Wikipedia:Educatieprogramma/ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalers/L Histoire de Lyon

De geschiedenis van Lyon inventariseert, bestudeert en interpreteert alle gebeurtenissen uit het verleden die verbonden zijn met deze stad. Al sinds de prehistorie is deze plek bewoond, maar de eerste stad, Lugdunum genaamd, dateert uit de tijd van het oude Rome. Tijdens het Romeinse Rijk werd Lyon een machtige stad, hoofdstad van Romeins Gallië. Door de val van het Romeinse Rijk kreeg de stad een ondergeschikte rol in het Europese gebied vanwege de afstand tot de machtscentra. Daarna nam de stad de positie in van een grensstad door de splitsing van het Karolingische Rijk. De Rhônestad behield gedurende de hele periode van de Middeleeuwen de twee volgende kenmerken - minder invloed, en ligging in het buitengebied. Tot de 14e eeuw was de politieke macht volledig in handen van de aartsbisschop, die de autonomie van zijn stad angstvallig beschermde. Pas in 1312-1320 kwam er een consulair instituut aan de macht, op het moment dat de stad definitief deel uitmaakte van het koninkrijk Frankrijk.

Tijdens de Renaissance ontwikkelde Lyon zich sterk en werd een grote Europese handelsstad. Deze tweede Gouden Eeuw werd echter verscheurd door de godsdienstoorlogen waardoor een deel van de buitenlandse handelsbankiers voorgoed verjaagd werden. Tijdens de absolute monarchie bleef Lyon een gemiddelde stad in Frankrijk, waar zijdewerk de belangrijkste rijkdom was. De Revolutie verwoeste de stad, die zich in 1793 tegen de Conventie verzette. Militair gezien werd de stad zwaar onderdrukt en kwam het zeer verzwakt uit de revolutionaire strijd.

Napoleon hielp met het herstel van de stad door de zijdewerkers te steunen die tegelijkertijd met de ontwikkeling van het jacquardweefgetouw opkwam. Dit was het startpunt van een economische en industriële rijkdom die ondanks golfbewegingen zou duren tot aan de Eerste Wereldoorlog. In de 19e eeuw was Lyon een stad van zijdewevers en kende in 1831 en 1834 gewelddadige arbeidersopstanden. De Belle Époque markeerde het einde van de zijde-industrie van Lyon en de opkomst van vele andere takken van industrie (auto, chemie, elektriciteit). Met de Derde Republiek won de gemeente de macht terug en ging het een lange eeuw van radicalisme tegemoet, die eindigde met Édouard Herriot in 1957. Lyon, een van de belangrijkste steden in de vrije zone, werd in de Tweede Wereldoorlog als het centrum van de grote netwerken van het Franse verzet beschouwd. Met name Jean Moulin verenigde ze binnen de verzetsbeweging. Aan het einde van de oorlog herstelde Lyon zich snel en de stad maakte een sterke stedelijke ontwikkeling door met de bouw van een groot aantal woonwijken. De stad met machtige industrieën en een bloeiende tertiaire sector behield de positie van grote Franse en Europese metropool.

Prehistorie en tijdperk voorafgaand aan Romeinse verovering

Gedetailleerd artikel: Lyon in de Prehistorie.

Gallische ceremoniële strijdwagen (7e eeuw v. Chr.) ontdekt in La Côte-Saint-André en bewaard in het Gallo-Romeinse museum van Fourvière.

Er is bewijs dat er vanaf de Prehistorie mensen1 woonden. In Vaise zijn veel voorwerpen gevonden waarvan de oudste uit het Mesolithicum dateren. Talrijke sporen van huizen en keramieken die ontdekt werden, dateren uit de Eerste IJzertijd (6e eeuw v.Chr. op deze plek) en zijn het bewijs dat er handelsroutes tussen de Middellandse kust en het noorden van Europa liepen, zonder dat er sprake was van verstedelijking2. Sporen van bewoning door mensen in de Tweede IJzertijd tonen aan dat er voor de Romeinse tijd geen nederzettingen waren, maar ze zijn wel het bewijs dat Fourvière door de omliggende volkeren als een heilige plaats werd gebruikt3. Archeologische materiaal lijkt het bestaan van grote Gallische bijeenkomsten en van een handelsplaats te bewijzen. Deze diende als uitwisselingsplaats tussen de Romeinen en de stammen van de Ségusiaves en Haedui 4,5.

