Gebruiker:Natuur12/Kladblok

Dit is het persoonlijke kladblok van Natuur12.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak


Er zitten verschillen tussen zeedijken en rivierdijken. Rivierdijken hebben in sommige gevallen een afdeklaag van zand zodat deze tevens gebruikt kan worden als weg. De statistieken gelden voor een dijk met grasbekleding. Een verschil tussen de twee soorten dijken is de hellingshoek van het binnentalud. Bij een rivierdijk is de verhouding 1:2.5 en bij een rivierdijk 1:3 wat zorgt voor een betere stabiliteit. Een zeedijk moet op grotere schaal dienst doen dan een rivierdijk. Een ander verschil is de golfoverslag die de dijken te verdragen krijgen. Een rivierdijk krijgt maximaal 10 l/s per strekkende meter aan overslag kunnen verdragen en een zeedijk krijgt minder golfoverslag zowel qua snelheid als volume van de golven te verdragen. [1]

Enkeerdgronden
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Orde Eerdgronden
Suborde Dikke eerdgronden
Groep Enkeerdgronden
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen


bodemtype
bodemsoort zwarte enkeerdgronden
orde eerdgronden
suborde dikke eerdgronden
groep enkeerdgronden
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

Verschil zeedijk en rivierdijk bewerken

Geschiedenis bewerken

In het oude Israël (Gebied tussen de Euphraat en de Tigres) werden dijken gebouwd om het smeltwater van de rivieren buiten de steden te houden. In de lente steeg het waterpeil door het smeltwater uit de bergen. De dijken bestonden uit lage aarde wallen. [2]

3000 jaar gelden is de landbouw in Egypte tot stand te komen. De landbouw vond plaats aan de delta's van de Nijl. De Egyptenaren gebruikte irrigatiesystemen voor landbouw. Dijken waren een onderdeel van het landbouwsysteem in Egypte en zijn gebouwd in de eerste dynastie. De dijken werd gebruikt om de basins waar het water voor de akkerbouw in werd opgeslagen van elkaar te scheiden. [3]

In het oude china werden dijken gebouwd om beschermt te zijn tegen overstromingen. In China heerste verschillende soorten klimaten en er konden spontaan overstromingen optreden. [4] De dijken werden langs de rivieren gebouwd om de akkers te beschermen. Een voorbeeld van een rivier waarlangs veel dijken zijn aangelegd is de Gele Rivier. De nationale overheid was verantwoordelijk voor het dijkonderhoud en niet de burgers zelf. [5]

De Azteken leefde in Mexico tussen 1200 en 1521 in het huidige Mexico. In de Vally of Mexcico lagen twee zoet water meren wat gebruikt werd voor de landbouw. Om te zorgen dat het water in de meren niet besmet raakte door zout water werden dijken gebouwd. Dankzij de dijken konden de meren geschikt blijven voor de landbouw. De dijken maakte onderdeel uit het irrigatiesysteem wat gebruikt werd voor de landbouw. Naast dijken bouwde de Azteken ook aquaducten om het water naar de akkers te transporteren. [6]

dijkversterking bewerken

Door de golven die tegen dijken aanslaan treed er erosie op. Door erosie kan een dijk instabiel worden en kan er verzakking optreden. Tevens kan de afdeklaag kapot gaan door toedoen van erosie.De eerste tekenen van erosie komen toevallig. Golfslag al dan niet gemengd met sediment en puin slaat te hard op de dijkbekleding waardoor deze scheurt. Er ontstaat een driehoekig gat. De grootte van dit gat hangt af van de belasting van de golven die op de dijk slaan. Dit gat is de aanzet tot verdere erosie. Infiltratie wordt zo makkelijker. Bij erosie ondervind de dijk als eerst schade aan de afdeklaag, vervolgens ontstaat er een poel met water. Deze poel met water kan voor verdere ondermijning van de dijk zorgen doormiddel van infiltratie. De volgende stap is dat de kruin verlaagd wordt waardoor er meer golfoverslag optreed. In de laatste fase kan de dijk zijn functie niet meer vervullen. De dijk is dan volledig doorgebroken.

De eerste plek waar erosie ontstaat valt in veel gevallen samen met de plek waar de impact van de golven het grootst is. Met behulp van een formule kan men beredeneren waar als eerst erosie op een dijk opstreed.

Dklap is de diept waar de golf het eerste neerkomt onder de gemiddelde waterspiegel. Hs is de hoogte die de golf heeft wanneer de teen (onderste deel buitentalud) geraakt wordt. α is de hellingshoek van het talud van de dijk. Sop is de snelheid van de golf.

