D'Hoop

achternaam

D'Hoop is een Belgische familie waarvan leden sinds 1859 tot de Belgische adel behoren.

Geschiedenis bewerken

  • In 1789 werd François-Dominique d'Hoop (1737-1808), raadpensionaris bij de Raad van Vlaanderen, door keizer Jozef II in de adel opgenomen, overdraagbaar op alle nakomelingen.
  • In 1811 werd Ferdinand-Antoine d'Hoop (1771-1842) de titel van ridder (ritter von Hoop) toegekend door keizer Frans II, overdraagbaar op alle nakomelingen.
  • In 1859 verkreeg Ferdinand d'Hoop (1798-1866) erkenning in de erfelijke Belgische adel.

Genealogie bewerken

  • François d'Hoop, trouwde met Maximilienne de Fyn.
    • Antoine-François d'Hoop (1708-1786), trouwde in 1736 in Gent met Thérèse-Françoise Rapalier (1708-1786).
      • François-Dominique d'Hoop (1737-1808), licentiaat in de rechten, raadspensionaris van het Land van Aalst, advocaat en raadspensionaris bij de Raad van Vlaanderen en raadgever van de Grote Raad van Mechelen, trouwde in 1765 in Gent met Marie-Louise Danneels (1741-1819), dochter van Jean-Baptiste Danneels, heer van Synghem, Gravenskerke, Ter Beke, Quaethem en Ten Brande. Ze kregen vier zoons en vier dochters, waarvan enkele op jonge leeftijd overleden. In 1789 werd hij door keizer Jozef II in de adel opgenomen, overdraagbaar op alle nakomelingen.
        • Philippine-Antoinette d'Hoop (1769-1831), trouwde met François van Alstein (1768-1791), heer van Radepas. Ze kregen een zoon, maar zonder nakomelingen.
        • Antoine-François d'Hoop (1769-1829), heer van Synghem, Ten Brande en Ter Beke, doctor in de rechten, directeur van de administratie registratie en domeinen in Oost-Vlaanderen en voorzitter van de Société pour l'encouragement des beaux-arts, trouwde in 1795 in Heusden met Hélène-Thérèse van Alstein (1776-1849), dochter van Pierre-Grégoire van Alstein, advocaat. Ze kregen twee zoons en twee dochters.
          • Ferdinand d'Hoop (1798-1866), doctor in de rechten, advocaat, inspecteur van de administratie registratie en domeinen in Gent en Dendermonde en senator, trouwde in 1821 in Gent met Marie-Colette Le Fevere (1797-1832), dochter van Louis Le Fevere, heer van Ten Hove, Terbeke, Terbempt, Forrest, Vrijssel, Maneghem en Hoogecamere, en schepen van Gent. Ze kregen vijf zoons en drie dochters.
            • Victor d'Hoop (1821-1898), licentiaat in de theologie, onderrector van het Heilige Geestcollege in Leuven, vicaris van de Sint-Pieterskerk in Gent, directeur van het Grootseminarie van Gent, pastoor van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Mariakerke, deken van Gent en erekanunnik van de Sint-Baafskathedraal.
            • Louis d'Hoop (1822-1897), doctor in de rechten, advocaat bij het hof van beroep in Gent en voorzitter van de kerkfabriek en Sint-Vincentiusvereniging in Heusden. Hij bleef ongehuwd.
            • Jules d'Hoop (1825-1902), doctor in de rechten en vrederechter, trouwde in 1855 in Kortrijk met Euphrasie Goethals (1834-1912), dochter van Vincent Goethals, industrieel en gemeenteraadslid van Kortrijk. Ze kregen acht zoons en een dochter.
              • Ernest d'Hoop (1864-1936), officier en directeur bij Tramways bruxellois, trouwde in 1888 in Dinant met Charlotte Henry de Frahan (1865-1944), dochter van Eugène Henry de Frahan, burgemeester van Lisogne. Ze kregen drie zoons en een dochter, met afstammelingen tot heden.
              • Alfred d'Hoop (1868-1934), conservator bij het Rijksarchief en voorzitter van de Association des conservateurs d'archives, de bibliothèques et de musées, trouwde in 1892 in Dinant met Léontine Henry de Frahan (1870-1946), met afstammelingen tot heden.
              • Émile d'Hoop (1870-1947), ingenieur van bruggen en wegen, trouwde in 1900 in Bailleul met Marie-Louise Liefooghe (1874-1921). Ze kregen drie zoons en drie dochters, met afstammelingen tot heden.
            • Felix-Henri D'Hoop (1827-1897), rijksarchivaris en historicus, trouwde in 1861 in Brussel met Marie-Cécile Piot (°1843), dochter van Charles Piot, rijksarchivaris en historicus. Het huwelijk werd in 1880 ontbonden en bleef kinderloos.
            • Ferdinand d'Hoop (1829-1859), vicaris van de Sint-Martinuskerk in Gent.
          • Eulalie d'Hoop (1801-1841), trouwde in 1830 in Gent met Ferdinand Le Fevere de Ten Hove (1798-1880), doctor in de rechten. Ze kregen een zoon en vier dochters, met afstammelingen tot heden.
          • Jean-Baptiste d'Hoop (1803-1870), trouwde in 1830 in Gent met zijn nicht Marie-Louise d'Hoop (1810-1870). Ze kregen drie zoons en twee dochters.
            • Gabrielle d'Hoop (°1833), trouwde met Nikolaus Wang (1827-1904), industrieel en landeigenaar in Bollechowitz, wat voormalig eigendom van Ferdinand-Antoine d'Hoop was. Ze kregen vier zoons, met afstammelingen tot heden.
            • Victor d'Hoop (1838-1876), cavalerieluitenant in het Oostenrijks leger, trouwde in 1862 in Blížejov met gravin Marie-Thérèse Dohalští z Dohalic (1836-1887). Ze kregen drie zoons en twee dochters.
              • Ludovika d'Hoop (1863–1920), trouwde in 1884 in Blížejov met graaf Františka Karla Bořka-Dohalského (1843–1925). Ze kregen vier zoons, met afstammelingen tot heden.
            • Jean-Baptiste d'Hoop (°1841), officier in de Oostenrijkse en Mexicaanse legers.
        • Ferdinand-Antoine d'Hoop (1771-1842), officier in het Oostenrijks leger, lid van de Staten van Bohemen, trouwde in 1807 in Wenen met gravin Catherine Auersperg (1776-1853), dochter van graaf Joseph Auersperg. Ze kregen een zoon, die jong overleed, en een dochter. In 1811 werd hem door keizer Frans II de titel van ridder (ritter von Hoop) toegekend, overdraagbaar op alle nakomelingen.
          • Marie-Louise d'Hoop (1810-1870), trouwde in 1830 in Gent met haar neef Jean-Baptiste d'Hoop (1803-1870).
        • Angélique-Françoise d'Hoop (1783-1859), trouwde in 1839 in Gent met Pierre Kocks (1809-1888). Het huwelijk bleef kinderloos.

Literatuur bewerken

  • 'Notice généalogique concernant la famille d'Hoop de Synghem', in Léon DE HERCKENRODE (red.), Nobiliaire des Pays-Bas et du Comté de Bourgogne, vol. 2, Gent, Gyslynck, 1866, 303-313.
  • J. LEFÈVRE, 'Alfred d'Hoop (1868-1934)', in Revue belge de philologie et d'histoire 13, 1934, 1-2, 614.
  • Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire de 1990, Brussel, 1990.