Kees van Dongen

Nederlands kunstschilder (1877–1968)
Voor de Nederlandse motorcoureur, zie Cees van Dongen
Kees van Dongen
Kees van Dongen in 1938
Kees van Dongen in 1938
Persoonsgegevens
Volledige naam Cornelis Theodorus Maria van Dongen
Geboren 26 januari 1877
Overleden 28 mei 1968
Geboorteland Nederland
Nationaliteit Nederlandse, Franse (vanaf 1929)
Beroep(en) schilder
Oriënterende gegevens
Stijl(en) Fauvisme
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Op andere Wikimedia-projecten

Kees van Dongen in 1923
Kees van Dongen-tentoonstelling in Museum Boijmans Van Beuningen in 1967
Handtekening
Willem Verbon: reliëf ter ere van Van Dongen in Rotterdam-Delfshaven (1986)

Cornelis Theodorus Maria (Kees) van Dongen (Delfshaven, 26 januari 1877Monte Carlo, 28 mei 1968) was een in Nederland geboren kunstschilder, die een groot deel van zijn leven in Frankrijk heeft gewoond. Met zijn werk was hij de belangrijkste Nederlandse vertegenwoordiger van het fauvisme en een van de belangrijkste portretschilders van zijn tijd.[1]

Levensloop

bewerken

Van Dongen was het tweede van vier kinderen in een katholiek gezin afkomstig uit Noord-Brabant. Zijn vader Jan van Dongen werkte in een mouterij.[2] Kees van Dongen bracht zijn jeugd in Rotterdam door. Al vroeg werd zijn tekentalent ontdekt, maar geld om hem te laten studeren was er niet. Hij moest vanaf zijn veertiende zelf de kost verdienen. Hij volgde wel avondlessen aan de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen - de tegenwoordige Willem de Kooning Academie - van 1892 tot 1897, maar die bevielen hem niet. Hij betrok in Rotterdam een kamer boven het atelier van de schilder Martinus Schildt.

In 1897 vertrok hij voor een eerste keer naar Parijs. Tussen 1898 en 1899 keerde hij tijdelijk terug en vestigde zich in een atelier aan de Batavierenstraat te Rotterdam. Hierna vestigde hij zich opnieuw in Parijs en op 11 juni 1901 trouwde Van Dongen met Augusta (Guus) Preitinger, die hij nog kende van de Rotterdamse Academie. Het huwelijk vond plaats voor de kerk, hoewel van Dongen tegen dan uitgesproken atheïst was.[3] Ze kregen een dochter, Dolly. Hij voorzag in zijn onderhoud als huisschilder, sjouwer en als illustrator voor satirische tijdschriften. Vanaf 1903 begon hij naam te maken als schilder. In dat jaar werd een eerste werk van hem tentoongesteld. In 1904 werden werken van hem tentoongesteld bij de kunsthandelaar Ambroise Vollard en het volgende jaar bij Eugène Druet.[4] In 1905 verhuisde het jonge gezin naar de Bateau-Lavoir in Montmartre, waar het de vriendenkring rond Pablo Picasso en diens toenmalige vriendin Fernande Olivier leerde kennen. In 1907 verhuisde Van Dongen naar de rue Lamarck. Hij exposeerde bij Daniel-Henry Kahnweiler en bij de Galerie Bernheim-Jeune.[5] Dankzij zijn contract met die laatste galerij was Van Dongen verlost van financiële zorgen. Hij verhuisde in 1909 naar de rue Saulnier en kon buitenlandse reizen maken naar Nederland, Italië, Spanje, Marokko en Egypte.[6] In 1912 verhuisde hij zijn atelier naar Montparnasse, in de rue Denfert-Rochereau. Die wijk vormde het nieuwe culturele centrum van Parijs. Van Dongen werd een societyfiguur die druk bezochte feesten organiseerde. Dankzij tentoongesteld werk in het buitenland begon hij ook internationaal naam te maken.[7]

In 1916 maakte hij kennis met Léo Jasmy, commercieel directeur van het modehuis Jenny. Deze nieuwe relatie zorgde voor het einde van de relatie van Van Dongen met de Italiaanse markiezin Luisa Casati maar ook voor het huwelijk met Guus Preitinger. Zij verbleef gedurende de Eerste Wereldoorlog met haar dochter in Nederland terwijl hij in Parijs bleef.[8] In 1921 scheidden Van Dongen en Preitinger.

