Bisschopswijn (ook wel "bisschop") is een alcoholische drank, die in Nederland in de periode vlak voor en tijdens Sinterklaas wordt gedronken. Om bisschopswijn te maken, wordt rode of witte wijn verwarmd met kaneel, kruidnagel, steranijs en sinaasappelschillen, en eventueel gezoet met suiker of honing. Daarna wordt de drank warm gedronken. De drank mag bij de bereiding niet koken, omdat dan de alcohol verdampt. In feite mag de wijn zelfs niet tot meer dan ongeveer 70 °C worden verhit, omdat het kookpunt van ethanol op 78,37 °C ligt.

Sinterklaas krijgt bij de intocht van 1952 een glas bisschopswijn aangeboden op het Damrak

De drank is eigenlijk dezelfde als de meer bekende glühwein die traditioneel rond de kerst gedronken wordt. Met dien verstande dat bisschopswijn wordt gemaakt met sinaasappel en glühwein met citrusvruchten, dus niet specifiek alleen met sinaasappel, maar ook met citroen en dergelijke.

De voorloper van de bisschopswijn is hipocras, een wijn die na het eten opgediend werd met gekonfijt fruit en taarten. Tevens werd hij gedronken met oud en nieuw, waarbij de hipocras begeleid werd door opgerolde wafeltjes, de zogenaamde 'rolletjes', die de windselen van het nog te ontginnen jaar symboliseerden.