Wikipedia:Wikiproject/Verzetskranten/Beginnetjes/Sol justitiae; het Utrechts studentenblad (verzetsblad, Utrecht)

Hieronder zie je een beginnetje (opzetje, stub) van een Wikipedia-artikel over een Nederlandse verzetskrant uit de Tweede Wereldoorlog.

Dit beginnetje is aangemaakt in het kader van het Wikiproject Verzetskranten.

De informatie in het beginnetje is rechtstreeks overgenomen uit het boek De ondergrondse pers 1940-1945 van Lydia Winkel, in zijn geheel als PDF te vinden op Wikimedia Commons.

Onderstaand beginnetje is nog niet rijp voor de hoofdnaamruimte van Wikipedia, je kunt helpen om het te controleren of aan te vullen tot een volwaardig artikel.

In de handleiding voor deelnemers aan het Wikiproject Verzetskranten lees je hoe dit werkt.

Andere beginnetjes van verzetskrantenartikelen vind je in Wikipedia:Wikiproject/Verzetskranten/Beginnetjes


Sol justitiae; het Utrechts studentenblad
Plaats(en) van uitgave Utrecht
Verschijningsfrequentie Onregelmatig
Inhoud Algemene artikelen, Binnenlandse berichten en Opinie-artikelen
Reproductiemethode Gedrukt
Oplage Tussen de 2500 en 3500
Datum eerste uitgave 7 oktober 1943
Datum laatste uitgave 23 september 1944
Taal Nederlands
Vervaardigers/redacteuren C. Nicolai J.F.Ch. Steijling R.A. van Valkenburg F.A. Vening Meinesz W. Eggink J. Jongbloed
Gerelateerde kranten Slaet op den trommele De uilenspiegel der Utrechtsche studenten Ons volk; den vaderlant ghetrouwe
Nr. in DOP van L.E. Winkel 748
Beschrijving in catalogus 376306300
Portaal  Portaalicoon   Media

Sol justitiae; het Utrechts studentenblad was een verzetsblad uit de Tweede Wereldoorlog, dat vanaf 7 oktober 1943 tot en met 23 september 1944 in Utrecht werd uitgegeven. Het blad verscheen onregelmatig in een oplage tussen de 2500 en 3500 exemplaren. Het werd gedrukt en de inhoud bestond voornamelijk uit algemene artikelen, binnenlandse berichten en opinie-artikelen.

Betrokken personen

bewerken

Gerelateerde kranten

bewerken

Categorie:Illegale pers in de Tweede Wereldoorlog

Ruwe tekst Winkel-lemma

bewerken

Hieronder staat de tekst over Sol justitiae; het Utrechts studentenblad uit lemma nr. 748 van De Ondergrondse Pers. Met behulp van deze tekst (en andere bronnen) kunnen Wikipedianen het bestaande artikel verbeteren. De Ondergronds Pers is ook als full-text PDF beschikbaar op Wikimedia Commons, daar is onderstaande tekst dus ook terug te vinden.

Hoewel de plannen voor de oprichting van een Utrechts studentenorgaan met het doel na de oorlog de verdeeldheid onder de studenten te bestrijden en de Utrechtse studentenmaatschappij op democratische voet te reorganiseren reeds geruime tijd klaar lagen, werd de doorslag tot de uitgave gegeven door twaalf vragen, waarmee het artikel 'De toekomst van de universiteitswereld' in DE GEUS no. 21 d.d. 4 september 1943 besloot (zie ook DE GEUS no. 22 d.d. oktober 1943). De redactie werd gevormd door W. Eggink (zie ook: SLAET OP DEN TROMMELE!, nr. 741), C. Nicolai, J.F.Ch. Steijling (zie ook: DE UILENSPIEGEL DER UTRECHTSCHE STUDENTEN, nr. 889) en jhr. R.A. van Valkenburg. Inmiddels was op 6 september 1943 ook het contact met de 'goede' Utrechtse hoogleraren tot stand gekomen en werden in nauwe samenwerking met hen hervormingsplannen voor het onderwijs (b.v. betreffende het studium generale) uitgewerkt. Naast prof. dr. J. Jongbloed was vooral prof. dr. ir. F.A. Vening Meinesz, te wiens huize in Amersfoort vele vergaderingen werden gehouden, hierbij een stuwende kracht. In verband met diens studiereizen per onderzeeër werd het contact aangeduid als K18. Vermeldenswaard is, dat tot en met 19 eptember 1944 33 vergaderingen met de hoogleraren werden belegd. Verschillende malen leefde de controverse tussen de Corpscommissie en het rooms-katholieke VERITAS op. Op 6 januari 1944 werden echter alle geschillen definitief rechtgetrokken. Toen trof de Utrechtse studentenwereld een grote slag door de arrestatie van Eggink op 21 januari 1944 (zie ook ONS VOLK, nr. 581). Voor de SOL betekende dit bovendien, dat naar het zetsel van het derde nummer gedurende een maand bij alle mogelijke drukkers in den lande moest worden gezocht, daar alleen Eggink wist bij wie hij het had ondergebracht. Toen het tenslotte was gevonden, moest bij een overhaaste vlucht uit een trein één pagina van de zware vracht worden achtergelaten. Hierdoor is het te verklaren dat het derde nummer uiteindelijk verscheen met een blanco pagina. In september 1944, toen er zes nummers waren uitgekomen, werd de uitgave gestaakt daar de redactie na Dolle Dinsdag ander verzetswerk belangrijker achtte.