In de late Middeleeuwen (1270-1500) droegen burgelijke mannen vaak een braies, de voorloper van de broek. Daarnaast droegen zij als ook een overkleed en een mantel. De braies was in feite een stoffen lap die tussen de benen werd geslagen en door een ceintuur omhoog werd gehouden. De stof was meestal van linnen in een ecru kleur maar kon ook van fijngeweven wol zijn voor koudere perioden.