Oudheid

Gedetailleerd artikel: Lugdunum.

Opgericht volgens de wil van Rome werd Lugdunum de hoofdstad van de Galliërs dankzij haar strategische ligging. Als belangrijk politiek, religieus en commercieel centrum ontwikkelde de stad zich sterk tot een kosmopolitische stad. De kerstening vond plaats vanaf de eerste eeuw6.

Stichting van Lugdunum

Lugdunum zou met Vienne, Nyon en Augst gesticht geweest zijn als onderdeel van een kolonisatiepolitiek die Julius Caesar invoerde, om de stabiliteit van de nieuw veroverde volkeren veilig te stellen en om veteranenlegionairs te belonen met land en rechten. In het geval van Lugdunum zou het gaan om toezicht op de Allobroges7.

Buste die waarschijnlijk Munatius Plancus voorstelt, 1e eeuw, Gallo-Romeins museum van Fourvière

In de plaats Lyon zijn veel sporen van Gallische nederzettingen van voor de stichting terug te vinden; vooral in de wijk Saint-Vincent in Vaise8 en Fourvière9,10. De plaatsnaam Lugdunum duidt voornamelijk de kolonie Fourvière aan, Condate de hellingen van de Croix-Rousse en canabae11 de vlaktes bij de rivier. Voor de stichting had de samenvloeiing van de Rhône en de Saône een heel ander aangezicht dan nu. De Saône stroomde aan de voet van de heuvel; pas in de eerste eeuwen van onze jaartelling werd er een tweede aftakking van de rivier gevormd en door geleidelijke demping ontstond er ruimte op de plek van het huidige Oude Lyon.

Het is mogelijk dat de Romeinen die uit Vienne kwamen zich er eerder vestigden en een eerste bewoonde kern van de kolonie vormden, maar over dit punt bestaat discussie tussen historici12.

Stichting van de kolonie

Lucius Munatius Plancus, voormalig officier van Julius Caesar en proconsul van het gebied tussen de Pyreneeën en de Rijn (la Gaule chevelue), zette de stichting in 43 v.C. voort. Over de exacte dag discussiëren de historici13. De herkomst van de kolonisten en hun maatschappelijke positie is niet zeker. Specialisten suggereren dat ze deels uit de kolonie Vienne kwamen en deels uit de legioenen van Munatius Plancus14.

De kolonie was niet degelijk versterkt en beschikte nauwelijks over wallen en houten omheiningen15. Als kleine kolonie had het geen forum16. Vernoemd naar de oprichter Colonia Copia Felix Munatia Lugdunum verloor het onder keizer Claudius de verwijzing naar Munatius Plancus en werd het Colonia Copia Claudia Augusta Lugdunensium. De bewoners waren Romeinse burgers die tot de Galeria stam gerekend werden als ze vanaf hun geboorte vrij waren en tot de Palatina stam17 als ze waren bevrijd.

Herkomst van de naam Lugdunum

Er bestaat discussie over de precieze betekenis van de naam Lugdunum. De term ‘Dunum’ betekent in de Keltische taal een hoogte, heuvel of citadel. De betekenis van Lug is minder duidelijk. Sommigen beweren dat het mogelijk een verwijzing is naar de Keltische god Lug. Desondanks hebben archeologen ter plekke geen sporen van een cultus gevonden, maar wel in Condate en Vaise. Mogelijk is lug afkomstig van het woord lux, dat licht betekent. Anderen verwijzen weer naar een fragment uit het werk De Fluviis van de pseudo-Plutarch waarin de plaats de naam Lougoudounon krijgt, van Lougos dat kraai betekent18.

Lyon, hoofdstad van de Galliërs

Standbeeld van Augustus, Vaticaanmuseum.

Stedelijke ontwikkeling

Overzicht van de belangrijkste monumenten van Lugdunum.

