Brief van Jezus Christus op zondag

De Brief van Jezus Christus op zondag (in Latijn Carta dominica) is een christelijke apocriefe tekst, waarvan vele varianten wijdverbreid voorkwamen, zowel in de Griekse als in de Latijnse Kerk. Het gemeenschappelijke element in alle varianten is de herinnering aan de zondagsplicht, goddelijke dreigementen (in het bijzonder landbouwrampen) bij volharding in het verwaarlozen van deze plicht, en het bevel om de boodschap uit te dragen. De brief zou zijn geschreven door Jezus Christus, of door God de Vader (waarbij Christus dan alleen de drager is) of door de Vader en de Zoon. De vroegst bekende vermelding van een dergelijke brief dateert van omstreeks 584. Alle varianten zijn vermoedelijk gebaseerd op een enkel origineel dat niet bewaard is gebleven.[1]

In de moderne tijd circuleerden verschillende vormen van de Brief van Jezus Christus. Voltaire heeft een boekje gereproduceerd, gedrukt in Bourges in 1771, met een versie van de Brief die in hetzelfde jaar 1771 op wonderbaarlijke wijze uit de lucht zou zijn neergedaald bij Paimpol.[2] De verspreiding van varianten van de Letter bleef in Frankrijk bestaan tot rond 1852, toen colportagelectuur verdween.[3]

Vader Hippolyte Delehaye, voorzitter van de Sociëteit van Bollandisten, zag in de woorden toegeschreven aan Onze-Lieve-Vrouw van La Salette een avatar van de Brief van Jezus Christus op zondag.[4]

Bibliografie bewerken

  • A. Vassiliev, Anecdota graeco-byzantina, 1, Moskou, 1893, p. XIV-XX en 23–32.
  • H. Delehaye, « Note sur la légende de la lettre du Christ tombée du ciel », Bulletin de l'Académie royale de Belgique, Classe de lettres, 1899, pp. 171–213. Herdrukt in H. Delehaye, Mélanges d'hagiographie grecque et latine, Brussel, 1966, p. 150-178.
  • M. Bittner, "Der vom Himmel gefallen Brief in seinen morgenländischen Versionen und Rezensionen", Denkschriften der kaiserlichen Akademie der Wissenschaften : philosophisch-historische Klasse, 51, 1, Wenen, 1906, p. 1-240.
  • R. Stübe, Der Himmelsbrief. Ein Beitrag zur allgemeinen Religionsgeschichte, Tübingen, 1918.
  • H. Delehaye, « Un exemplaire de la lettre tombée du ciel », dans Recherches de Science Religieuse, 18 (1928), p.164-169 (Mélanges Grandmaison).
  • Robert E. McNally, "Dies Dominica : Two Hiberno-Latin Texts", in Mediaevalia, vol. 22, 1960, p. 355-361. (First page online.)
  • A. de Santos Otero, Los Evangelios apócrifos, Madrid, 1963, p. 670-682.
  • M. Erbetta, Gli Apocrifi del Nuovo Testamento, 3, Turin, 1969, p. 113-118.
  • Jean Stern, La Salette, Documents authentiques, t. 1, Desclée De Brouwer, 1980, p. 375-392. (Bespreekt de mening van Delehaye 1928 over de relatie tussen de Brief van Jezus Christus en de verschijning van La Salette. Biedt bibliografische toevoegingen aan Delehaye 1899.)
  • Clare A. Lees, "The 'Sunday Letter' and the 'Sunday Lists' ", in Anglo-Saxon England, vol. 14, 1985, p. 129-151. (Preview online.)
  • M. van Esbroeck, "La Lettre sur le dimanche descendue du ciel", Analecta Bollandiana, 107, 1989, pp. 267–284.
  • Irena Backus, Introduction to the French translation of a Greek and a Latin version of the Letter, in Écrits apocryphes chrétiens, t. 2, Gallimard, Bibliothèque de la Pléiade, 2006, p. 1101-1106.
  • Martyn Lyons, "Celestial letters: morals and magic in nineteenth-century France", French History, Volume 27, Issue 4, December 2013, pages 496–514, online.
  • Calogero A. Miceli, "The Epistle of Christ from Heaven", in Tony Burke and Brent Landau (ed.), New Testament Apocrypha, vol. 1, Wm. B. Eerdmans Publishing, 2016, p. 455-463, gedeeltelijk op Google Boeken.