Na het aflopen van zijn zevenjarig contract met de Galerie Bernheim-Jeune besloot Van Dongen om voortaan buiten de kunsthandel zijn werk te verkopen. In 1920 hield hij een eerste verkoopexpostie in zijn nieuwe woning, de Villa Saïd waarheen hij in 1917 was verhuisd. In 1922 verhuisde hij met Jasmy naar een herenhuis in de rue Juliette-Lamber. Deze exposities groeiden uit tot societyevenementen. Rijke en bekende personen betaalden hoge bedragen om door Van Dongen te worden geportretteerd.[9] Hij trok veel op met de Japanse schilder Tsuguharu Foujita en de modeontwerper Paul Poiret.[10] In 1929 werden twee van zijn werken getoond in het Palais du Luxembourg. In hetzelfde jaar verkreeg hij het Franse staatsburgerschap.[11] De beurscrash van 1929 maakte een einde aan deze Dwaze Jaren. Van Dongen bleef een veelgevraagd portrettist maar de gouden jaren waren voorbij.[12] De relatie met Jasmy liep ook op haar einde, al bleven de twee voorlopig in hetzelfde huis wonen. Na de breuk kocht Van Dongen een villa buiten de stad in Garches en leefde een tijd samen met Alicia Alanova en Ariana Godeonov. In 1934 huurde hij een studio in de rue de Courcelles in Parijs om dichter bij zijn cliënteel te kunnen werken. In 1938 ontmoette hij Marie-Claire Huguen (1915-2017), met wie hij in 1940 een zoon kreeg, Jean-Marie. Hij huwde pas met Marie-Claire in 1953.[13]

In november 1941 reisde Van Dongen samen met andere Franse kunstenaars naar Duitsland op uitnodiging van de Duitse beeldhouwer Arno Breker. Tot een geplande ontmoeting met Adolf Hitler kwam het niet maar deze reis werd de aanwezigen erg aangerekend. Over zijn motieven om deel te nemen aan deze controversiële reis bleef Van Dongen altijd vaag. Het gevolg was wel dat Van Dongen na de oorlog een tijdlang werd geweerd van exposities.[14] Marie-Claire verhuisde naar Monte Carlo terwijl Van Dongen zijn tijd verdeelde tussen tussen Parijs, Monte Carlo (in de winter) en Deauville.[15] Van Dongen bezocht badstad Deauville voor het eerst in 1913 en gedurende vijftig jaar bracht hij hier meestal de zomermaanden door. Daarnaast bezocht hij regelmatig Cannes en Venetië.[16]

De terugvallende verkoop voor, tijdens en na de oorlog zorgde ervoor dat Van Dongen weer actief werd als illustrator. Het ging om illustraties bij werken van vooraanstaande schrijvers als Proust, Baudelaire, Colette, Anatole France en Kipling, maar ook om meer commerciële opdrachten, zoals affiches, menu's en een catalogus voor een wijnhuis.[17] Tegen het einde van de jaren 1940 begonnen de opdrachten voor portretten weer binnen te lopen. Een van zijn bekendste modellen was Brigitte Bardot, die hij twee keer portretteerde.[18]

In 1963 bezocht Van Dongen voor de laatste maal Deauville en in 1965 zegde hij de huur van zijn studio in de rue de Courcelles in Parijs op. Hij trok zich terug in Monte Carlo. Hij was te zwak om de publieke vieringen naar aanleiding van zijn negentigste verjaardag bij te wonen. Toen hij in 1968 in een kliniek in Monte Carlo overleed was hij 91 jaar oud.[19]

Werk en artistieke ontwikkeling

bewerken

Van Dongens geschilderd oeuvre is erg omvangrijk.[20]

Hij begon zijn werk te exposeren in Parijs, onder andere op de geruchtmakende tentoonstelling van 1905 in de Salon d'Automne met onder anderen Henri Matisse. De heldere kleuren waarvan deze groep kunstenaars zich bediende, leverde hun de bijnaam Les Fauves ('Wilde Beesten') op. Van Dongen was ook korte tijd lid van de Duitse expressionistische groep Die Brücke. Van de Fauves waren Van Dongen zelf, Henri Matisse, André Derain, Maurice de Vlaminck en Albert Marquet de leidende figuren. Kenmerkend voor zijn werk zijn de primitief aandoende vormen en de felle, ongemengde kleuren. Van Dongens fauvistische periode (ongeveer van 1906 tot 1913) wordt door velen gezien als zijn artistiek hoogtepunt.[21]