De stad groeide en werd snel rijk dankzij de ligging en haar invloed. Waarschijnlijk tussen 20 v. Chr. en 10 v.Chr., data die lastig te bepalen zijn, werden aquaducten gebouwd. Op korte tijd werden veel monumenten gebouwd. Het eerste monument was het theater met een capaciteit van 10.700 plaatsen23 en het oudste van Gallië, dat tussen 16 v.Chr. en 14 v.Chr. werd gebouwd en onder Keizer Augustus werd ingehuldigd22, 15. Op 19 april v.Chr. werd het amfitheater De Drie Galliërs ingehuldigd en rond 130-136 verder uitgebreid. In dezelfde periode werd het altaar van het federale heiligdom gerenoveerd25. Op de top van de heuvel van Fourvière, op de locatie van de huidige basiliek die het hart van de stad op het hoogste punt vormt, heeft A. Audin monumentale overblijfselen geïdentificeerd als het forum, een kapittelkerk, de curie en de basiliek26. Identificaties die sindsdien in twijfel worden getrokken27. In de loop van de 2e eeuw werd een circus gebouwd waarvan de locatie niet vaststaat28. Het is grotendeels bekend door de afbeelding op een mozaïek 29. Antonin gaat rond 160 verder met de aanbouw van een odeon met 3000 plaatsen.30.

Zicht op het theater van Fourvière.

Behalve prestigieuze monumenten ontwikkelde er zich ook een agglomeratie van stadskernen. Gemeenschappen van handelaren bloeiden: schippers, wijnhandelaren, dragers, stucwerkers, pottenbakkers, enz. Elke gemeenschap was hiërarchisch georganiseerd met een raad en hoogwaardigheidsbekleders die het ambacht structureerden en vertegenwoordigden bij de autoriteiten. Sommige gemeenschappen hadden ook hun eigen begraafplaats31. Amable Audin schat de totale bevolking op 35.000 inwoners32, Pelletier op 40.000 33 en Bruno Benoit op een aantal tussen 50.000 en 60.00034. Lyon, een van de grootste steden in Gallië, was een kosmopolitische stad waar veel inwoners Griekse namen hadden, waarschijnlijk meer dan een kwart van de bevolking35.

Werking en integratie in het rijk

Kaart van de provincies van Romeins Gallië onder het Hoge Romeinse Rijk.

Lyon had vanaf de oprichting de status van een volwaardige Romeinse kolonie (optimo iure). Burgers hadden alle politieke en burgerlijke voordelen van de Romeinen, maar betaalden meerdere directe belastingen. Vervolgens kreeg de stad in de tweede eeuw het Italiaanse recht, dat inwoners vrijstelde van directe belastingen. De stad bestuurde zichzelf, maar geen enkele tekst over de gemeentelijke wetten is overgebleven36. Anderzijds geven de talrijke Latijnse inscripties (meer dan drieduizend) informatie over de inwoners en hun functies37.

Het priesterschap van de staatscultus was het hoogste administratieve ambt waar de Romeinse burgers in Gallië aanspraak op konden maken. Het werd  gehouden in Lyon, in een tempel waar geen archeologische sporen van te vinden zijn. De priesters werden het hele jaar gekozen door de steden en het hoogtepunt was een ceremonie in augustus wanneer afgevaardigden uit heel Gallië de keizer kwamen aanbidden. De bijeenkomsten van de afgevaardigden hadden niet alleen een sacramentele functie. Uit de afgevaardigden werden ook personen benoemd die de Raad van de Drie Galliërs vormden. Over de rol van de Raad is weinig bekend, maar voorzien van aanzienlijke financiële middelen moest het dienen als contactpersoon tussen de Gallische elite en de keizers44.

Lugdunum, keizerlijke stad

Buste van Claudius, Pio-Clementino Museum, Vaticaan.

Door de strategische ligging en politieke invloed was Lugdunum tijdens de hele oudheid betrokken bij enkele grote gebeurtenissen die het rijk troffen en de stad werd door veel keizers bezocht.

Onder Nero, in 64, hielpen de inwoners van Lyon de Romeinse slachtoffers van de brand in Rome door een bedrag van 4 miljoen sestertiën te sturen. Het volgende jaar waren ze zelf slachtoffer van een ramp en Nero stuurde hetzelfde bedrag om de stad opnieuw op te bouwen. Deze brand, enkel bekend door een tekst van Seneca N1 en Tacitus N2, is nooit bevestigd door archeologische sporen.46.

In 68 kwam Vindex, de Gallische senator van Lyon, in opstand tegen de macht van Nero. Tijdens dit conflict werd Lyon belegerd door de bewoners van Vienne, maar die moesten na de nederlaag tegen Vindex het slagveld verlaten. Galba, voor een korte periode de nieuwe keizer, strafte echter de inwoners van Lyon voor hun steun aan Nero. In de wanorde tijdens het Jaar van de Vier Keizers vielen de inwoners van Lyon weer in de gunst van de nieuwe keizer Vitellius, die de bewoners van Vienne strafte. Vervolgens ging hij naar Lyon om de keizerlijke assisen te houden, waarbij grote feesten werden georganiseerd N 3,46.

