Elise Burgin (Baltimore, 5 maart 1962) is een voormalig tennisspeelster uit de Verenigde Staten. Burgin speelde in 1980 voor het eerst op een grandslamtoernooi, op het gemengd dubbelspel van Roland Garros, samen met landgenoot Sammy Giammalva – zij bereikten de tweede ronde door het Franse koppel Gail Lovera en Jean Lovera te verslaan. Zij was actief in het proftennis tot en met 1993.
Burgin debuteerde in 1979 op het toernooi van Roanoke – zij stootte meteen door tot de finale.[7] In 1986 veroverde Burgin haar enige enkelspeltitel op het toernooi van South Carolina, door de Deense Tine Scheuer-Larsen in de finale te verslaan. De laatste van haar vier verloren finales vond in 1989 plaats in Phoenix, waar zij in de eindstrijd eerst een set wist te winnen van Conchita Martínez, maar in de derde set toch door de Spaanse werd geklopt.
Haar beste resultaat op de grandslamtoernooien is het bereiken van de vierde ronde, op het US Open van 1982. Haar hoogste notering op de WTA-ranglijst is de 22e plaats, die zij bereikte in 1985.
Haar beste resultaat op de grandslamtoernooien is het bereiken van de halve finale, op drie van de vier grote platforms. Haar hoogste notering op de WTA-ranglijst is de achtste plaats, die zij bereikte in april 1987.
In 1985 en 1987 maakte Burgin deel uit van het Amerikaanse Fed Cup-team – zij behaalde daar een winst/verlies-balans van 4–1. In 1985 speelden zij in de Wereldgroep, waar zij door winst op Australië in de halve finale naar de finale gingen – in de, in Japan gespeelde, eindstrijd verloren zij van Tsjecho-Slowakije.
In 1986 nam Burgin eenmalig deel aan het Amerikaanse Wightman Cup-team. Zij vervulde tevens de rol van captain van het team.[1] In deze uitwedstrijd versloegen zij de Britten met 7–0.