Landschapsschilderkunst

artistiek thema
(Doorverwezen vanaf Landschap (beeldende kunst))
De Oogst, van Pieter Brueghel de Oude, 1565.
Heuvellandschap met rustend boerenvolk onder een eik, romantisch landschap van B.C. Koekkoek, 1843
Landschap bij Bologna, van Frans Koppelaar, 2001: Realistisch landschap naar de waarneming
Landschap bij San Jaume Llierca, Catalonië, Spanje, van Angenelle Thijssen, 2008: Lyrisch-expressionistische schildering van een landschap

Landschapsschilderkunst is een schildergenre waarin taferelen met onder meer bergen, valleien, vlakten, bomen, rivieren, zeeën en bossen het belangrijkste onderwerp vormen. De hemel is vrijwel altijd onderdeel van het kunstwerk en de weersgesteldheid is een aspect van de compositie. Sinds het begin van de vijftiende eeuw is landschapsschilderkunst een zelfstandig genre.

Achtergrond

bewerken

Uit de 1e eeuw zijn Romeinse fresco's van landschappen ter versiering van ruimtes bewaard gebleven in Pompeii en Herculaneum.

De Chinese traditionele landschapsschilderkunst, met name de shan shui, kwam in ontwikkeling tijdens de Tang-dynastie (618 - 906). Hierin worden nietige mensfiguurtjes gebruikt om de schaalverhouding weer te geven en de kijker als het ware uit te nodigen in het landschap rond te dwalen.

Het van het Nederlandse woord landschap afgeleide landscape is in de late 17e eeuw opgenomen in de Engelse taal, (het Duitse 'Landschaft is hieraan verwant).

In de vroege 15e eeuw ontstond in Europa de landschapsschilderkunst als apart genre, veelal als omgeving voor menselijke activiteit met een religieus onderwerp, zoals de Rust tijdens de vlucht naar Egypte, de Drie Koningen of Sint Hieronymus in de woestijn.

In de 17e eeuw werden in Nederland italianiserende landschappen populair, fantasielandschappen met een zuidelijke atmosfeer en heuvelachtig thema. Sommige schilders (italianisanten) hadden daarvoor een reis naar Italië gemaakt. Landschapsschilderijen werden vaak "gestoffeerd" met kleine menselijke figuren of dieren, soms door een andere schilder die daarin gespecialiseerd was.

Landschapsschilderkunst in de 19e eeuw

bewerken

Als voorloper van het impressionisme ontstond in Frankrijk rond 1830 de School van Barbizon, die zich toelegde op realistische landschappen naar waarneming of werkelijkheid. Zij schilderden bovendien en plein air; beschilderden het doek met olieverf in de vrije natuur, dit in tegenstelling tot het maken van schilderstukken in het atelier, dat tot dan toe gebruikelijk was. Het Parijse salon van 1824 waar onder meer doeken van John Constable te zien waren, heeft zeker een rol gespeeld. Ook dat verf in tubes beschikbaar werd vanaf 1841 en de mogelijkheid om het platteland per trein te bereiken gaf een verdere aanzet.

Het landschap en het hyperrealisme

bewerken

Landschap is ook in de hedendaagse schilderkunst een geliefd thema. Zowel in figuratieve als abstracte werken kan landschap het uitgangspunt zijn. De hyperrealisten geven een meer dan realistische blik op landschap, omdat alles even scherp in beeld is gebracht, vaak zonder emotie en met nadrukkelijke lichtval, soms nog gecombineerd met een magische of imaginaire sfeer (Carel Willink).

Expressionisten gebruiken als het ware het landschap om een emotie, een beleving door te geven door middel van een zekere vervorming van de werkelijkheid en het toepassen van niet realistisch kleurgebruik.

Het Duitse expressionisme met schilders als Kandinsky leeft voort in hedendaags lyrisch expressionistisch werk, geënt op landschapsbeleving.

Hoe hebben schilders ons wijsgemaakt dat kale akkers mooi zijn? - Universiteit van Nederland

Zie ook

bewerken
bewerken
Zie de categorie Landscape paintings van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.