Posities op de WTA-ranglijst Positie per einde seizoen:
jaar
rang enkelspel
rang dubbelspel
1976
53
–
1977
30
–
1978
87
–
1979
54
–
1980
34
–
1981
23
–
1982
54
–
1983
67
–
1984
77
–
1985
45
–
1986
46
15
1987
61
14
1988
109
12
1989
45
23
1990
96
15
1992
417
273
1993
598
74
Helen Elizabeth (Betsy) Nagelsen (Saint Petersburg, 23 oktober1956) is een voormalig tennisspeelster uit de Verenigde Staten. Nagelsen speelt rechtshandig en heeft een enkelhandige backhand. Zij was actief in het proftennis van 1973 tot en met 1996.
Nagelsen was in 1973 de sterkste juniorspeelster ter wereld.[2] Dat jaar won zij tevens het US-meisjeskampioenschap (16 jaar en jonger) en het US-meisjesdubbelspelkampioenschap op gravel (18 jaar en jonger).[2]
Nagelsens eerste geregistreerde optreden op een WTA-toernooi vond plaats in maart 1974 op het toernooi van New York. Enkele weken later beleefde zij haar grandslamdebuut op Roland Garros. Op Wimbledon 1974 bereikte zij de derde ronde, door onder meer Gail Chanfreau te verslaan. In de zomer van datzelfde jaar stond zij voor het eerst in een WTA-finale, op het toernooi van Newport (Rhode Island) – zij verloor van landgenote Chris Evert. In 1979 veroverde Nagelsen haar eerste WTA-titel, op het toernooi van Kioto, door de Japanse Naoko Satō te verslaan. In totaal won zij vier WTA-titels, de laatste in 1981 in Surbiton.
Haar beste resultaat op de grandslamtoernooien is het bereiken van de finale, op de Australian Open 1978 – zij verloor de eindstrijd van de ongeplaatste Australische Chris O'Neil. Haar hoogste notering op de WTA-ranglijst is de 23e plaats, die zij bereikte in december 1981.[3]
Nagelsen behaalde in het dubbelspel betere resultaten dan in het enkelspel. In 1974 stond zij voor het eerst in een WTA-finale, op het toernooi van Beckenham, samen met landgenote Sally Greer – zij verloren van het Zuid-Afrikaanse koppel Greer Stevens en Rowena Whitehouse. Anderhalve week later beleefde zij haar grandslamdebuut op Wimbledon – samen met landgenote Ann Kiyomura bereikte zij de derde ronde. In 1976 veroverde Nagelsen haar eerste WTA-titel, op het toernooi van Gstaad, samen met de Australische Wendy Turnbull, door het Zuid-Afrikaanse koppel Brigitte Cuypers en Annette du Plooy te verslaan. In totaal won zij 25 WTA-titels, de laatste in 1990 op het Tier I-toernooi in Montreal, samen met de Argentijnse Gabriela Sabatini.
Nagelsen won twee grandslamtitels: op de Australian Open 1978 samen met de Tsjecho-Slowaakse Renáta Tomanová, en op de Australian Open 1980 met Martina Navrátilová aan haar zijde. Haar hoogste notering op de WTA-ranglijst is de elfde plaats, die zij bereikte in maart 1988. In de categorie "boven 35 jaar" won zij het dubbelspel op Wimbledon 1993, en vervolgens op de US Open in 1993 en 1994.[2]
Haar beste resultaat in het gemengd dubbelspel is het bereiken van de finale op de US Open 1987, samen met landgenoot Paul Annacone.
Nagelsen maakte vier keer deel uit van het Amerikaanse Wightman Cup-team: in 1974, 1985, 1988 en 1989, steeds in het dubbelspel. Zij won drie van de vier partijen.
Op 1 maart 1986 trad Nagelsen in het huwelijk met zakenman Mark McCormack.[4] Zij bleef onder haar eigen naam aan toernooien deelnemen.[5] Na haar actieve loopbaan was zij tenniscommentator voor de Amerikaanse TV-stations ABC en ESPN, alsmede voor het Australische Channel Nine.[2] Samen met haar man stichtte zij het McCormack-Nagelsen Tennis Center, gevestigd aan het College of William and Mary in Williamsburg.[6] Ook de Intercollegiate Tennis Association (ITA) Women's Tennis Hall of Fame is daar gevestigd.[6]