Gebruiker:Menke/artikelen

Adelijke tak Verspijck:

  • Jonkheer Gustave Marie Verspyck (1897 - 1980) was een Nederlands medicus, directeur van het Rode Kruis. Verspijck was van 1946 tot 1962 directeur van het Rode Kruis
  • Jonkheer Friedrich Rudolph August Verspijck (1873 - 1940)
  • Jonkheer Rudolph Hubert Marie Verspijck (1869-1949); slaagde in juni 1889 voor zijn gymnasiumopleiding

Hier kan ik niets mee beginnen als lemma:

  • Jonkvrouw Gustavine Marie Verspijck (1861- 6 juli 1935) (getrouwd met William Marie Eugène baron Taets van Amerongen (* - 30 januari 1936)
  • Jonkvrouw Elise Verspijck (1870-1849)
  • jonkvrouw Johanna Wilhelmina Christina Verspyck (1883 - Den Haag 11 februari 1911) (getrouwd met Johan Lodewijk von Leschen)
    • Henri Gustave Verspijck (2 december 1934 - 11 december 2006)

Geertruida Wendela Menu (* - 16 januari 1914) (echtgenote van G.M. Verspyck);


Niet-adelijke tak Verspijck: Als lemma:

  • F.R. Verspijck ( 1873 - Den Haag, december 1940). Kolonel der artillerie. Maakte in het leger als luitenant-kolonel in het Oostenrijkse leger de Oostenrijkse oorlog mee; schreef een artikel over het nut van de cavalerie. Zijn artikel handelde over de oorlogsgruwelen en hij zette hierin uiteen hoe vele gevallen slechts vergelding of lijfsbehoud betroffen. Aan veel wat de troepen in de schoenen werd geschoven hadden ze part noch deel gehad en was de burgerbevolking de schuldige geweest. De Oostenrijkse ophelderende cavalerie voor welke de grenskozakken teruggingen betrapten bijvoorbeeld op verschillende plaatsen de landsbevolking op plundering en brandstichting van de landhuizen en kastelen, wat dan op rekening van de kozak werd geschoven. Na de inval van de Russen over de Karpaten (kolonel generaal-baron Pflanzer-Baltin) tal van huizen van vermogende lieden leefgeroofd en gedeeltelijk door brand verwoest; vroeg men dan iets, dan luidde het vaste antwoord: Ik heb niets, de Russen hebben alles. Hij gaf op 16 december 1924 een lezing voor de leden van de Vereniging Nederland-Oostenrijk over Das neue Östenreich, der Erbe des alten! hij was in 1890 luitenant-kolonel bij de grenadiers en jagers, belast met het commando over het vierde bataljon. Hij was in december 1887 majoor van het zevende regiment infanterie en lid van de garnizoensvoedingscommissie. Hij was in 1885 kapitein en voorzitter van de Nederlandse coöperatieve afdeling ten behoeve van de land- en de zeemacht.
  • H.D.R. Verspijck (? - ?); majoor titulair der veldartillerie, lid van de Krijgsraad te Den Haag. Er werd op 7 november 1921 een bomaanslag op hem gepleegd te Den Haag door anarchisten. De zaak had vooral te maken met de zaak Groenendaal, de dienstweigeraar annex hongerstaker, die korte tijd tevoren voor de krijgsraad terecht had gestaan. Een van de verdachten zei dat het huis van Verspijck was gekozen omdat deze een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de bourgousie was. [1] Op de vraag van de rechtbank of het leven van Verspijck ook in het geding was geweest antwoordde een der beklaagden dat het hem persoonlijk heel weinig had kunnen schelen of Verspijck een slachtoffer zou zijn geworden. In 1923 werd aan hem een tegemoetkoming in de kosten gedaan van 1.500 gulden. Had in juni 1922 zitting in een commissie die moest nagaan in hoeverre het vereiste aantal remontepaarden in Nederland zou kunnen worden aangekocht. Hij was in 1920 kapitein der artillerie en lid van een commissie ter keuring van paarden. Hij werd in november 1920 benoemd tot lid van de krijgsraad (van 1 januari 1921 tot 1 januari 1922). Werd in juni 1923 (dan van het tweede regiment veldartillerie) belast met het bevel over de treinafdeling der IVde artillerie-brigade te Utrecht. Hij werd in 1912 bij het derde regiment vestingartillerie in activiteit hersteld en verplaatst naar het tweede regiment veldartillerie te Den Haag. Hij was in 1902 eerste luitenant.

