Gerardus Andreas Martinus van Bommel

politicus
(Doorverwezen vanaf Gerardus van Bommel)

Gerardus Andreas Martinus van Bommel (Leiden, gedoopt 2 april 1770[1] - aldaar, 8 augustus 1832) was een politicus.

Gerardus Andreas Martinus van Bommel
Portret omstreeks 1810/1815 geschilderd door Charles Howard Hodges
Algemene informatie
Volledige naam Gerardus Andreas Martinus van Bommel
Geboren Leiden, gedoopt 2 april 1770[1]
Overleden Leiden, 8 augustus 1832
Partij onafhankelijk
Titulatuur jhr. mr.
Politieke functies
1795-1801 lid stadsbestuur van Leiden
1801-1804 lid Wetgevend Lichaam
1806-1808 lid stedelijke raad van Leiden
1808-1811 wethouder van Leiden
1811-1813 adjunct-maire van Leiden
1813-1814 lid provisioneel bestuur van Leiden
1814-1825 mede-burgemeester van Leiden
1814-1815 lid Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden
1814-1832 lid stedelijke raad van Leiden
1815-1817; 1819-1828 lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
1825-1832 wethouder van Leiden
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Leven en werk bewerken

Van Bommel, lid van de familie Van Bommel, werd in 1770 te Leiden geboren als zoon van de lakenkoopman Johannes Baptista Henricus Josephus van Bommel en Maria Agnes Josephina Vercamp. Hij studeerde rechten aan de Universiteit Leiden en promoveerde aldaar in 1792. In 1795 kwam hij als katholiek in het stadsbestuur van Leiden. In 1801 kreeg hij zitting in het Wetgevend Lichaam. Van 1807 tot 1810 was hij kamerheer van koning Lodewijk Napoleon. In 1811 werd hij adjunct-maire van Leiden. Daarna was hij lid van de provisionele stadsregering en medeburgemeester tot 1825. Vanaf 1825 tot zijn overlijden was hij wethouder van Leiden. Van 1814-1815 was hij lid van de nieuwe Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden. In de periode 1815-1828 maakte hij, met een onderbreking van twee jaar, deel uit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden.

Van Bommel trouwde op 3 oktober 1792 te Rijswijk met Cornelia Maria van der Kun. Na haar overlijden in 1796 trouwde hij op 24 juli 1804 te 's-Hertogenbosch met Ludovica Maria van Rijckevorsel. Na het overlijden van Ludovica in 1806 trouwde hij op 31 december 1807 te Rijswijk met Cornelia Maria Petronella van der Kun (een nicht, broersdochter, van zijn eerste vrouw), met wie hij 12 kinderen kreeg. In 1815 werd hij verheven in de adelstand met het predicaat jonkheer. Van Bommel was Ridder in de Orde van de Unie (1807), Ridder in de Orde van de Reünie (1812) en Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (1815). In Voorburg bezat hij de buitenplaats Rusthof, die hij in 1826 verkocht.

Van Bommel overleed in augustus 1832 op 62-jarige leeftijd in zijn woonplaats Leiden.