Zweedse Oost-Indische Compagnie

bedrijf in Zweden

De Zweedse Oost-Indische Compagnie (Zweeds: Svenska Ostindiska Companiet of SOIC) werd in het jaar 1731 in Göteborg gesticht met als doel handel te drijven met het Verre Oosten.

Replica van de Oost-Indiëvaarder Götheborg in 2005
Het Zweedse Oost-Indië huis in Gotenburg, nu Stedelijk Museum

Geschiedenis bewerken

In 1626 was er al een voorloper geweest toen de Nederlander Willem Usselinx van de Zweedse koning het privilege kreeg handel te drijven op de beide Indiën. Deze maatschappij voer voornamelijk op West-Indië; de kaper Abraham Blauvelt was er in dienst. Een ander antecedent was de handel van Louis de Geer en de Zweedse Afrikacompagnie op de Guineekust (1647-1663).

De nieuwe onderneming was geïnspireerd door de succesvolle Nederlandse Vereenigde Oostindische Compagnie en de Britse Oost-Indische Compagnie, maar er waren ook essentiële verschillen. De Zweedse compagnie had geen kolonies of factorijen en richtte zich op een beperkt aantal goederen (thee, porselein en zijde uit Guangzhou). Een meer directe invloed ging uit van de Oostendse Compagnie, die in deze periode was opgeschort. Twee aandeelhouders ervan, de Schotten Colin Campbell en Charles Irvine, kozen de Zweden boven de Denen en herinvesteerden hun middelen en kennis in de Zweedse Oost-Indische Compagnie.[1]

De compagnie werd in de loop van de 18e eeuw de grootste handelsonderneming van Zweden. Haar charter werd verlengd in 1746, 1766, 1786 en 1806. Vanuit Göteborg ondernam de Zweedse Oost-Indische Compagnie 132 reizen, totdat ze in 1813 failliet ging. De voornaamste oorzaken hiervan waren het verlagen van de Britse theetaks (de smokkel op Groot-Brittannië was een belangrijke inkomstenbron), concurrentie van de Amerikanen, en financieel wanbeheer.[2]

Literatuur bewerken

  • Christian Koninckx, "La compagnie suédoise des Indes orientales et les Pays-Bas autrichiens. Esquisse succincte d'une participation 'belge' à l'étranger au XVIIIe siècle", in: Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, XXIV, 1978, nieuwe reeks, afl. 3, p. 295-329
  • Christian Koninckx, The first and second charters of the Swedish East India Company (1731–1766). A contribution to the maritime, economic and social history of north-western Europe in its relationships with the Far East, 1980
  • Robert Hermansson, The Great East India Adventure. The Story of the Swedish East India Company, 2004. ISBN 9197520098
  • Hanna Hodacs, Silk and Tea in the North. Scandinavian Trade and the Market for Asian Goods in Eighteenth-Century Europe, 2016. ISBN 1349687324

Voetnoten bewerken

  1. David Abulafia, The Boundless Sea. A Human History of the Oceans, 2019, p. 723
  2. David Abulafia, The Boundless Sea. A Human History of the Oceans, 2019, p. 726