Gebruiker:Johanraymond2/Kladblok

Funeral Parade of Roses (薔薇の葬列, Bara no Sōretsu) is een Japanse speelfilm uit 1969, geregisseerd door Toshio Matsumoto. Deze avant-gardefilm geldt als een van de meest subversieve films uit de jaren 1960 en beïnvloedde Stanley Kubrick voor zijn A clockwork orange.

Funeral Parade of Roses
Alternatieve titel(s) Bara no Sōretsu
Regie Toshio Matsumoto
Speelduur 105 min.
Taal Japans
Land Vlag van Japan Japan
Portaal  Portaalicoon   Film

Verhaal

bewerken

Eddie is een trasgender die dienst doet als gastvrouw in Bar Genet in de Shinjukuwijk in Tokio. Het zelfvertrouwen en de seksualiteit van Eddie schrikt hoerenmadame Leda af, maar intrigeert Gonda, de eigenaar van de bar.

Rolverdeling

bewerken

Categorie:Japanse film Categorie:Film uit 1969

Fronde Om de oorlog tegen Spanje (Dertigjarige Oorlog) te bekostigen, ziet Mazarin genoodzaakt de belastingen te verhogen. Zo is er de Affaire de la paulette, een conflict over de paulette, een jaarlijkse belasting die magistraten moeten betalen om hun mandaat te mogen uitoefenen. En Mazarin kondigt nieuwe belastingen af. Het Parlement van Parijs en de soevereine hoven (Chambre des comptes, Cour des Aides, Grand Conseil) verenigd in de Chambre Saint-Louis, scharen zich achter het morrende volk en ze weigeren de nieuwe belastingen van Mazarin en zijn intendant Michel Particelli d'Emery te registreren. Zij eisen dat de controle over de financiën bij het parlement komt te liggen en leggen een eisenbundel op tafel. De koningin dreigde met gevangenisstraffen of verbanning voor de leiders van de opstandige afgevaardigden. Uiteindelijk deed de regering enkele kleinere concessies, die echter niet volstonden. Integendeel, dit leidde ertoe dat de geldschieters weigerden nog nieuwe leningen toe te staan en een staatsbankroet dreigde. Kardinaal Mazarin nam toen het heft in handen om de opstand van het parlement te onderdrukken. Tijdens het Te Deum in de Notre-Dame van Parijs, om de overwinning van Condé in Lens te vieren, liet Mazarin de leiders van de opstand arresteren, waaronder de populaire Pierre Broussel, de deken van de raadsleden van het Parlement. Zijn arrestatie is aanleiding tot de dag van de barricaden (la journée des Barricades) op 26 augustus 1648. Het volk, opgehitst door Paul de Gondi, werpt meer dan duizend barricaden op in de straten van Parijs. De koningin beloofde daarna de vrijlating van Broussel aan De Gondi, maar kwam haar belofte niet na. De gematigden in het parlement zijn in de minderheid en Mazarin en het hof achten het wijzer Parijs te verlaten en trekken naar Rueil. De ministers de Chavigny en de Châteauneuf worden verantwoordelijk gehouden voor het slagen van de opstand en heengezonden. De eerste president van het parlement, Mathieu Molé, gaat naar Rueil en bepleit daar bij Anne van Oostenrijk de vrijlating van de gevangenen. Ook vraagt Molé dat het hof zou terugkeren naar Parijs. De Condé, Gaston d'Orléans en Paul de Gondi dringen aan op toegevingen en de koningin stemt toe met onderhandelingen. Dit leidt tot de goedkeuring van een ordonnantie op 22 oktober 1648 van het Parlement over de financiële en gerechtelijke organisatie van het koninkrijk. Aan bijna alle eisen van het Parlement wordt tegemoet gekomen. Hierna keert het hof op 30 oktober terug naar Parijs. Maar wanneer de ordonnantie niet wordt nageleefd komt het volk van Parijs opnieuw in opstand. Kardinaal Mazarin en het hof verschuilen zich in Saint-Germain en de Condé gaat met het leger over tot een blokkade van Parijs op 6 januari 1649 om het opstandige volk uit te hongeren. Het Parlement reageert met besluiten tegen Mazarin. De Hertog de Beaufort voegt zich bij het Parijse volk. Hij krijgt hierdoor van de Parijzenaars de bijnaam le Roi des Halles. Maar het leger van de Condé is te sterk en kan Parijs binnentrekken. De gematigden in het Parlement krijgen opnieuw de bovenhand en trekken de besluiten van 6 januari in. De eerste opstand van de Fronde eindigt met het Verdrag van Rueil van 11 maart 1649 en het Verdrag van Saint-Germain van 1 april 1649. Het Parlement nodigt het hof uit om terug te keren naar Parijs. Dit gebeurt op 18 augustus 1649.

Van dan af is de rol van het parlement in de opstand uitgeteld en treden verschillende edelen op het voortoneel.