Dijken kunnen versterkt worden met behulp van een damwand. De damwand zorgt ervoor dat de dijk meer waterdicht wordt. Een damwand wordt in sommige gevallen in combinatie met een afdichtsysteem geplaatst. De damwand zorgt tevens dat de dijk stabieler is. Het buitentalud en de kruin worden stabieler wat als gevolg heeft dat de grondwaterstand in de dijk daalt waardoor het binnentalud steviger wordt. Damwanden worden in sommige gevallen gebruikt om te zorgen dat een dijk verhoogd kan worden en een damwand kan dienen als stabilisator wanneer er werkzaamheden in de nabije omgeving plaats vinden. Archelor RSP, stalen damwanden bij hoogwaterkeringen en kanaaldijken

Natuurwaarde van dijken bewerken

Dijken kunnen naast een technische functie ook een ecologische functie hebben. Flora heeft specifieke standplaatsfactoren. Er is ook flora die daardoor goed op dijken kan groeien. Doordat de vochtigheid van de bodem op een dijk varieert is eer een grote biodiversiteit wanneer een dijk ecologisch beheerd wordt. Door de helling van dijken kan er een microklimaat ontstaan waardoor warmt minnende soorten zich er kunnen vestigen. Een microklimaat op dijken wat gunstig is voor de biodiversiteit ontstaat ook wanneer er bomen op een dijk geplant worden. [7]

Dijken kunnen gebruikt worden als onderdeel van een ecologische hoofdstructuur. Ecologische hoofdstructuren komen in heel Europa voor. Dijken kunnen dan als corridor dienen voor fauna. Dijken worden alleen binnen Europa gebruikt als verbindingszone. [8]

Verschillende soorten dijken bewerken

Er zijn meerdere soorten dijken. Elk soort dijk heeft andere voor- en nadelen. Niet elke dijk heeft dan ook dezelfde functie. Enkele verschillende dijksoorten die in gebruikt worden zijn:

  • Zeedijk: Deze bestaat uit een kern van zand of klei en dient bescherming te bieden tegen zeewater. Zeedijken moeten veel druk kunnen weerstaan en de regio's waar zeedijken geplaatst worden hebben vaak een groot overstromingsrisico/
  • Rivierdijk: Rivierdijken bieden bescherming tegen rivierwater.
  • Veendijk: Een veendijk is een rivierdijk met een kern die bestaat uit veen. Veendijken zijn gevoelig voor verdroging.
  • Wierdijk: Dit zijn rivier- of zeedijken die bestaan uit zeegras wat tot de zeewieren behoort. Het zeegras is gedroogd en samengeperst. Wierdijken hebben als voordeel dat deze goed bestand zijn tegen stormen.
  • Winterdijk/banddijk: Een winterdijk is een rivierdijk die die bij hoge afvoeren overstroming van omliggende gebieden voorkomt en de rivier in het stroomprofiel houdt.

zomerdijk:Een zomerdijk is de dijk langs een rivier die bij lage afvoeren de rivier in het stroomprofiel houdt, hierbij geholpen door kribben.

Wanneer welke dijk gebruikt wordt hangt af van de functie die de dijk moet vervullen en van van de omgeving. In Nederland worden veendijken toegepast terwijl dat wereldwijd lang niet overal gebeurt omdat er niet overal veengronden voorkomen.

Dijken in Brits-Colombia bewerken

In Brits-Columbia wijkt de definitie van dijk af. Volgens de dike maintaince act valt alles wat gebruikt wordt ter voorkoming van overstromingen onder de categorie dijk, dus ook dammen, sluizen, afvoerpijpen en constructies voor drainage. In Canada is de gouverneur van een district verantwoordlelijk voor het onderhoud en de aanleg van dijken. Een uitzondering hierop zijn dijken die in privaat bezit zijn, de eigenaar is dan verantwoordelijk voor het dijkonderhoud. De dijken worden geïnspecteerd door een dijkinspecteur. De dijkinspecteur kan aanwijzingen geven aan de dijkbeheerder/eigenaar dat de dijk gerepareerd moet worden. [9]

Invloeden op de natuur bewerken

Dijken zijn van invloed op het bodemleven onder andere door het hoge vochtgehalte van de dijken en de kwelstromen. Daarnaast varieert de samenstelling van de grond die onderdeel uitmaakt van het dijklichaam met het plaatselijke bodemtype. Langs de rivier Wisconsin is er onderzoek gedaan naar de bodemsamenstelling van stukken rivier met een dijk en stukken rivier zonder dijk. De + staat voor hoogste concentratie, 0 voor de waarde die ertussenin zit en - voor de laagste waarde. Bij = zijn de waarde gelijk.