Van Dongen staat bekend om zijn vele schilderingen van het vrouwelijk naakt. Het schilderij Torse (1905) waarvoor zijn vrouw model stond, betekende het begin van een reeks uitdagende, sensuele werken.[22] Niet alleen zijn vrouw en Fernande Olivier poseerden voor hem, ook zijn minaressen Nini (een verkoopster uit de Folies Bergère) en Anita (een zigeunerin) poseerden voor naakten in gedurfde, wellustige poses.[23] Voor hem was de vrouw 'het mooiste landschap': de vrouw was zijn muze.

Later in zijn loopbaan (na 1918, in zijn mondaine periode) legde hij zich vooral toe op het schilderen van portretten van de Parijse society. De roerige jaren 1920 vormden Van Dongens topperiode op commercieel gebied.[24] De economische crisis had een negatieve invloed op de verkopen.[25]

De jaren 1939-1949 vormden een dieptepunt in de carrière van Van Dongen. Tijdens de oorlog schilderde hij weinig en hield hij zich voornamelijk bezig met zijn zoontje. De relatie met Marie-Claire was stormachtig en in 1944 verliet ze hem enige tijd, wat zijn productie helemaal deed stoppen. Bovendien verliep de verkoop van zijn werk veel minder vlot. Zijn reis naar Duitsland tijdens de oorlog werd de schilder kwalijk genomen en critici wezen op de mindere kwaliteit van sommige aangeboden schilderijen.[14]

Tussen 1953 en 1959 beleefde hij een laatste glorietijd als portrettist, al liep zijn productie geleidelijk aan terug. Van Dongen was toen al over zijn hoogtepunt. Zijn sociale en commerciële activiteiten gingen, zo oordelen de meeste deskundigen, ten koste van het artistieke niveau dat hij in zijn jonge jaren had gehaald. Door zijn teruglopende krachten werden zijn werken kleiner van formaat.[26]

Werk als illustrator

bewerken

Door het karikaturale aspect van zijn werk was Van Dongen een veelgevraagd illustrator. In zijn beginjaren gebeurde dit voornamelijk om den brode. Vooral na de Tweede Wereldoorlog was hij een veelgevraagd illustrator. In zijn tekeningen is het schematiserende, het decoratieve en het mondaine aspect van zijn schilderwerk terug te vinden.[25] Voor zijn illustraties hernam Van Dongen herhaaldelijk thema's van eerdere schilderijen.

Controverses

bewerken

Naast zijn reis naar nazi-Duitsland tijdens de oorlog zorgde ook het werk van Van Dongen zelf meermaals voor controverse.

In 1911 werden drie schilderijen met naakten verwijderd op bevel van het gemeentebestuur op een tentoonstelling in het Amsterdamse Suasso-museum. Tableau (De vrouw met de duiven), een frontaal naakt van zijn echtgenote Guus en van Dongens inzendig voor de Salon d'Automne van 1913, zorgde voor schandaal. Het doek, met het vrouwelijk geslacht als centraal punt van de compositie werd als aanstootgevend op politiebevel verwijderd.[27] Ook bij een tentoonstelling in het Van Abbemuseum in Eindhoven (1937) werden naakten verwijderd op bevel van het gemeentebestuur.[28] En bij de overzichtstentoonstelling in het Museum Boijmans in Rotterdam in 1949 werden twaalf werken verwijderd ter bescherming van de jeugd.[29]

In 1921 zorgde het portret dat Van Dongen schilderde van Anatole France voor opschudding. Men verweet hem dat hij de éminence grise van de Franse literatuur had weergegeven als een kindse grijsaard met een hoofd als een beschimmelde camembert. De rel ging pas liggen nadat France verklaarde dat hij Van Dongen erkentelijk was voor zijn karaktervolle portret. Deze affaire vergrootte uiteindelijk enkel de faam van de schilder.[30]

Erkenning

bewerken

In 1926 werd hem het Franse Legioen van Eer toegekend en in 1927 de Belgische Kroonorde.[24]

Bij een enquête van Het Leven naar de meest bekende Nederlanders eindigde Van Dongen in 1927 op de twaalfde plaats.[28]

Veilingrecords

bewerken

In februari 2008 werd het doek Ouled Naïl voor een recordprijs van 7,5 miljoen euro verkocht bij Christie's in Londen.[31]

La Gitane (De Zigeunerin) bracht op 1 februari 2010 ruim 8 miljoen euro op tijdens een veiling bij Christie's in Londen.[32] Les escarpins mauves (De paarse pumps) bracht 2,3 miljoen euro op.

