Gebruiker:MackyBeth/Kladblok/NL

Nederlandse literatuur van de 21ste eeuw wordt gekenmerkt door een hoog aantal literaire publicaties in een tijd van grote ontlezing en een opvallend groter aandeel van vrouwelijke schrijvers, al zijn de meest productieve schrijvers uit deze periode vooralsnog mannen. Ook de grootste bestsellers worden nog steeds door mannen geschreven. Veel jonge auteurs manifesteren zich ook in andere cultuuruitingen als muziek en film, en lijken dus nog niet echt voor de literatuur gekozen te hebben. Volgens literatuurcriticus Jeroen Vullings is er in wezen dan ook sprake van een klein, maar sterk groepje echte literaire talenten.

Gezichtsbepalende auteurs die in de twintigste eeuw debuteerden zijn A.F.Th. van der Heijden, Arnon Grunberg en Dimitri Verhulst. Volgens het opinieweekblad De Groene Amsterdammer waren de twee belangrijkste Nederlandse romans uit het eerste decennium van de eeuw Grunbergs Tirza uit 2006 en Van der Heijdens Het schervengericht uit 2007. Grote bestsellers uit dit tijdvak zijn Komt een vrouw bij de dokter, Het diner, Bonita Avenue en Tonio. Een requiemroman. Naast deze al bij de eeuwwisseling gevestigde namen zijn er een groot aantal relatief jonge auteurs die in de 21ste eeuw gedebuteerd zijn. Enkele voorlopige pogingen om dit prille literair landschap in kaart te brengen zijn de in 2014 verschenen bloemlezing van dichter en programmamaker Wim Brands en de in 2017 gepubliceerde Jonge Schrijvers Gids van het maandblad Vrij Nederland.

Ontlezing en belangstelling voor literatuur bewerken

Het aantal lezers neemt in de 21ste eeuw sterk af. De ontlezing lijkt in een stroomversnelling te zijn geraakt. In 2017 publiceerde het Sociaal en Cultureel Planbureau de resultaten van een onderzoek naar de ontwikkeling van de leesgewoonten in het tijdvak 2006-2016. Het rapport, Lees:tijd getiteld, laat een sterke afname zien: las in 2006 nog 90% van de Nederlanders minimaal 10 minuten per week, tien jaar later was dit percentage teruggelopen naar 72%. Met name de generaties onder de 35 lezen minder dan vroeger. Het lezen wordt steeds meer verdrongen door andere bezigheden, maar het lezen van papier ondervindt weinig verdringing door het lezen van een beeldscherm.[1]

Daar komt bij dat de belangstelling van het lezerspubliek vertoont in de 21ste eeuw een verschuiving naar niet-literaire genres zoals thrillers en levensbeschrijvingen van voetballers en andere beroemdheden. Literaire werken staan minder vaak in de boeken-top-tienen genoteerd dan voorheen het geval was.

De sterke toename van het aantal literaire auteurs, met name de toename van vrouwelijke auteurs, heeft tot gevolg dat het steeds moeilijker wordt om op te vallen en zodoende lezers te werven. Bovendien vertoont de literaire lezersvoorkeur een tendens naar concentratie op enkele boeken, zodat steeds minder auteurs steeds hogere verkoopcijfers bereiken en de rest niet of nauwelijks van het schrijven kan leven.

Literaire prijzen voor recent werk bewerken

Een eerste oriëntatie op de jongste literatuur bieden de lijsten van laureaten van prijzen voor recente literatuur. Sinds 1977 wordt de jaarlijkse Anton Wachterprijs toegekend, een bekroning voor het beste prozadebuut. Sinds 1925 wordt de eveneens jaarlijkse Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde uitgereikt, een aanmoedigingsprijs voor recent verschenen werk waarvoor ook poëzie in aanmerking komt.

De zes belangrijkste romans uit het eerste decennium volgens De Groene Amsterdammer bewerken

In 2010 publiceerde weekblad De Groene Amsterdammer een door haar critici opgestelde lijst[2] van de belangrijkste romans van de 21e eeuw waarin de Nederlandse literatuur met de volgende werken vertegenwoordigd is:

Literaire bestsellers bewerken

In de jaren negentig debuteerden auteurs als Giphart en Grunberg, die de Vlaamse literatuurwetenschapper Bart Vervaeck beschouwde als exponenten van een toegankelijke literatuur die geen eisen aan de lezer stelt.[3] In 2003 verscheen Komt een vrouw bij de dokter, het debuut van Kluun. De roman, over een man die vreemdgaat terwijl zijn vrouw dodelijk ziek is, werd een groot succes. Achter het pseudoniem schuilt een auteur die eerder in de marketing werkzaam was. Volgens literatuurwetenschapper Jos Joosten zette Kluun zich af tegen het 'literaire establishment' teneinde zich een positie te verwerven, waarbij dit establishment toch het referentiepunt blijft en Kluun daarin uiteindelijk erkend wenst te worden.[4]

