De cantautores en de Spaanse maatschappij Liederen in en over vrijheid

De maanden vóór Franco’s dood, de periode rond zijn overlijden en de daarop volgende jaren waren bewogen tijden vol donkere momenten en met slechts enkele lichtpuntjes, waar we pas een volledig inzicht in zullen krijgen als historisch gezien de nodig afstand is bereikt. In de veranderende samenleving gingen blijdschap en hoop hand in hand met de angst dat de krachten die tot dan toe dominant waren geweest, de overhand zouden krijgen. Tijdens die periode van hevige tegenstellingen, waarin op straat vrijwel gelijktijdig zowel aanslagen en politiegeweld aks vreugde-explosies plaatsvonden, kwamen de cantautores (singer-songwriters, van het Spaanse cantor, ‘zanger’ en autor, ‘schrijver’) uit hun besloten kring tevoorschijn, liepen ze mee in demonstraties en trokken ze stadions vol mensen. Ze hadden een verpletterend succes, omdat ze zich wisten te identificeren met de gevoelens van hoop en wantrouwen van een publiek dat voor het eerst met volle teugen van de ‘frisse wind’ van de vrijheid kon genieten. Een publiek dat ernaar streefde om zo ver mogelijk op de ingeslagen weg door te gaan, de aloude kloof tussen de ‘twee Spanjes’ die tot de Burgeroorlog had geleid te overbruggen en de erfenis te verzilveren van degenen die vroeger voor de vrijheid hadden gevochten. Een publiek dat echter ook behoefte had aan catharsis om de schuld van het recente verleden te verwerken. Kroniek van het leven van alledag Toen de omwenteling eenmaal een feit was, namen de politieke partijen het voortouw in dit proces. Maar naarmate de aanvankelijk nog kwetsbare democratie (denk aan de couppoging van Tejero)steviger maatschappelijk verankerd raakt, trekt de burgerbevolking zich helaas langzaam maar zeker terug uit haar engagement. In het kielzog daarvan beginnen ook de cantautores zich enigszins terug te trekken. Het dagelijks leven is niet langer vol heldendaden, mensen voelen zich geen onderdeel meer van een historische verandering en de realiteit is grijzer dan de rooskleurige verwachtingen uit de daaraan voorafgaande jaren. Dromen verliezen hun glans, vlaggen worden opgeborgen of verscheurd. Het zijn slechte tijden voor het heldendicht maar goede, ja goeden tijden voor het lied over het leven van alledag, dat een minutieus portret schetst van de het nieuwe toneel met nieuwe personages. De stad waar het om gaat is Madrid en de movida, de alternatieve beweging, kolkt en bruist in het stadshart. Er zijn twee liederen die de beide kanten van het stadsleven uit die tijd laten zien. Het eerste druk de positieve, bonte visie op dat moment van euforie uit. La Puerta de Alcalá (een monumentale poort in het centrum van Madrid) van de band Suburbano. Het andere nummer, Pongamos que hablo de Madrid (Laten we zeggen dat ik het over Madrid heb) van Joaquin Sabina, beschrijft de duistere kant van de stad: de drukte, het gebrek aan groen, de haast, de drugs. Het mooiste lied dat aan Madrid is gewijd is in feite een anti-Madrileense lofzang.

Een verdwaalde travestiet een ruziezoekende politieman roodgeverfde jaren metalen noppen in leer rebelse rockers relaxte moderne types dichters en geflipte figuren een frisse vrijheidswind Suburbano, La Puerta de Alcalá

Meisjes willen geen prinses meer zijn en jongens jagen tegenwoordig de zee na in een glas bier. Laten we zeggen dat ik het over Madrid heb. De zon is een butaankacheltje het leven een metro op het punt van vertrek er ligt een spuit op het toilet. Laten we zeggen dat ik het over Madrid heb. Joaquín Sabina, Pongamos que hablo de Madrid