Factor Grond binnen de dijk grond buiten de dijk gebied dijk
Kalium-ionen - + 0
calcium-ion + 0 -
magnesium-ion 0 - +
stikstof-ion = + =
Ph = - =
Organisch materiaal - + 0
Vochtgehalte = + =

De verandering in de bodemsamenstelling zorgt voor meer bodemactiviteit en voor de meeste soorten een hogere concentratie aan microben. De hoeveelheid microben in de dijk is hoger dan het gebied rondom de dijk. De concentraties microben ligt het merendeel van de soorten het laagst niet niet omdijkte gebieden. [10]

Geclaimde interwiki's bewerken

Mecklenburg-Strelitz
Mecklenburg-Schwerin



Waddeneilanden bewerken

Norderney bewerken

Flora en fauna bewerken

 
De wegedoorn is een plant die veel voorkomt op Norderney

Norderney bestaat niet zoals de andere eilanden uit een vaste ondergrond, het eiland is ontstaan door zand afgezet door de Waddenzee. Dit had als gevolg dat de bodem onvruchtbaar was en er weinig vegetatie groeide op een aantal pionierssoorten na. Doordat de wind het zand deed opstuiven is er een duinenrij ontstaan waar de eerste planten begonnen te groeien. Door de vorming van deze duinen zijn verschillende habitats ontstaan waar verschillende soorten flora en fauna zich kunnen handhaven. Op het eiland komen grijze, witte en bruine duinen voor. Eveneens komen er duinvalleien voor op het eiland.

De voorste duinenrij is belangrijk voor de kustverdediging van het eiland. Om die reden is de duinenrij versterkt doormiddel van houten constructies om de veiligheid te kunnen waarborgen. Deze duinenrij is de jongste en bestaat uit zand wat gewassen is door het zoute zeewater. Het gebied overstroomd regelmatig met zeewater waardoor er vooral zoutminnende planten voorkomen zoals planten van de geslachten Elymusen Cakile . Zonder het zouten zeewater blijven er door de successie de zandhaver (Leymus arenarius) en helm (Ammophila arenaria) over. Het helmgras beschermt de duinen tegen erosie.

Verder landinwaarts liggen de grijze duinen waar de bodem bedekt is met een dikkere humuslaag en de begroeiing dichter op elkaar staat. Deze vegetatie bestaat voornamelijk uit duindoorn (Hippophae rhamnoides) en de kruipwilg (Salix repens). Daarnaast groeien er diverse grassen en korstmossen op de grijze duinen. In de duinvalleien, die centraal op het eiland liggen groeien ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia), wolfspoot (Lycopus europaeus), de koningsvaren (Osmunda regalis), het hondsviooltje (Viola canina). De struiklaag bestaat voornamelijk uit bessenstruiken.

In de zoutere gedeelte groeit voornamelijk zeekraal en gewoon kweldergras (Puccinellia maritima). De zeekraal is in het verleden gebruikt voor landwinning omdat de wortels zorgen voor extra opname van stikstof in de bodem. Dit land wordt gebruikt voor het fokken van galloway runderen enpaarden nadat er een ringdijk omheen is aangelegd. De recent ontwaterde gedeelte worden echter niet gebruikt omdat het zoutgehalte in de bodem te hoog is. Op Norderney zijn in totaal 500 soorten planten aanwezig. Dadat men in de achtiende eeuw is begonnen met de aanplant van bossen. Vandaag de dag is er 50 hectare bos aanwezig op het eiland. Het westelijke deel van het eiland bestaat voornamelijk uit dennenbossen terwijl het oostelijk deel van het eiland voornamelijk bestaat uit de soorten van de geslachten els (Alnus) en populier (Populus).

 
Grijze zeehonden aan de noordkant van het eiland

De fauna op Norderney bestaat voornamelijk uit vogels, in totaal 95 verschillende soorten. Tijdens de vogeltrek rusten er grote getale trekvogels op het eiland. De schorren en dijken worden door de grauwe gans gebruikt als foerageergebied. De vogels halen hun voedsel voornamelijk uit de Waddenzee en gebruiken het eiland als broedgebied. De grauwe gans verblijft voornamelijk op de schorren nabij de dijken. De meest voorkomende soorten op het eiland zijn de kokmeeuw en de zilvermeeuw die goed zijn voor ongeveer 1200 broedparen. In hetzelfde habitat komen tevens merels, mussen en diverse soorten eenden voor. Nabij de steden komen vooral veel kraaien voor. In het oostelijke deel van Norderney komen vooral vogels voor zoals de kiviet, de kanoet, bergeend, scholekster en vogels uit de familie van strandlopers en snippen (Scolopacidae). Verder komen op het eiland de tureluur, witoogeend, noordse stern, de goudplevier, de tapuit en de roerdomp voor. Deze soorten foerageren in de wetlands aanwezig op het eiland. Verder komen er roofvogels voor zoals de havik, bruine- en blauwe kiekendief en diverse soorten uilen. Over het gehele eiland komen fazanten voor. Op het eiland leven herten en konijnen die in 1620 introduceert zijn voor de jacht. Deze soorten hebben geen natuurlijke vijanden op het eiland waardoor tot heden en dage de populatie in stand gehouden moet worden doormiddel van jacht. Een andere methode die wordt gebruikt is het kort maaien van de weilanden zodat de herten en konijnen niet voldoende voedsel hebben waardoor deze dood gaan. Nabij het eiland komen zowel de grijze al de gewone zeehond voor. De zeehondenpopulaties zijn in 1980 getroffen door een ziekte. Inmiddels heeft de populatie zich weer hersteld.

