Alexander Schimmelpenninck van der Oye (1913-1942)

Nederlands oorlogsslachtoffer

Alexander Schimmelpenninck van der Oye[1] ('s-Gravenhage, 21 december 1913Goirle, 15 augustus 1942) was een Zeeuwse baron die op 15 augustus 1942, samen met vier andere gijzelaars, door het Duitse leger werd gefusilleerd als represaille voor een mislukte aanslag.[2][3][4][5]

Leven bewerken

Hij werd geboren in Den Haag, als zoon van Alexander Willem Schimmelpenninck van der Oye en Jeanne Françoise Chassagnard. Hij bezat een landgoed bij het dorp Schuddebeurs op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland.[5] Op 1 november 1941 trad hij in Den Haag in het huwelijk met Catharina (Katy) Telders. Het echtpaar kreeg een zoon.[5]

Overlijden bewerken

Op 14 augustus 1942 werd Schimmelpenninck van der Oye in zijn villa Zorgvlied in Schuddebeurs gearresteerd door de Duitse bezetter en overgebracht naar het Kamp Sint-Michielsgestel.[6] Initieel stond hij niet op de lijst van gijzelaars die geselecteerd werden voor de executie, maar na een anti-Duitse redevoering van Koningin Wilhelmina in het Amerikaanse Congres werd besloten om twee personen van adel te fusilleren. Schimmelpenninck van der Oye werd uitgekozen, aangezien de Duitsers (ten onrechte) veronderstelden dat hij een goede band had met de Koninklijke familie.

 
Gedenkmonument op landgoed Gorp en Roovert

Schimmelpenninck van der Oye werd begraven op het landgoed Gorp en Roovert waar een monument voor hem en de vier andere gefusilleerden werd opgericht.

Hij staat vermeld op de Erelijst van Gevallenen 1940-1945.[7]

Zie ook bewerken