Het abc-vermoeden is een vermoeden (dat wil zeggen een uitspraak waarvan men vermoedt, maar niet heeft bewezen, dat zij waar is) uit de getaltheorie. Het vermoeden werd geformuleerd door Joseph Oesterlé en David Masser in 1985.

In augustus 2012 presenteerde de Japanse wiskundige Shinichi Mochizuki van de Universiteit van Kioto een bewijs van het vermoeden, dat sindsdien door collegawiskundigen wordt gecontroleerd op zijn correctheid. Het bewijs wordt zeer serieus genomen vanwege de goede staat van dienst van Mochizuki.[1][2]

Het vermoeden, plus enkele implicaties bewerken

Definities bewerken

Het drietal positieve gehele getallen   heet een abc-drietal, als   en   relatief priem zijn en  .

Onder de kwaliteit   van een drietal   verstaat men:

 .

Daarin is   het radicaal van  , d.w.z. het product van alle verschillende priemgetallen in de ontbinding van  .

Een gevolg is dat  

Het abc-vermoeden bewerken

Het abc-vermoeden is een uitspraak over abc-drietallen   die luidt:

Voor elke   zijn er slechts eindig veel getallen   en   zodanig dat  .

Toelichting plus implicaties bewerken

Er moet gelden dat  , anders kunnen elke   en   uit een drietal met 2 vermenigvuldigd worden, en wordt   twee keer zo groot zonder dat het radicaal toeneemt, zodat drietallen ontstaan met willekeurig grote kwaliteit.

Het abc-vermoeden is voorlopig slechts een vermoeden, zolang het gepresenteerde bewijs niet is geverifieerd.

Er bestaat een rijtje van records, waarbij de grootst bekende waarde van   bepalend is. Momenteel (mei 2013) is het record

  voor het abc-drietal  .

Dat het abc-vermoeden een sterke uitspraak is, kan bijvoorbeeld worden gezien doordat het zeer eenvoudig de laatste stelling van Fermat bewijst. Stel dat bewezen zou worden dat er geen getallen   en   zijn met  . Dan zou dat voor getallen   en   met

  en  

betekenen dat het drietal   een abc-drietal is, en dus dat

 

Het zou dus betekenen dat oplossingen van Fermat alleen mogelijk zijn voor  . Voor   is de laatste stelling van Fermat echter al sinds 1825 bewezen, dus volgt hieruit dat de laatste stelling van Fermat waar is.

Open problemen bewerken

Er zijn nog veel onopgeloste problemen omtrent het abc-vermoeden. Hieronder is een selectie:[3]

  • Is er een bovengrens  , zodat   voor alle abc-drietallen? Dit wordt ook wel de zwakke versie van het abc-vermoeden genoemd.
  • Het is bekend dat er voor iedere   een   te vinden is zodanig dat deze   in   abc-drietallen voorkomt. Maar het is nog niet bekend wat de kleinste   is die in   drietallen voorkomt.
  • Wat zijn de waarden die   aan kan nemen. Kan het verschil iedere willekeurige waarde aannemen? En zijn er waarden die vaak of minder vaak voorkomen?
  • Bij een abc-drietal   (dus met  ) is altijd een van de getallen deelbaar door 2, omdat twee oneven getallen opgeteld altijd even zijn. Maar is er voor elke   een drietal met  , waarbij   en   niet deelbaar zijn door  ?
  • Zijn er oneindig veel abc-tweelingen, dit wil zeggen twee drietallen met gelijke   en gelijke kwaliteit?

Aantal abc-drietallen met dezelfde b bewerken

Voor iedere   is er een   die in   abc-drietallen te vinden is, dus met  , waarbij de drietallen tevens voldoen aan  .[4]

Neem namelijk   met   zodanig dat   en neem voor de getallen   de volgende rij van   getallen:  .

Dan geldt voor elk van de   tweetallen  :

 

De getallen   zijn

 

En er geldt

 

Het radicaal   is dus maximaal   voor deze   drietallen, waardoor  .

Andere definitie van kwaliteit bewerken

Naast de standaarddefinitie van kwaliteit is het ook mogelijk om te kijken naar het product van   en  , in plaats van alleen naar c.[5] Nu wordt namelijk gedefinieerd:

 

Getallen   en   met een hoge waarde voor   worden Szpiro-drietallen genoemd.

De grootste gevonden kwaliteit   van een Szpiro-drietal is 4,41901, voor

 

Externe links bewerken

Voetnoten bewerken