Werken (selectie)

bewerken
  • Guus en Dolly, moeder en kind, 1904, olieverf op doek, 73 × 92 cm, privébezit
  • Le moulin de la Galette (La Matchiche), 1904, olieverf op doek, 65,5 × 54,4 cm, Musée d'art moderne de Troyes in Troyes[33]
  • Paarden, 1904, olieverf op doek, 46 × 55 cm, privébezit
  • Torso, 1905, olieverf op doek, 92 × 81 cm, privébezit
  • Portret van Fernando Olivier, 1905, olieverf op doek, 100 × 81 cm, privébezit
  • Anita met het groene hart, 1905, olieverf op doek, 100 × 81 cm, verzameling Placido Arango in Madrid
  • Anita - De mooie Fatima en haar groep, 1905-1907, olieverf op doek, 100 × 81 cm, verzameling Tabachnick, Canada
  • De kouseband, 1906, olieverf op doek, 73 × 92 cm, privébezit
  • Bois de Boulogne, circa 1906, olieverf op doek, 65 × 54 cm, privébezit
  • In het Bois de Boulogne, 1906, olieverf op doek, 92 × 60 cm, privébezit
  • Vrouw met grote hoed (Femme au grand chapeau), 1906, olieverf op doek, 100 × 81,2 cm, verzameling Tabachnick, Canada
  • Vrouw met hoed (Femme au chapeau), 1906, olieverf op doek, 92 × 73 cm, particuliere verzameling Samir Traboulsi
  • Vrouw met groen collier, 1906, olieverf op doek, 65,5 × 46 cm, Galerie H. Odermatt, Ph. Cazeau
  • De Huzaar (Liverpool Light House), 1907, olieverf op doek, 100 × 81 cm, Fridart Stichting
  • De Indische Danseres, 1907, olieverf op doek, 100 × 81 cm, privébezit Lausanne
  • Portret van Kahnweiler, 1907, olieverf op doek, 65 × 54 cm, Musée du Petit Palais in Genève
  • De rode danseres, 1907, olieverf op doek, 99,9 × 81 cm, Hermitage in Sint-Petersburg[34]
  • The spotted chimera, 1907, olieverf op linnen, 201 × 293,3 cm, Nouveau Musée National de Monaco in Monaco[35]
  • De worstelaarsters, (Les Lutteuses of Lutteuses de Tabarin), 1907-1908. olieverf op doek, 105,5 × 164 cm, Nouveau Musée National de Monaco in Monaco
  • Portret van een cabaret zangeres, circa 1908, olieverf op linnen, 54 × 44 cm, privébezit[36]
  • Modjesko, Soprano Singer, 1908 olieverf op doek, 100 × 81 cm, Museum of Modern Art in New York[37]
  • Vrouw met zwarte hoed, 1908, 100 × 81,5 cm, olieverf op doek, Hermitage in Sint-Petersburg[38]
  • Meisje met grote hoed (Girl with a big hat), 1908, olieverf op doek, 97 × 79 cm, particuliere verzameling
  • Anita als Oosterse danseres, 1908, olieverf op doek, 195 × 114 cm, privébezit Lausanne
  • De vrouw met de zwarte handschoenen (Lady with black gloves), 1908, olieverf op doek, 73 × 91 cm, Poesjkinmuseum in Moskou
  • Mika naakt op een divan, 1908, olieverf op doek, 54 × 65 cm, privébezit Lausanne
  • Fatimah Ismael uit Luxor, 1908, olieverf op doek, 55,5 × 46 cm, particuliere verzameling Monte Carlo
  • Recuerdo da Toledo, 1908, olieverf op doek, 101 × 101 cm, privébezit Lausanne
  • Kop van een zigeunerin, 1908, olieverf op doek, 55 × 46 cm, particuliere verzameling
  • Twee vrouwen aan de piano, circa 1908, olieverf op doek, 92 × 73 cm, particuliere verzameling
  • Interieur met gele deur, 1910, olieverf op doek, 100 × 65 cm, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • De paarse kouseband (La jarretière violette), 1910, olieverf op doek, 97 × 36,9 cm, verzameling Tabachnick, Canada
