Gebruiker:Kiro Vermaas/Kladblok

Hier staat mijn tweede kladblok.

Categorieboom Klassieke filosofie

Oud-Griekse filosofie en wat daaronder valt staat momenteel compleet gescheiden van Romeinse filosoof, welke te vinden is onder Latijnse filosoof en Filosoof uit de oudheid. Die indeling is niet optimaal. De boomstructuur onder Oud-Griekse filosofie is dat ook niet, omdat indelingen naar scholen, periodes en personen door elkaar heen lopen.

• Een chronologische indeling is verleidelijk maar moeilijk consequent vol te houden, bijvoorbeeld met stoïcisme en epicurisme. De huidige periodegebonden categorie Hellenistische filosofie werkt niet.
• Naast scholen zijn er aparte categorieën voor personen. Dus naast Pythagorisme ook Pythagoreïsch filosoof, naast Presocratische filosofie ook Presocratisch filosoof enzovoort. Dat is zinloos, omdat filosofie per definitie bedreven wordt door personen.
• Een indeling naar scholen is volgens mij het meest efficiënt, al vaagt dit nuances op het eerste gezicht uit. De reeks Ancient Philosophies kiest daar bijvoorbeeld ook voor (Stoicism, Neoplatonism, Presocratics etc.).
• Een globale eerste indeling naar taal kan wel en is historisch verantwoord: iemand gold vooral als Griek indien hij Grieks sprak en zich Grieks gedroeg, waarbij etniciteit van ondergeschikt belang was. Maar misschien is die eerste tweedeling niet eens noodzakelijk.

C. Shields, The Blackwell Guide to Ancient Philosophy, Malden: Blackwell, 2003 hanteert de volgende globale indeling.

1. Griekse filosofie vóór Socrates
   1. Presocraten
   2. Sofisten
2. Socrates
3. Plato
4. Aristoteles
5. Hellenistische filosofie
   1. Epicurisme
   2. Stoïcisme
   3. Academici
   4. Pyrrhonisme
6. Laat-antieke filosofie
   1. Neoplatonisme

Enkele opmerkingen hierbij:

• Cynisme ontbreekt.
• Middenplatonisme ontbreekt.
• Neopythagorisme ontbreekt.
• Tweede sofistiek ontbreekt.
• Socrates, Plato en Aristoteles zouden kunnen worden samengevat onder Klassieke filosofie/Klassieke periode, zoiets.
• Laat-antieke filosofie heeft weinig zin als alleen Neoplatonisme eronder staat.
• Religieuze links ontbreken: Gnosis, vroege christendom, jodendom (Philo), Chaldeïsche orakelen, Sibillijnse orakelen. Die elementen zijn wel opgenomen in The Cambridge History of Philosophy in Late Antiquity. Deel I. Red. L.P. Gerson. Cambridge: Cambridge University Press, 2010.

1. Klassieke filosofie [niet Antieke filosofie]
   1. Oud-Griekse filosofie
      1. Presocratische filosofie [gangbare categorie]
         1. Thales
         2. Pythagoras
         3. Pythagorisme
         4. Neopythagorisme [is niet presocratisch, maar volgt wel logisch op Pythagorisme]
         5. Heraclitus
         6. Empedocles
         7. etc.
      2. Platonisme
         1. Plato
         2. Academie
         3. Middenplatonisme
         4. Xenocrates
         5. Demiurg en andere begrippen
         6. etc.
      3. Aristotelisme
         1. Aristoteles
         2. Theophrastus
         3. etc.
      4. Cynisme
      5. Epicurisme
      6. Scepticisme
      7. Neoplatonisme [eclectisch]
      8. Doxografie
      9. Socrates
      10. Philo van Alexandrië [niet iedereen moet per se onder een school worden geplaatst]
      11. Sofisme
   2. Romeinse filosofie
      1. Seneca
      2. Cicero
      3. Marcus Aurelius
      4. Lucretius
      5. etc.
   3. Kerkvaders?
      1. Augustinus
      2. Origenes
      3. Clemens
      4. etc.
   4. Esoterie in de klassieke oudheid

-----------------------------------

Format artikelen presocratische filosofen

1. Inleiding
2. Leven
   1. Levensloop: daden, reputatie, reizen etc.
   2. Overlijden: relevant, omdat daar vaak allerlei anekdotes over bestaan.
   3. Karakter
3. Werk
   1. Boek: welke werken zijn bekend van de filosoof.
   2. Fragmenten: hoeveel fragmenten zijn overgeleverd, hoe en in welke bronnen.
   3. Proloog: relevant, omdat beginzinnen soms wel zijn overgeleverd.
   4. Structuur
   5. Stijl: poëzie, proza, argumentatief of juist spreukachtig, etc.
4. Filosofie
   1. Positie in het presocratische spectrum.
   2. Uiteengezet volgens deelaspecten.
5. Nawerking/invloed
   1. Klassieke oudheid
   2. Middeleeuwen
   3. Vroegmoderne tijd
   4. Moderne tijd/modern onderzoek
6. Nederlandse vertalingen
7. Externe links: zijn vaak beschikbaar, bijv. voor online edities van tekstfragmenten.
8. Bronnen
   1. Noten primaire bronnen
   2. Noten secundaire bronnen
   3. Literatuurlijst

-----

Format artikel wezen uit religie (mythologie)

• Introductie
• Oorsprong, inclusief etymologie
• Functie: ideologische functie, sociale functie, inclusief cultus
• Chronologisch overzicht van de ontwikkeling van de voorstelling van de god
• Plaats in het pantheon en connecties met soortgelijke goden uit omringende culturen
• Bronnen: iconografie en teksten
• Overzicht van de mythologie