Nederlands: Chytridiomycota (schijnschimmels). Schijnschimmels hebben een veelkernige ‘thallus’, dat eencellig is of uit een systeem van hyfen bestaat. Dit thallus kan of in zijn geheel overgaan in een sporendoosje, of op bepaalde plaatsen sporangia vormen. De celwand is verstevigd met chitine (in de hyfen).

Schijnschimmels leven parasitair of saprotoof op levend, respectievelijk dood organisch materiaal. (bijv. insecten, planten, wieren, schimmels). De meesten leven in vochtige grond of zoet water, slechts enkelen leven in zee of onder zuurstofloze omstandigheden in de maag van herkauwers.

De Chytridiomycota komt wereldwijd voor en telt ruim 900 soorten. Waarschijnlijk zijn ongeveer 550 miljoen jaar geleden uit de schijnschimmels de drie andere hoofdafdelingen binnen het schimmelrijk ontstaan.

De voortplanting gebeurt door het produceren van enkelvoudige gameten.