Recent bezochte toprestaurants in Spanje Een lijstje met restaurants die een vooraanstaande plaats innemen binnen de Spaanse gastronomie. Een snelle blik op de ranking in de bekende gidsen. Voor elk wat wils: de traditionele keuken, de moderne keuken, de vergeten keuken… Restaurante Fornos (Ponferrada, León) Met zijn klassieke boerenkeuken uit de Bierzo-streek, vormt dit restaurant hét antwoord op fastfoodketens. Dit sympathieke initiatief verdient dan ook succes. Het zou geen slechte beurt voor de Spaanse keuken zijn als Fornos erin zou slagen om te concurreren met zalen als McDonald’s. Royale porties lekker eten. Dit restaurant behoudt zijn plaats op de ranglijst en we wensen het een nog hogere score toe. Zeer goede prijs-kwaliteitverhouding. Restaurante Rafa (Beaza, Jaén) Rafa is vanouds bekend om zijn traditionele gerechten. In zijn zaak in het edele Beaza heeft hij leden van het koninklijk huis en de Spaanse society mogen ontvangen. Het nobele streven om van olijfolie zijn paradepaardje te maken verdient alle lof. Maar Rafa moet goed beseffen dat een hoge plaats ook eisen stelt. Zij keuken doet wat vermoeid aan, zonder het enthousiasme van zijn leermeesters, de oprichters van dit restaurant. Hij daalt, terwijl wij hem graag zouden zien stijgen, want dat verdient hij. Restaurante La Mazmorra (Aranjuez, Madrird) Het bedienend personeel van La Mazmorra (‘de kerker) raakt een beetje de kluts kwijt als de zaak volloopt (en dat doet hij bijna altijd). Het interieur is aantrekkelijk maar doet geen recht aan het niveau van de keuken. De gerechten zijn zo tongstrelend dat je er elke tegenslag van zou vergeten. Van eenvoudige gebakken aardappeltjes tot de meest superieure en verfijnde smaken, trefzeker bedacht en uitgevoerd. Blijft gelijk, maar moet iets doen aan de ruimte en de (overigens attente en vriendelijke) bediening. Restaurante Camarote (‘de kajuit’, Madrid) Een uitgelezen plek, dicht bij het Auditorio Nacional, om stokvis bereid op alle mogelijke manieren te proeven. Dat neemt niet weg dat u in dit stokvisparadijs ook van een carpaccio als voorgerecht of een eersteklas vleesschotel kunt genieten. Eenvoudige en tegelijk verfijnde dessert. Alfredo Salaverri handhaaft zijn hoge score. Restaurante Doña Constanza (Santiago de Compostela) In één woord voortreffelijk. In Santiago begrijpen de taxichauffeurs niet waarom hun klanten niet gewoon een visrestaurantje kiezen, maar per se naar Doña Constanza willen. Dat komt omdat dit restaurant tot de top van de moderne cuisine behoort. Het beste kunt u kiezen uit de menúsde degustación (culinaire proeverijen) van de chef-kok en eigenaresse, doña Constanza Llorente. Ze stijgt in de ranking.



Bierdoppen Een heel simpel, maar erg leuk spel. Je hebt er alleen maar een paar bierdoppen voor nodig. Verder moet je met krijt een baan op de grond tekenen. Het gaat erom dat je dop de hele baan rondgaat; hij mag er nergens afraken. Je knipt hem weg met de nagel van je middelvinger. Gebruik je duim om goed te mikken en om kracht te zetten.

          Als iemands dop van de baan raakt, moet die speler opnieuw beginnen. Je mag jouw dop tegen die van een andere speler laten botsen om die van de baant e duwen, maar pas op: daarbij kun je ook jezelf van de baan schieten! De speler die het eerst bij de finish komt heeft gewonnen.	
        Vroeger beschilderden spelers hun doppen of ze zetten er tekentjes op om ze uit elkaar te kunnen houden. Soms vulden ze ze op met was om ze te maken. Dan lagen ze steviger op de baan en kwamen ze verder.



Zwarte scholen in Spanje: getto of goed voorbeeld?

Scholen met veel migranten willen specifieke onderwijskundige aanpak, maar kampen met geldgebrek.

      Verreweg de meeste migranten in de wijk Embajadores in Madrid kiezen voor hun kinderen de openbare basisschool Pardo Bazán. Door mond-tot-mondreclame weten ze allemaal dat die gemakkelijk kinderen van buitenlandse afkomst opneemt. Spaanse kinderen zijn er in de minderheid. De leerkrachten wijzen er echter op dat er onder de leerlingen geen tweedeling is tussen allochtoon en autochtoon en dat er gewerkt wordt vanuit een interculturele invalshoek. Hiermee wil de school laten zien dat het recht op gelijke behandeling en het recht op diversiteit heel goed samen kunnen gaan. Er is dan ook geen sprake van gettovorming, aldus het onderwijzend personeel.
     Veel ouders zien dat echter wel zo en staan huiverig tegenover het idee hun kind naar zo’n school te sturen. De directeur van het Pardo Bazán, Francisco Cabañas, heeft een simpel argument om te laten zien dat als ouders de school eenmaal kennen, ze wel degelijk bereid zijn over hun vooroordelen heen te stappen: bijna alle Spaanse kinderen op het Pardo Bazán hebben een broer of zus op school gehad. Goed voorbeeld doet dus volgen.
      De leerkrachten vinden dat ze erin geslaagd zijn een goed op de school toegesneden methode op te zetten. Ze zien echter ook dat hun school in vergelijking met andere scholen in het nadeel is. ‘Een school met veel allochtone kinderen zoals deze heeft niet alleen te maken met het wegwerken van leerachterstanden, maar moet ook nog eens sociale problemen oplossen’, verklaart de directeur. ‘Daarom hebben wij meer bijspijkerleerkrachten en meer maaltijdvergoedingen nodig dan andere scholen, maar we krijgen geen extra formatieplaatsen of subsidie.’