Gebruiker:Bellepheron/Gebruik van werktuigen door dieren

TE ONTHOUDEN: KRANTENARTIKELS KUNNEN NIET INSTAAN VOOR EEN DERGELYK ARTIKEL, MEMENISSE BELLEPHERON.

Mensen zijn gespecialiseerd in het vervaardigen en gebruiken van werktuigen. Van sommige dieren echter is ook bekend dat zij werktuigen gebruiken, al dan niet zelf vervaardigd. Verder is het belangrijk te weten of dit gedrag uit de wilde natuur bekend is, of opgemerkt bij tamme dieren, die eventueel het gedrag van mensen zouden kunnen afkijken. Om die reden staat dit bij elke kop vermeld.

Geschiedenis

bewerken

Lang werd er door wetenschappers gedacht dat alleen mensen gereedschap konden gebruiken.[1]

Zoogdieren

bewerken

Mensapen

bewerken

De bekendste gebruikers van werktuigen bij dieren zijn ongetwijfeld de mensapen.

Laaglandgorilla

bewerken

[2]

Olifant

bewerken
  Zie ook Gebruik van werktuigen bij olifanten voor een beschrijving van het gebruik van werktuigen bij olifanten in het hoofdartikel: Intelligentie bij olifanten.

Dolfijn

bewerken

Zeeotter

bewerken
  Zie ook Intelligentie bij echte kraaien voor een beschrijving van het gebruik van werktuigen bij de wipsnavelkraai.

Kaketoe

bewerken
 
Een Goffins kaketoe (niet Figaro).

  Uitgevoerd

  • Tam

Een student bemerkte hoe Figaro, een mannelijke Goffins kaketoe die in een kolonie kaketoes aan de universiteit van Wenen woont, een kiezeltje op een houten plankje aan de rand van zijn kooi liet vallen, waarmee hij aan het spelen was. Het kiezeltje lag buiten bereik van Figaro, die het eerst met zijn poot probeerde te bereiken, maar vervolgens met een stokje bamboe in zijn richting probeerde te schuiven. De universiteit besloot hierop een internationaal team op poten te zetten om dit gedrag te bestuderen. De onderzoekers ontwierpen 10 opeenvolgende proeven, gespreid over 3 dagen, waarbij een cashewnoot op het houten plankje werd gelegd. Bij de eerste proef trachtte de kaketoe met een stokje, die in de kooi op de grond lag, de noot naar zich toe te schuifelen. De stok was te kort, maar Figaro liet het hierbij niet en brak een splinter af van een houten balk. Na in totaal 25 minuten kon hij de noot bemachtigen. Bij de daaropvolgende tests werd Figaro handiger en legde hij de proeven, keer op keer, sneller af. Uiteindelijk maakte de kaketoe voor elke noot een nieuw werktuig, waarmee hij elke keer in zijn opzet slaagde.

Papegaaiachtigen blijken dus niet alleen over een zekere taalkundigheid te beschikken, maar zijn ook technisch aangelegd.[3]

Choerodon schoenleinii

bewerken

  Uitgevoerd

  • Wild

In het Australische Groot Barrièrerif werd de lipvis, Choerodon schoenleinii[4], gespot die met een steen een schelp open kraakte. De vis, ongeveer 30 cm groot, positioneerde zich zijdelings langs de steen, en gebruikte zijn hele lijf als hefboom om de schelp tegen de steen kapot te slaan.

De professionele duiker Scott Gardner, die dit opmerkelijk verschijnsel zag gebeuren op een diepte van 18 meter, nam er in 2006 foto's van. Hij zat net zonder lucht en was van plan zich naar het wateroppervlak te begeven, toen hij opeens een krakend geluid hoorde. Wetenschappers discussieerden er bijna zes jaar lang over of de actie van de vis kan beschouwd worden als het gebruik van gereedschap. Tegenstanders verweten namelijk dat de vis geen werktuig opraapt om de schelp te kraken, maar de schelp zelf. De conclusie luidde echter dat de voorwaarde om een werktuig op te rapen te zeer vertrekt vanuit het gedrag van primaten. Een vis heeft namelijk geen handen, en bovendien is de weerstand onder water helemaal anders dan op het land.

Sinds deze gebeurtenis in 2006 is geen geval bekend van vissen met een gelijkaardig gedrag (2011).[5]

Weekdieren

bewerken

Octopus

bewerken
  • Wild

Als een inktvis bijvoorbeeld een lege kokosnootschil tegenkomt, gaat hij er soms "inzitten", en richt zijn armen op. Vervolgens loopt hij over de bodem met de kokosnoot onder zich. Deze manier van voortbewegen heeft wat weg van steltlopen en gaat trager en kost meer dan energie dan zijn gebruikelijke voortbeweging. De normale manier van voortbewegen bij octupussen is een meer zwemmende beweging waarbij de armen gestrekt en ingetrokken worden om zich in het water af te duwen.

Dit gedrag van inktvissen, waarbij ze zich regelmatig in lege schelpen en halve kokosnoten verschuilen, was al langer bekend, maar dit gedrag werd nooit beschouwd als een 'gebruik van werktuigen'. Tot de Australische bioloog Julian Finn dit gedrag erkende en hij navolging kreeg. Niet het zich verbergen van de octopus wordt beschouwd als gebruik van werktuigen, maar het meedragen van zijn schuilplaats. Bij het dragen van de schuilplaats biedt het immers geen onmiddellijke bescherming, maar dient het meer om er zich in te verstoppen in geval van nood. Er zijn zelfs gevallen bekend waarbij octopussen twee halve kokosnootschillen verzamelen om zich helemaal van gevaar af te sluiten. Hierbij moet het dier capabel zijn om twee schillen uit te kiezen, waarbij het één groter is dan het ander zodat het als een stolp kan worden afgesloten.[1]

bewerken

[[Categorie:Werktuig]] [[Categorie:Ethologie]]