"Bewijs" betekent dat een theorie onomstotelijk vast staat, bewezen is. Dat is tot op heden met de evolutietheorie niet het geval en vooral niet met de aandrijvende mechanismen. Wetenschappelijk is het woord "bewijs" zeer strikt en aan die vereiste voldoet de evolutietheorie helemaal nog niet, een sluitend bewijs ervoor zal erg moeilijk te vinden zijn, gewoon door de aard van de kwestie. Natuurlijk ben ik het ermee eens dat de evolutietheorie een schitterend structurerend element vormt over alle deelgebieden van de biologie heen, maar het is en blijft een theorie tot bewijs van het tegendeel. Voor een moderne bioloog is een grondige kennis van de evolutietheorie een absolute voorwaarde. (Wie heeft werkelijk zelf "The origin of species" gelezen?). We kunnen alleen onderzoeken of een nieuw gegeven past in in de hele soms ingewikkelde puzzel van de evolutietheorie. Tot op heden is dat zo. Op die manier is de evolutietheorie wel een rode draad doorheen het hele verhaal, maar kan het hoe dan ook geen verklarend element vormen. De biologische fenomenen, het leven op zich, juist dié gegevens en waarnemingen die u in uitgestrekte domeinen van de biologie terugvindt vormen de basis waaraan de evolutietheorie moet getoetst worden en niet andersom; dat zou een ernstige redeneerfout zijn. Aan elk nieuw gegeven in de biologie zal de evolutietheorie telkens weer moeten getoetst worden. Telkens weer krijgt u dan een nieuwe indicatie, maar jammer genoeg nog geen bewijs. Zolang blijft het een theorie en dat is nu eenmaal de wetenschappelijke methode. Ook de talrijke aanwijzingen in de richting van evolutie geven op zich niet de kracht van een bewijs. Ik houd mij dus liever bescheiden op de vlakte, er is een essentieel verschil tussen de woorden bewijs en aanwijzing ("proof" en "evidence"). Wetenschappers moeten in deze zeer strikt zijn. Spijtig genoeg zie ik juist op dat punt een uitdeinende onverantwoorde nonchalance, ooit de "ongeveercultuur" (Kees Fens) genoemd.

Frank Smets, °18 06 1956. Opleiding: licentiaat geaggregeerde in de biologie. Limburgs Universitair Centrum en Katholieke Universiteit in Leuven. Specialisaties in biochemie en genetica, maar in de eerste plaats algemeen bioloog. Leraar wetenschappen in de derde graad van het secundair onderwijs.

Bijzondere interesse in het geslacht Juniperus en plantkunde in het algemeen, verder ook de ongewervelde dieren.

Door toevallige omstandigheden ben ik erg betrokken geraakt in Tsjechië en Slovakije, vooral in het gebied van het Tsjechisch Middengebergte: České Středohoři.

emailadres: smetsfrank [AT] hotmail [PUNT] be