In 2009 publiceerde Herman Koch Het diner, een roman met een thriller-achtige plot die tot een bestseller uitgroeide. Een andere bestseller met eveneens elementen van een thriller werd de roman Bonita Avenue, waarmee Peter Buwalda in 2010 debuteerde. Deze trend was voor criticus Arnold Heumakers aanleiding om in het tijdschrift Tirade een beschouwing te wijden aan 'De verthrillering van de literatuur', waarin Heumakers uiteenzet hoe de literatuur in zijn ogen een knieval maakt voor de amusementslectuur.[5]

De bloemlezing van Wim Brands bewerken

In 2014 stelde radio- en televisiemaker Wim Brands een bloemlezing samen met 52 fragmenten van 52 auteurs die in de 21ste eeuw debuteerden: De Nederlandse literatuur van de 21ste eeuw. De nieuwe schrijvers van het nieuwe millennium. De bloemlezing bevat zowel auteurs die in het anderhalve decennium een oeuvre hebben opgebouwd - A.H.J. Dautzenberg, Esther Gerritsen, Sanneke van Hassel, Ernest van der Kwast, Gustaaf Peek, Ilja Leonard Pfeijffer, Christiaan Weijts - als schrijvers die nog maar nauwelijks gedebuteerd waren. Naast Nederlanders zijn ook Vlamingen vertegenwoordigd als Griet Op de Beeck, Saskia De Coster, Annelies Verbeke. Het zijn prille oeuvres; Brands waagt zich dan ook niet aan het aanbrengen van een rangorde. Brands meent in zijn inleiding dat dit tijdvak een gevarieerde literaire productie te zien geeft die misschien wel 'veelstemmiger' is dan de literatuur uit de jaren zestig, zeventig of tachtig. Jonge vrouwelijke auteurs hebben een opvallend groot aandeel in de selectie, wier productie de samensteller omschrijft als 'vitaal proza dat vrijmoedig is en waaruit niet zelden een groot gevoel voor zelfspot spreekt'. De kwalificatie '[n]avelstaarderig huiskamerproza' voor deze auteurs doet volgens Brands onrecht aan althans het werk van Gerritsen, Daphne Huisden en Maartje Wortel.[6]

Generatie latte bewerken

In 2017 publiceerde maandblad Vrij Nederland haar Jonge Schrijvers Gids, een overzicht van Nederlandse auteurs onder de 35 jaar. Literatuurcriticus Jeroen Vullings vroeg andere critici, uitgevers en hun redacteuren, en literatuurwetenschappers naar hun beeld van de jongste generatie. Het etiket Generatie latte ontleende hij aan een uitspraak van uitgever Joost Nijsen, die de schrijversgeneratie ziet als exemplarisch voor de gehele generatie, waarin hem de afwezigheid van ambitie bij Nederlandse mannen opvalt en een gematigde, nuchtere ambitie bij vrouwen. Ook criticus Arjan Peters noemde de mannelijke auteurs 'bedeesder of bleker' dan de vrouwelijke. De auteurs die in het artikel door meerdere ondervraagden genoemd werden waren Hanna Bervoets, Maartje Wortel, Wytske Versteeg, Lize Spit, Marieke Rijneveld, Merijn de Boer, Joost de Vries en Daan Heerma van Voss. De meeste namen maakten ook al deel uit van de bloemlezing van Brands.

De leden van deze generatie hebben enkele gemeenschappelijke kenmerken die hen onderscheidt van eerdere generaties. Het belangrijkste kenmerk is volgens Vullings de combinatie van enerzijds teruglopende verkoopcijfers van literatuur en anderzijds een ongekend grote hoeveelheid aanstormende jonge schrijvers, waardoor een survival of the fittest onvermijdelijk is geworden en elke auteur doordrongen is van het besef met elk boek opnieuw te moeten laten zien boven de anderen uit te steken om nog op te vallen. Een tweede kenmerk is de sterke concentratie op en vertrouwdheid met de digitale media, die volgens uitgeefster Tilly Hermans ten grondslag ligt aan de algemeen karige schrijfstijl met korte zinnen. Vullings zelf spreekt van een 'simpele, alledaagse, vrijwel bijzinloze stijl'. De generatie kent dan ook weinig echte smaakmakers. Een derde kenmerk, aldus Hermans, is de veelzijdigheid van de generatie. Veel auteurs doen niet alleen aan schrijven, maar ook aan filmen, aan muziek of aan performen. Deze nevenactiviteiten staan enerzijds de concentratie op het schrijven in de weg, maar kan anderzijds de aandacht voor het werk bevorderen. Een vierde kenmerk is dat de generatie latte niet wacht op aandacht van de pers, maar via Facebook en optredens op festivals direct contact met het publiek legt. Een vijfde kenmerk is volgens literatuurwetenschapper Yra van Dijk de sterke oriëntatie op de Angelsaksische wereld, waardoor auteurs als Zadie Smith of Teju Cole de maatstaf vormen waaraan men zich spiegelt. Ook Suzanne Holtzer van De Bezige Bij merkt op dat de 'slagschaduw' van de naoorlogse Grote Drie bij deze generatie is uitgewerkt.[7]