Cohen (Hebreeuws (כוהן) voor 'priester') is een veel voorkomende achternaam in de Joodse gemeenschap.

De zegenende handen op het graf van een afstammeling van Aäron (graf van Jacob Caan in Schimmert).

Degenen met deze naam of afleidingen hiervan worden meestal (maar niet altijd) beschouwd als nakomelingen van de leviet Aäron die de eerste hogepriester in de tabernakel was. De priesters van de joodse offerdienst in de tabernakel en later in de Joodse Tempel mochten alleen uit diens mannelijke nakomelingen worden gekozen. Nakomelingen worden ook wel Kohaniem (=priesters) genoemd.

Op Joodse begraafplaatsen is vaak een afbeelding van "zegenende handen" te zien bij mensen met de naam Cohen, of een afgeleide daarvan, zoals Caan, Caanen, Caen, Cohn, enz. Een voorbeeld van deze zegenende handen staat hierboven weergegeven. Deze zegen gaven Aäron en zijn volgelingen aan de gelovigen. De handen worden gevormd naar de Hebreeuwse letter sjin ש, de eerste letter van Sjaddai, wat 'almachtige' betekent. Zij worden vaak aan de rand van een pad begraven.

Genetische herkomst bewerken

Joodse mannen die kohanim zijn, behoren tot meerdere verschillende Y-chromosoom DNA haplogroepen.[1] Hun meest voorkomende afstamming heet de Extended Cohen Modal Haplotype. Dit geeft aan dat deze specifieke mannen allemaal een gemeenschappelijke mannelijke voorouder hebben, hetgeen ook valt af te leiden uit dezelfde achternaam, Cohen. Maar andere mannen met deze achternaam behoren tot andere haplogroepen.

Personen met de achternaam Cohen bewerken

Verder kan de achternaam ook verwijzen naar:

Zie de categorie Kohenitic surnames van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.