Tweede Kamerverkiezingen 1877

De Tweede Kamerverkiezingen 1877 waren periodieke Nederlandse verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 12 juni 1877.

Tweede Kamerverkiezingen 1877
Datum 12 juni 1877
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 40
(40 leden waren niet-aftredend)
Opvolging verkiezingen
1875     1879
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

Nederland was verdeeld in 41 kiesdistricten, waarin 80 leden van de Tweede Kamer gekozen werden.[1] Een kiezer bracht evenveel stemmen uit als er afgevaardigden in zijn kiesdistrict gekozen werden. Om gekozen te worden moest een kandidaat minimaal de districtskiesdrempel behalen.[2]

De verkiezingen werden gehouden vanwege het aftreden van 40 leden van de Tweede Kamer van wie de zittingstermijn afliep op 16 september 1877. In twee kiesdistricten[3] was een tweede verkiezingsronde benodigd tussen de twee hoogstgeplaatste (niet-direct gekozen) kandidaten uit de eerste ronde vanwege het niet-behalen van de districtskiesdrempel. Deze tweede ronde vond plaats op 26 juni 1877.

Uitslag bewerken

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:

Groepering[4] Zetels
1875[5] Af[6] Bij[7] 1877 +/-
liberalen  42/43  21 26  48 +5  
conservatief-katholieken  14   8  8 14 0
antirevolutionairen  11/10   5  4  9 -1 
conservatieven  10   6  2  6 -4 
conservatief-liberalen   2  0  0  2 0
liberaal-katholieken   1  0  0  1 0
totaal 80 40 40 80 0

Gekozen leden bewerken

  Zie Lijst van Tweede Kamerleden 1877-1879 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Bij deze verkiezingen werden 34 leden herkozen. De stemmingen voor de overige zes vacatures hadden de volgende resultaten:

  • in het kiesdistrict Amsterdam versloegen Jan Rutgers van Rozenburg (91,8%, liberalen) en Petrus Holtzman (90,0%, liberalen) het aftredende lid Gerhardus Fabius (20,3%, conservatieven); Michiel Johan de Lange (liberalen), een tweede aftredend lid in dit district, had aangegeven niet herkiesbaar te zijn;
  • in het kiesdistrict Tiel werd Herman Dijckmeester (liberalen) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Hendrik van Rappard (conservatieven) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn;
  • in het kiesdistrict Utrecht werd Joan Röell (liberalen) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Jan Messchert van Vollenhoven (conservatieven) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn.

De zittingsperiode van de Tweede Kamer ging in op 17 september 1877. De zittingstermijn van Tweede Kamerleden bedroeg vier jaar.[8]

Bronvermelding bewerken