Cefalisatie is de evolutionaire tendens waarbij de mond, het zenuwweefsel en zintuigelijke organen zich concentreren aan de rostrale zijde van een dier, zodat een duidelijke hoofd- of kopregio ontstaat.[1] Cefalisatie komt voor bij de Bilateria: dieren met een tweezijdig symmetrisch lichaam. Cefalisatie gaf aanleiding tot de ontwikkeling van hersenen in verschillende diergoepen, zoals geleedpotigen, inktvissen en bovenal gewervelden.

Kreeftachtigen zijn gecefaliseerde dieren: hun ogen, antennen, monddelen en hersenen zijn allen in en rond het hoofd geconcentreerd.

Karakteristiek voor dieren die sterk gecefaliseerd zijn, is dat deze een uitgesproken beweeglijke levenswijze vertonen. Vaak is er sprake van een vergaande ontwikkeling van het voedingsapparaat, met name de monddelen, musculatuur en klieren.[2] Cefalisatie is het duidelijkst zichtbaar bij gewervelde dieren; met name de hersenen van vogels en zoogdieren zijn bijzonder complex qua organisatie.[3]

Sessiele dieren zoals poliepen ontvangen zintuiglijke informatie vanuit alle richtingen. Ze zijn daarom eerder radiaal symmetrisch van bouw en hebben geen kopregio. Hetzelfde geldt voor stekelhuidigen of mosselen, die een minder mobiele levenswijze hebben ontwikkeld.

Fylogenie

bewerken

De diergroepen die een duidelijke mate van cefalisatie vertonen liggen fylogenetisch gezien ver uit elkaar in de Bilateria-clade: hun gemeenschappelijke voorouder leefde honderden miljoenen jaren geleden. In onderstaande fylogenetische boom zijn de drie groepen die het sterkst gecefaliseerd zijn dikgedrukt. Sommige fyla zijn weggelaten.[4][5]

Eumetazoa

Neteldieren  


 Bilateria

Acoela  


Nephrozoa
 Deuterostomia
 Stekelhuidigen

 


Chordadieren

Manteldieren

  


Gewervelden (grote hersenen)

 





Protostomia
Ecdysozoa
 Nematoden

  


Geleedpotigen (beweeglijke ledematen)

 



Spiralia
Platwormen

 


Inktvissen (actieve levenswijze)

 







Zie ook

bewerken