Glühwein (letterlijk: gloeiwijn) is een alcoholische drank, die in het midden van Europa vooral in de periode vlak voor de kerstmis wordt gedronken. Om glühwein te maken, wordt rode of witte wijn verwarmd met kaneel, kruidnagel, steranijs en citrusschillen, en eventueel gezoet met suiker of honing. Daarna wordt de drank warm gedronken. De drank mag bij de bereiding niet koken, omdat dan de alcohol verdampt. In feite mag de wijn zelfs niet tot meer dan ongeveer 70 °C worden verhit, omdat het kookpunt van ethanol op 78,37 °C ligt. Glühwein heeft een alcoholpercentage van ongeveer 13%, hoewel ook kant en klare glühwein van 8,5% verkocht wordt.

Glühwein

Industrieel geproduceerde glühwein wordt vaak vervaardigd van massawijnen van lage kwaliteit en dan zeer sterk gezoet, om het gebrek aan kwaliteit van de gebruikte wijnen te maskeren. Dit soort glühwein wordt vaak goedkoop in grote flessen aangeboden. Glühwein die van betere kwaliteit is, wordt van betere wijnsoorten gemaakt, bijvoorbeeld van wijn uit de Rhônevallei en wordt minder sterk gezoet.

Traditioneel wordt glühwein gedronken op de Duitse Weihnachtsmarkt, meestal uit een (min of meer) kunstvol gedecoreerde mok met vermelding van het jaar en de plaats van de kerstmarkt, waarvoor een statiegeld van rond de twee tot drie euro betaald wordt. Het is gebruikelijk (en uitdrukkelijk de bedoeling) als bezoeker van de Weihnachtsmarkt een van deze mokken als souvenir mee naar huis te nemen. Uitzonderingen hierop bieden soms kleine en minder commerciële markten, waar echter ook geen mokken met plaatsnaam en jaartal grootschalig gefabriceerd en uitgegeven worden.

Glühwein wordt in Nederland ook met Sinterklaas gedronken en heet dan bisschopswijn.

De voorloper van de bisschopwijn is hipocras, een wijn die na het eten opgediend werd met gekonfijte vruchten en taarten.