  • Guus in blauw (Guus en bleu), 1910, olieverf op doek, 130 × 97 cm, privébezit Lausanne
  • Oude clown, 1910, olieverf op doek, 66 × 55 cm, Stedelijk Museum Amsterdam in Amsterdam
  • Portret van Guus Preitinger, 1910, olieverf op doek, 146 × 114 cm, Van Goghmuseum[39]
  • Vinger aan de wang, (Le doigt sur la joue), 1910, olieverf op doek, 65 × 54 cm, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam[40]
  • Portret van Guus tegen rode achtergrond, 1910, olieverf op doek, 146 × 114 cm, Mr & Mrs Jeffrey J. Steiner in Londen
  • De sjaal uit Manilla, 1910-1911, olieverf op doek, 100 × 81 cm, particuliere verzameling
  • El Manton, Andalucia, 1910-1911, olieverf op doek, 173,5 × 103,5 cm, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • Portret van Ana, circa 1911, olieverf op doek, Museum Ludwig in Keulen
  • Lucie en haar partner, 1911, 130 × 96,6 cm, Hermitage in Sint-Petersburg[41]
  • Het pad der deugd (Le sentier de la vertu), 1913, olieverf op doek, 130 × 97 cm, privébezit Lausanne
  • De Spaanse sirene, circa 1912, olieverf op doek, 97 × 130 cm, privébezit Lausanne
  • Spaanse danseres, 1912, olieverf op doek, 150 × 93 cm, Centre Pompidou in Parijs
  • Schilderij of de Spaanse sjaal, 1913, olieverf op doek, 195 × 130 cm, Centre Pompidou in Parijs
  • Portret Antoni Cierplikowski, 1927 Amusement, 1914, olieverf op doek, 100 × 82 cm, Musée de Grenoble, Grenoble
  • Schaal met bloemen (Vasque fleurie), 1915-1917, olieverf op doek, 100 × 81 cm, Musée d'Art Moderne de la Ville de Paris in Parijs
  • De rust (La Quiétude), 1918, olieverf op doek, 114 × 146 cm, privébezit Lausanne
  • Le Coquelicot (The Corn Poppy), circa 1919, 54,4 × 45,5 cm, Museum of Fine Arts, Houston[42]
  • Portret van Charles Rappoport, circa 1920, olieverf op doek, 173 × 98 cm, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • Meisjesportret, circa 1920, olieverf op doek, 55 × 46 cm, Kunstmuseum Den Haag in Den Haag
  • De gondelier van Venetië, 1921, olieverf op doek, 92 × 73 cm, privébezit Lausanne
  • La Nuit ou La Lune Découpée,1922, Palais Princier, Monaco
  • Tango of Tango van de aartsengel, 1922-1935, olieverf op doek, 196 × 197 cm, Nouveau Musée National de Monaco[43]
  • Porte Dauphine, 1924-1925, olieverf op doek, 100 × 81 cm, privébezit Lausanne
  • Josephine Baker au bal nègre, 1925, waterverf 66 x 48  cm, Singer-museum Laren
  • De Sfinx, 1925, olieverf op doek, 146 × 113 cm, olieverf op doek, Musée d'Art Moderne de la Ville de Paris in Parijs
  • Jasmy Alvin, 1925, olieverf op doek, 195 × 131 cm, Centre Pompidou in Parijs
  • Dolly Sisters, 1925, olieverf op doek, 92 × 73 cm, particuliere verzameling Neuilly
  • Portret van Antoni Cierplikowski, 1927, Nationaal Museum van Warschau, Polen
  • De actrice Paulette Pax, 1928, olieverf op doek, 230 × 110 cm, Centre Pompidou in Parijs
  • De vrouw op de canapé (La femme au canape), 1930, olieverf op linnen, 89,2 × 116,8 cm, Musée des beaux-arts de Montréal, Montreal (Canada)
  • De Gravin de Noailles 1931, olieverf op doek, 197 × 132 cm, Stedelijk Museum in Amsterdam

