Albertus Johannes de Wit
Nederlands organist
Albertus Johannes de Wit, ook wel Albertus Johannis de Wit, (Berkel, 19 oktober 1861 – Rotterdam, 18 februari 1944[1]) was een Nederlands organist en componist.
Albertus Johannes de Wit | ||||
---|---|---|---|---|
Geboren | 19 oktober 1861 | |||
Overleden | 18 februari 1944 | |||
Land | ![]() | |||
Nevenberoep | organist | |||
|
Hij kwam voort uit het gezin van Martinus de Wit (1823-1876) en Flora Francken, maar werd grotendeels opgevoed door de tweede vrouw van Martinus Sara Catharina de Wit. Hijzelf was getrouwd met Jannetje Stoorvogel (1862-1932) en kreeg vier kinderen.
Zijn muzikale opleiding kreeg hij in Rotterdam van Johannes Barend Litzau en Ferdinand Blumentritt. Hij bespeelde niet alleen het orgel maar hij was voorts muziekdocent en handelaar in piano’s, orgels etc. Tevens schreef hij handleidingen in akkoordenleer, zelfonderricht in de harmonie en een toelichting op psalmmelodieën.
Werken
bewerken- opus 4: Lijdenszang
- opus 7: Engelenzang met koraal
- opus 8: Menuet
- opus 9: Nog juicht ons toe die zaal'ge nacht
- opus 10: Psalm 47 voor Hemelvaartsdag
- opus 12: Paaschmorgen
- Halleluja (Fantasie en koraal)
- Elegie, treur- of klaaglied in F majeur
Bronnen, noten en/of referenties
- J.H. Letzer: Muzikaal Nederland 1850-1910. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913, pagina 196
- Hij had een broer genaamd Johannis Albertus de Wit
- ↑ Overlijdensadvertentie: De Standaard 25 februari 1944