Dr. Wijnaendts Francken-prijs
(Doorverwezen vanaf Dr. Wijnaendts Franckenprijs)
De Dr. Wijnaendts Franckenprijs wordt toegekend voor werk op het gebied van essay en literaire kritiek. De prijs is genoemd naar dr. C.J. [Wijnaendts] Francken (1863-1944), die voor deze prijs in 1933 een geldbedrag beschikbaar stelde.
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/0/07/WijnaendtsFrancken2.jpg/260px-WijnaendtsFrancken2.jpg)
Tot 1985 tweejaarlijkse, daarna driejaarlijkse prijs, die in 1934 is ingesteld door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
In 1959 werd de prijs niet toegekend. De jury had Gerard Brom (1882-1959) voorgedragen voor zijn Schilderkunst en literatuur in de zestiende en zeventiende eeuw. Het bestuur nam de voordracht niet over.
Gelauwerden
bewerken- 2024 - Marja Pruis voor Boos meisje
- 2021 - Charlotte Van den Broeck voor Waagstukken
- 2018 - Arjen Mulder voor Wat is leven? Queeste van een bioloog
- 2015 - Joep Leerssen voor Spiegelpaleis Europa
- 2012 - Thomas von der Dunk voor Een Hollands heiligdom
- 2009 - Arnold Heumakers voor De schaduw van de vooruitgang
- 2006 - Arianne Baggerman, Rudolf Dekker voor Kind van de toekomst. De wondere wereld van Otto van Eck (1780-1798)
- 2003 - Frank Westerman voor Ingenieurs van de ziel
- 2000 - Remieg Aerts voor De letterheren. Liberale cultuur in de negentiende eeuw: het tijdschrift De Gids
- 1997 - Hugo Brems voor De dichter is een koe
- 1994 - Willem Otterspeer voor De wiekslag van hun geest
- 1991 - Jaap van Heerden voor Wees blij dat het leven geen zin heeft
- 1988 - Frits van Oostrom voor Het woord van eer
- 1985 - Carel Peeters voor Houdbare illusies
- 1983 - Arie van Deursen voor Het kopergeld van de Gouden Eeuw
- 1981 - Jeroen Brouwers voor Kladboek
- 1979 - Hendrik Bonger voor Leven en werk van Dirk Volckertsz Coornhert
- 1977 - Paul Rodenko voor zijn essayistisch werk over de Vijftigers
- 1975 - Rob Nieuwenhuys voor Oost-Indische spiegel
- 1973 - Karel van het Reve voor Het geloof der kameraden
- 1971 - H.H. Zwager voor Waarover spraken zij?
- 1969 - H.U. Jessurun d' Oliviera voor Vondsten en bevindingen
- 1967 - Jan Emmens voor Rembrandt en de regels van de kunst
- 1965 - C.F.P. Stutterheim voor Conflicten en grenzen
- 1963 - Jan den Tex voor Oldenbarnevelt, deel I en II
- 1961 - S. Dresden voor De literaire getuige
- 1959 - niet toegekend.
- 1957 - Clement Bittremieux voor De dichter Jan van Nijlen
- 1955 - H. van de Waal voor Drie eeuwen vaderlandsche geschiedenisuitbeelding 1500-1800
- 1953 - H.A. Gomperts voor Jagen om te leven
- 1951 - Johanna K. Oudendijk voor Koningin Victoria
- 1949 - Abel J. Herzberg voor Amor fati
- 1947 - Jacques Presser voor Napoleon
- 1943 - A.M.W.J. Hammacher voor Amsterdamsche impressionisten en hun kring
- 1941 - Simon Vestdijk voor Albert Verwey en de Idee
- 1939 - M.D. Ozinga voor Daniël Marot, de schepper van den Hollandschen Lodewijk XIV-stijl
- 1937 - Annie Romein-Verschoor voor Vrouwenspiegel
- 1935 - N. Japikse voor Prins Willem III, stadhouder en koning