Tentoonstellingen (selectie)

bewerken
  • 1905: Gemeenschappelijke tentoonstelling in de Salon d'Automne, waar het begrip fauvisme werd geïntroduceerd
  • Kees van Dongen in 1967 in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • De onbekende Van Dongen : vroege en fauvistische tekeningen 1895-1912, van 2 november 1996 t/m 5 januari 1997 in het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • Kees van Dongen (1877-1968): Elegante lijnen, van 7 december 2002 t/m 27 april 2003 in de Kunsthal Rotterdam in Rotterdam[44]
  • Kees Van Dongen (1877-1968) Retrospective, van 25 juni t/m 7 september 2008 in Monaco
  • Van Dongen Painting the Town Fauve, van 22 januari t/m 19 april 2009 in het Musée des beaux-arts de Montréal in Montreal[45]
  • Matisse tot Malevich Pioniers van de moderne kunst uit de Hermitage van 6 maart t/m 17 september 2010 in het Hermitage Amsterdam in Amsterdam[46] met onder andere de werken Vrouw met zwarte hoed en Lucie en haar partner.
  • 18.09.2010 – 23.01.2011: tentoonstelling De grote ogen van Kees van Dongen[47] in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam
  • Van Dongen, Fauve, Anarchist and Socialite van 25 maart t/m 27 juni 2011 in het Musée d'Art Moderne de la Ville de Paris in Parijs[48]
  • Tentoonstelling 'Kees van Dongen' in Singer Laren van 17 januari t/m 7 mei 2023. Tentoonstellingscatalogus: Anita Hopmans, 'Kees van Dongen - De weg naar succes', Zwolle, Waanders, 2023

Werk in openbare collecties

bewerken

Een selectie van musea waar werk van Van Dongen wordt tentoongesteld:

bewerken

Bronnen

bewerken

Referenties

bewerken
  1. Rudolf Engers p. 161
  2. Rudolf Engers p. 17
  3. Rudolf Engers p. 30
  4. Rudolf Engers p. 34-35
  5. Rudolf Engers p. 44-45
  6. Rudolf Engers p. 48-49
  7. Rudolf Engers p. 51-52
  8. Rudolf Engers p. 57-60
  9. Rudolf Engers p. 61-69
  10. Rudolf Engers p. 79-80
  11. Historici.nl: biografie van Dongen. Gearchiveerd op 19 mei 2011.
  12. Rudolf Engers p. 96-97
  13. Rudolf Engers p. 111-114
  14. a b Rudolf Engers p. 114-117
  15. Rudolf Engers p. 155
  16. Rudolf Engers p. 99
  17. Rudolf Engers p. 124-127
  18. Rudolf Engers p. 155-157
  19. Rudolf Engers p. 159-161
  20. Rudolf Engers p. 100
  21. Rudolf Engers p. 43
  22. Rudolf Engers p. 38-39
  23. Rudolf Engers p. 47
  24. a b Rudolf Engers p. 85
  25. a b Rudolf Engers p. 119
  26. Rudolf Engers p. 157-158
  27. Rudolf Engers p. 54-55
  28. a b Rudolf Engers p. 144-145
  29. Rudolf Engers p. 147
  30. Rudolf Engers p. 71-73
  31. Ouled Naïl bij Christie's. Gearchiveerd op 23 juni 2019.
  32. La Gitane[dode link]
  33. Le moulin de la Galette
  34. The red dancer en andere werken bij impressionistsgallery. Gearchiveerd op 1 mei 2023.
  35. The spotted chimera
  36. Portret van een cabaret zangeres
  37. Modjesko, Soprano Singer
  38. Lady in a Black hat[dode link]
  39. Portret van Guus Preitinger
  40. Vinger aan de wang
  41. Lucie en haar Partner[dode link]
  42. The Corn Poppy. Gearchiveerd op 28 juli 2014. Geraadpleegd op 23 juli 2014.
  43. Archive van Dongen bij arttattler.com
  44. Kees van Dongen (1877-1968): Elegante lijnen
  45. Van Dongen Painting the Town Fauve
  46. Matisse tot Malevich Pioniers van de moderne kunst uit de Hermitage. Gearchiveerd op 12 maart 2017. Geraadpleegd op 15 augustus 2023.
  47. Kees van Dongen
  48. Van Dongen, Fauve, Anarchist and Socialite
  49. Museum Boijmans Van Beuningen. "9 objecten gevonden"
Zie de categorie Kees van Dongen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.