Gebruiker:Eendagsvlieg/Kladblok2


Georges Bataille (Billom (Puy-de-Dôme), 10 september 1897 - Parijs, 9 juli 1962) was een Frans schrijver, filosoof, dichter en dissident surrealist.

Georges Bataille
Georges Bataille, 1943
Persoonsgegevens
Naam Georges Albert Maurice Victor Bataille
Geboren 10 september 1897 te Billom
Overleden 9 juli 1962 te Parijs
Land Frankrijk
Functie Bibliothecaris, schrijver, filosoof
Oriënterende gegevens
Tijdperk 20e eeuw
Belangrijkste ideeën Transgresie
Beïnvloed door Freud, Nietzsche. Marcel Mauss, Marx Markies de Sade Hegel
Beïnvloedde Foucault, Derrida
Levensbeschouwing Protestant, mysticus
Handtekening Handtekening
Portaal  Portaalicoon   Filosofie

Leven bewerken

Bataille wordt geboren in een atheïstische familie. Op de jongensschool neigt hij naar het katholicisme, daartoe aangezet door een klasgenoot. Hij denkt er zelfs over om later naar het seminarie te gaan en priester te worden.

Ervaringen met de dood zullen er echter later voor zorgen dat hij hier geleidelijk aan vanaf stapt en zelf een visie op religie, of liever, spiritualiteit ontwikkelt, de zogenaamde atheologie van de innerlijke ervaring. In september 1914, het begin van de Eerste Wereldoorlog, moet hij samen met zijn moeder Reims verlaten. Zijn vader, die blind is en aan syfilis lijdt, moet hij echter achterlaten. Deze sterft een jaar later, in 1915. Door de dood van zijn vader en de ervaring van de Eerste Wereldoorlog twijfelt hij aan zijn roeping voor het seminarie. Bovendien moet hij daarvoor zijn moeder alleen laten en begint hij liefde te voelen voor een meisje.

Van 1917 tot 1922 studeerde Bataille aan de École Nationale des Chartes voor het beroep van archivaris. In 1920 ontmoet hij de Franse filosoof Henri Bergson. Bataille leest zijn boek Le rire, dat hem diep raakt en zijn verdere denken zal bepalen. De datum 7 mei 1922 betekent een definitieve breuk met zijn geloof. In de Arena’s van Madrid – het terrein van matador Manuel Granero – ziet hij de Dood aan het werk. De ervaring van het buitenzinnige van het doden van de stier zal hem voor de rest van zijn leven fascineren. De thema’s van de dood (la mort) en het buitenzinnige of de innerlijke ervaring (l’expérience intérieure) zullen dan ook centrale thema’s in zijn essays, romans, verhalen en filosofische geschriften blijven.

In 1930 sterft Batailles moeder, die waanzinnig was geworden. Bataille zal over haar dood schrijven in Le bleu du ciel. De dood van zijn maîtresse Laure (Collette Peignot) acht jaar later leidt tot een persoonlijke crisis. Na de opkomst van Hitler en het fascisme in 1936 schrijft Bataille meer en meer over de dood. Een conferentie van de Société de psychologie in 1938 is getiteld Les attitudes envers la mort (Houding ten opzichte van de dood). Een jaar later publiceert hij een artikel in Acéphale getiteld La pratique de la joie devant la mort (De praktijk van vreugde voor de dood).

Zijn ontmoeting met Maurice Blanchot in 1940 en de nauwe vriendschap die daar uit volgt zal het thema van de dood nog verder doen doordringen in zijn filosofisch en literair werk. Hij publiceert Madame Edwarda (1937, 1941), L’expérience intérieure (1943), L’érotisme (1957), Le mort (1943/1944 ?) postuum gepubliceerd in 1967. Gedurende de Koude Oorlog publiceert hij tevens verschillende artikelen en houdt hij conferenties met dit thema: L’enseignement de la mort, Le paradoxe de la mort et la Pyramide, Hegel, la mort et le sacrifice, L’érotisme et la fascination de la mort. Op 8 juli 1962 raakt Bataille in een coma, hij lijdt dan al enige tijd aan cerebrale arteriosclerose. Hij sterft de volgende dag.

Basisbegrippen bewerken

Basismaterialisme bewerken

Transgressie bewerken

De Dood bewerken

Het Vervloekte Deel bewerken

Werken bewerken

Vroegere werken (1918-1939) bewerken

Documents bewerken

Contre-Attaque bewerken

Acéphale bewerken

College du sociologie bewerken

In de jaren ’20 werkt Bataille inmiddels als bibliothecaris en ontwikkelt zich door denkers als Nietzsche en Freud te lezen en colleges filosofie te volgen. Deze ontwikkeling wordt versterkt door het lezen van literatuur van Kafka, Proust en ontmoetingen met schilders als André Masson en schrijvers als Michel Leiris en Pierre Klossowski. Vanaf die jaren lanceert hij meerdere tijdschriften waarvan Documents, Acéphale en Critique de bekendste zijn.

Polemiek met André Breton bewerken

Politiek bewerken

De Atheologie (1939-1944) bewerken

Latere werken (1944-1962) bewerken

Critique bewerken

Receptie bewerken

Michel Foucault bewerken

Jacques Derrida bewerken

Gilles Deleuze bewerken

Julia Kristeva bewerken

Jean Baudrillard bewerken

Nick Land bewerken

Bibliografie bewerken

Romans & Verhalen N.B.: de werken staan in chronologische volgorde, de gegeven jaartallen geven de datum van verschijnen aan.

  • 1928 - Histoire de l'œil (Onder pseudoniem van Lord Auch)
  • 1941 - Madame Edwarda (Onder pseudoniem van Pierre Angélique)
  • 1943 - Le petit (Onder pseudoniem van Louis Trente)
  • 1943 - L'Expérience intérieure
  • 1949 - La scissiparité
  • 1950 - L'Abbé C.
  • 1957 - Le bleu du ciel
  • 1962 - L'impossible
  • 1966 - Ma mère (postuum uitgegeven)
  • 1967 - Le mort (postuum uitgegeven
  • 1971 - Julie (postuum uitgegeven)
Op andere Wikimedia-projecten