieren.[20] De provincie heeft later aangegeven verder geen geld meer te willen steken in het Warmtebedrijf Rotterdam, waarvan men voor 8% eigenaar is.[8]

Controverse bewerken

Sinds de oprichting heeft de gemeente Rotterdam al meer dan €104 miljoen (2019) in het Warmtebedrijf Rotterdam gestoken, desondanks dreigt door diverse misgelopen plannen en onvoordelige contracten in 2019 nog steeds een faillissement. Omdat ook een faillissement de gemeente €250 tot €500 miljoen kan gaan kosten, is gekozen voor een herstelplan met de Leiding over Oost als belangrijkste onderdeel.[17] Ook dit plan, waar de gemeente Rotterdam €118 miljoen en de provincie Zuid-Holland €137,5 miljoen voor hebben uitgetrokken, is om verschillende redenen in opspraak geraakt. In november 2020 is het plan voor de Leiding over Oost definitief gestaakt.

Wethouder Adriaan Visser van de gemeente Rotterdam en gedeputeerde Han Weber van de provincie Zuid-Holland onderhandelen vanaf 2016 met Nuon over de warmtelevering in Leiden. Nuon eist bij de overeenkomst zekerheden, waaronder dat zowel de gemeente als de provincie garant staan voor de levering van warmte vanaf 1 januari 2020 en dat deze als aandeelhouders van het Warmtebedrijf Rotterdam hoofdelijk aansprakelijk zijn voor verliezen bij dochterondernemingen van dat bedrijf waar Nuon het contract mee sluit. Visser en Weber doen deze beloften uiteindelijk in een geheime brief aan Nuon eind 2017.[3][6]

In maart 2018 weigert het Warmte Participatie Fonds onverwacht om geld in de Leiding over Oost te steken, zodat dit de aanbesteding bemoeilijkt. De vertraging die mogelijk mede hierdoor ontstaat wordt pas op 16 april 2019 door de gemeente en provincie bekend gemaakt.[21] Formeel zijn problemen met vergunningen in Leiden de hoofdoorzaak, maar NRC Handelsblad meldt dat de financieringsproblemen ook een rol spelen.[3]

In februari 2019 sluiten de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland een bestuursovereenkomst waarin wordt afgesproken om de benodigde investeringen in het project te steken. Vlak hiervoor brengt de Rekenkamer Rotterdam een negatief advies uit, omdat de risico’s niet duidelijk in kaart zouden zijn gebracht en men te veel vast zou zitten aan afspraken met Nuon. Bovendien stelt de rekenkamer dat de geplande duurzaamheidswinst zo’n 15-25 kiloton CO2 lager uitvalt en dat de duurzaamheidswinst volledig naar Leiden gaat, terwijl in Rotterdam de luchtkwaliteit juist zou kunnen verslechteren.[22]

In juni 2019 meldt de provincie Zuid-Holland dat het fonds nog geen beslissing heeft genomen over de investeringen, wat uitstel tot ten minste 2022 betekent. Gedeputeerde Weber moest in mei 2019 bovendien aftreden wegens het achterhouden van informatie over het project.[23] Wethouder Adriaan Visser moest eerder reeds aftreden wegens een andere kwestie en is in 2019 ook niet meer bij het project betrokken.

Door het uitstel en de garantstelling aan Nuon, zijn de gemeente en de provincie verantwoordelijk voor het oplossen van de warmtelevering in Leiden, waarvoor weer met de bestaande warmtebron, de E.ON-centrale Leiden van Uniper, wordt onderhandeld.[3] In augustus 2019 is de continuïteit van de warmtevoorziening in Leiden per 1 januari 2020 verzekerd, dankzij een schriftelijke garantie aan Uniper. Zonder deze garantie zou het energiebedrijf het benodigde voorbereidende onderhoud niet uitvoeren. De gemeente Leiden had kort hiervoor drie dringende brieven verstuurd aan Nuon, de ACM en het ministerie van EZK, omdat de tijd voor dit onderhoud begon te dringen.[24] Op 20 december 2019 wordt bekend dat Nuon (inmiddels Vattenfall) en Uniper een nieuw contract voor de warmtelevering hebben gesloten voor 6,5 jaar.[25] Men heeft zich echter aan Nuon verplicht dat de geleverde warmte per 2022 uit de haven komt, wanneer dit niet lukt draaien Rotterdam en Zuid-Holland op voor de schade.[26]

De Rekenkamer Rotterdam bracht op 1 oktober 2019 een rapport uit waarin het hevige kritiek uitte op de manier waarop het Rotterdamse college het Warmtebedrijf Rotterdam heeft aangestuurd. Het college zou te grote financiële risico's genomen hebben zonder de Rotterdamse gemeenteraad daar voldoende over te informeren. Er werden regelmatig beslissingen genomen of contracten gesloten met partijen zonder de raad daarvan op de hoogte te stellen. In het geval van de Leiding over Oost werden de juridische consequenties van de belofte aan Nuon om garant te staan voor de warmtelevering vanaf 2020 niet eens goed onderzocht, zo stelt de Rekenkamer.[27]

Naar aanleiding van de overname van de Leiding door het Midden door staatsbedrijf Gasunie, aangekondigd op 9 september 2019, ziet de gemeente Rotterdam een kans om het Rijk ook bij de Leiding over Oost te betrekken.[28] Minister Wiebes gaf aan Gasunie opdracht te hebben gegeven tot de overname, omdat het Rijk veel belang ziet in het realiseren van de Zuid-Hollandse Warmterotonde. Hoewel de Leiding over Oost hier net als Leiding door het Midden onderdeel van uitmaakt, lijkt het erop dat de businesscase van de Leiding over Oost echter zodanig onvoordelig is, dat een overname door het Rijk voorlopig niet aan de orde is. Daarmee is in oktober 2019 nog geen zekerheid over het voortbestaan van de Leiding over Oost en daarmee het Warmtebedrijf Rotterdam, dat in de tussentijd met periodieke financiële injecties overeind wordt gehouden.[26]

In november 2019 besluit de Rotterdamse gemeenteraad een raadsenquête in te stellen over het Warmtebedrijf Rotterdam.[29] Een van de conclusies is dat de gemeenteraad onjuist is geïnformeerd over de voortgang van het project Leiding over Oost.[30]

In december 2019 is nog geen beslissing genomen over het voortbestaan van het Warmtebedrijf Rotterdam en de Leiding over Oost, zodat de gemeente Rotterdam nogmaals €15 miljoen in het bedrijf stopt om liquiditeitsproblemen te voorkomen.[31]

In november 2020 wordt door de gemeente Rotterdam besloten om van de Leiding over Oost af te zien. De nieuwe benodigde investering is te hoog. In plaats daarvan zet men in op aansluiting bij het project Leiding door het Midden / Warmtelinq van Gasunie. Deze geplande leiding tussen Rotterdam en Den Haag kan via Rijswijk worden verlengd naar Leiden. Als ook dit plan geen doorgang vindt, dreigt een faillissement voor het Warmtebedrijf Rotterdam.[32][8]

In oktober 2021 wordt bekend gemaakt dat men geen deel zal nemen aan WarmtelinQ. De consequenties voor Warmtebedrijf Rotterdam zijn op dat moment nog niet duidelijk.[9]