Niet geschikt als lemma A.J.L. Verspyck was een gezagvoerder van de sleepboot op de Donau Panonia, toebehorend aan de Oostenrijkse Donau-Stoomboot-Maatschappij; hij werd door de Sultan van Turkije benoemd tot ridder in de Orde van Mejidie vijfde klasse en daardoor verheven in de Turkse adelstand. De onderscheiding werd hem toegekend als bewijs van tevredenheid voor de wijze waarop hij de Circassische verhuizers naar hun bestemming had vervoerd.

  • G.M. Verspijck (? - ?) benoemd bij Koninklijk Besluit van 12 november 1926 benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, bij het wapen der infanterie, bij het dan tegenwoordige korps, tot reserve eerste luitenant (hij was reserve tweede luitenant).
  • R.J.M. Verspijck (? - ?) benoemd bij Koninklijk Besluit van 12 november 1926 benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, bij het wapen der infanterie, bij het dan tegenwoordige korps, tot reserve eerste luitenant (hij was reserve tweede luitenant).
  • A. Verspijck (? - 1783), notaris
  • August Joseph Marie Verspijck (? - 29 juni 1940) was een hoofdinspecteur der Nederlandse Spoorwegen. Begraven op Westerveld. Hij werd op 1 maart 1924 benoemd tot inspecteur tweede klasse bij de wagenverdeling en wagencontrole. Hij was toen adjunct-inspecteur. Hij werd op 26 oktober 1926 bevorderd tot afdelingschef tweede klasse te Utrecht; hij was toen inspecteur. Hij werd gerekend vanaf 15 augustus 1914 benoemd tot reserve-eerste luitenant; hij was toen gepensioneerd eerste luitenant der infanterie. Hij was op 11 maart 1904 eerste luitenant van het vijfde bataljon achtste regiment infanterie, gedatacheerd te Arnhem met garnizoen in Utrecht. Oud-officier der infanterie, Hoofdinspecteur Nederlandse Spoorwegen en officier in de Orde van Oranje Nassau. Begraven op Westerveld.
  • H. Verspijck. Rijkslid. Hij verkreeg op op 1 april 1907 eervol ontslag als eerste luitenant onder toekenning van pensioen.
  • F.R.A. Verspijck (1866 - 4 december 1940)
  • C.M.L. Verspijck (vrouw) (? - ?) (afgestudeerd in de Duitse talen, 14 augustus 1934)
  • Dr.G.E.H. Verspijck (? - ?) geneeskundig adviseur
  • Mr Th.H.M. Verspijck (? - ?) deed op 30 april 1923 geslaagd doctoraal examen rechten.
  • Eduard Rudolf John Gerard Verspijck (1895 - 13 mei 1928); eerste luitenant der huzaren (gecremeerd te Westerveld). Woonachtig op kasteel Oud Wassenaer. was in mei 1925 eerste luitenant bij het eerste halve regiment huzaren en werd toen overgeplaatst bij de rijschool. Hij bleef te Amsterdam in garnizoen. Werd op 6 augustus 1912 aangenomen bij de St. Ct. voor de dienst hier te lande. Volgde de Koninklijke Militaire Academie.
  • Mr. R.J.M. Verspijck (? - ?). Slaagde op 30 juni 1921 voor zijn doctoraal rechten.
  • Verspijck (? - ?); commissaris van het effectenkantoor van Nesterejen van Meeteren; hij was oud-firmant van Dunlop & Kolff te Semarang
  • Mr. W.A.G. Verspijck (? - ?); slaagde op 1 februari 1921 voor zijn kandidaatsexamen rechten in Leiden.
  • A.D.Fr. Verspijck (? - ?); schreef in april 1926 in het Cavalerie-Tijdschrift een Duitse bijdrage over discipline.
  • D.A.C. Verspijck (? - ?), op 31 januari 1902 benoemd tot makelaar en door de Raad van Justitie beëdigd; op 6 juli 1893 eervol ontslagen als klerk bij de Algemene Rekenkamer.


  • A.M.A. Verspijck deed in 1884 akte-examen voor het lager onderwijs.