Rond en op het eiland komen meerdere soorten vissen en geleedpotigen voor waarvan ongeveer 70 soorten inheems zijn. De meest vissen komen uit de familie van de grondels (Gobiidae) en uit de familie van de platvissen (Pleuronectiformes). Er komen krabben, de noordzeegarnaal, zeesterren, oesters en mosselen voor. Daarnaast komen er nog diverse minder voorkomende schaaldieren voor. Er komen ook diverse soorten pieren voor waarvan de bekendste de zeepier is.

Nationaal Park Waddenzee bewerken

Norderney maakt onderdeel uit van het Duitse Nationaal Park Waddenzee want sinds 2009 deel uitmaakt van de UNESCO wereld erfgoed lijst. Het park stekt zich uit van de zeearm Eems in Nederland tot aan de Oost-Friese Waddeneilanden gelegen nabij de Jadeboezem en de rivier de Elbe. Het park wordt sinds 1991 beheerd vanuit een kantoor gestationeerd op Norderney. Het bezoekerscentrum van het nationaal park op Norderney heeft een tentoonstelling met als onderwerp het leven in de Noordzee en in de Waddenzee. Het eiland telt meerdere paden waarvan sommige uit educatieve routes bestaan. Vroeger werden deze paden gebruikt voor de smokkel. Bij een stijging van het waterpeil van meer dan 70 centimeter wordt de duin-Hellerweg onbereikbaar omdat deze overstroomd.

Geheel Norderney is onderdeel van het nationale park met uitzondering van het vliegveld en de infrastructuur, die zijn geexclaveerd. Het eiland is onderverdeeld in drie milieuzones die alle drie een andere beschermstatus genieten. Zone III omvat de westelijk- en noordelijk gelegen stranden, het noordelijk deel van het eiland de witte duinen, het naturalistenstrand, en de duinovergang ten noorde van de Osthellerparkplatzes. Beschermingszone II omvat het oude havengebied en de op het eiland gelegen golfbaan. De overige delen van het eiland behoren tot zone I.

Sinds 1961 zijn er instandhoudingsdoelen voor de wateren en de weidevogelpopulatie in de Südstrandpolders op het eiland. Deze polder is het oudste natuurreservaat van het eiland. In 1986 golden de doelen voor de rest van het eiland. Tijdens de tweede wereldoorlog (1940-1941) is een deel ter grootte van 140 hectare omdijkt voor de bouw van een militair vliegveld. Na de tweede wereldoorlog werd er nauwelijks aan natuurbeheer gedaan op het eiland waardoor successie vrij spel had. In 1987/1988 is er begonnen met het omdraaien van de sucessie en het herstellen van de moerasvegetatie op het eiland. Delen van het eiland zijn in het kader van de verstoring en verontrusting van de natuur afgesloten voor het publiek.

Kustverdediging bewerken

De kust van Norderney staat onder invloed van het getij wat in de tijden van de eerste bewoning al een probleem was met de kustverdediging. In de achttiende eeuw was er een brede duingordel aanwezig waarachter de huizen werden gebouwd zodat deze beschut stonden tegen de wind. Net zoals alle andere Waddeneilanden loopt Norderney langzaam richting het oosten door toedoen van het getij. Tussen 1650 en 19060 is het eiland zes kilometer naar het oosten gelopen. Tussen Norderney en Juist ligt een zeegat met een diepte van 20 meter. Dit gat zorgt vier maal per dag voor een sterke getijdenstroming, zowel bij eb als bij vloed. Tijdens het getij wordt er 192 miljoen kubieke meter water verplaatst. Het westelijke deel van het eiland heeft echter een fundament van klei en leem wat de bodem stevigheid geeft. Dit zorgt ervoor dat de getijdestromen van het zeegat een bodemdaling op de stranden op het westelijk deel van het eiland veroorzaakt. Het strand zal op een gegeven moment wegzinken in de zee. In de negentiende eeuw leidde een verandering aan de zandtoevoer tot een verhoging van het zand en het verdwijnen van de nabijgelegen zeereep. Om de kusterosie tegen te gaan zijn er waterkeringen aangelegd. De laatste golfbreker werd in 1953 voltooid.