Buste van Caracalla, Gallo-Romeins Museum van Fourvière.

In 160 maakte een inscriptie melding van het eerste beroemde stierenoffer in het keizerrijk, een religieuze samenkomst van oosterse culten ter ere van Cybele47. Bewijs hiervan bestaat dankzij de vondst in 1704 van het altaar voor het stierenoffer48. In 177 was Lyon het toneel van de eerste christenvervolging in Gallië en zelfs van de eerste vermelding van het bestaan van christenen in het land.

Godsdiensten en kerstening van Lugdunum

Zoals alle Romeinse steden kende Lyon in de eerste periode van haar bestaan officiële vereringen van de stad en de keizer52. In tegenstelling tot andere vormen van verering leek de keizercultus hier veel belangrijker te zijn. Tijdens de hele eerste eeuw werd er melding gemaakt van zeventig Severi Augustales, die zelfs een ‘Augustusgenootschap’ vormden, en van vijf flamines, die allen prominente lokale figuren waren.. De Severi hadden een prestigieuze sociale positie in Lyon met dezelfde rang als de ridders, net na de decurions53. Al heel vroeg, vanaf Tiberius, werd er met de tempel bekend als ‘Clos du Verbe incarné’ bewijs gevonden van de keizerlijke verering. De tempel is een zeldzaam geheel van dit bekende type54,55

Amfitheater van De Drie Galliërs, waar het martelaarschap van 177 plaatsvond

De eerste vestingsplaatsen van het christendom in Gallië kennen we door een brief die wordt toegeschreven aan bisschop Irenaeus, een van de eerste kerkvaders die door Eusebius van Caesarea in zijn Kerkelijke geschiedenis N 4 overgenomen is. Door de brief kan de komst van het geloof van Christus in de stad gedateerd worden in het midden van de elfde eeuw 56. Lyon is een gunstige locatie voor deze komst door de centrale ligging in de Europese handelsstromen en het groot aantal buitenlanders dat zich in de stad begaf en vestigde, vooral joden57. Deze buitenlanders namen echter hun eigen cultus mee, zoals van Mithra, Isis of Cybele. De eerste christenen waren dus afkomstig uit het oosten, vooral van Phrygië, net als een deel van de bevolking van de stad. De cultus was in alle sociale klassen vertegenwoordigd. Tijdens de eerste jaren tot aan de 3e eeuw, was Lyon waarschijnlijk de enige Gallische stad met een bisschop58. De meest bekende periode van dit tijdperk staat gedetailleerd beschreven in de brief van Irenaeus aan Eusebius van Caesarea; de brief gaat over het martelaarschap van veel christenen in 177 59,6. Historici hebben verschillende hypotheses voorgesteld, ook al gaf de tekst ons veel details prijs die de vervolging verklaarden: traditionele vijandigheid van de Romeinen tegenover christenen59, concurrentie tussen de godsdiensten61 en de extremistische houding van bepaalde christenen onder invloed van het montanisme62,63. Christenen ontvluchtten de vervolgingen door vooral hun toevlucht te zoeken op Île Barbe. Tijdens de vierde eeuw sloot de stad de heidense tempels en reorganiseerde het sociale leven rondom de bisschop en de kalender van de Kerk. Lyon werd een van de intellectuele centra van het christendom, beroemd in de vijfde eeuw door Sidonius Apollinaris64,65. De abdij van Île Barbe werd gesticht in de vijfde eeuw.

Vroege Middeleeuwen

Gedetailleerd artikel: Lyon in de Vroege Middeleuuwen in het jaar 1000.

Tijdens de eerste eeuwen van de Middeleeuwen ging de heerschappij van Lyon over van de Bourgondiërs naar de Franken, terwijl alles heel autonoom bleef. Vanaf die tijd werd de bisschop de ware heerser van de stad. Deze periode is niet zo bekend, de beschikbare bronnen zijn niet volledig.

Stad omringd door de Saône

Met het instorten van het Romeinse Rijk verlieten de inwoners van Lugdunum geleidelijk de hoge stad om zich te vestigen op beide oevers van de Saône66,67. De teksten en de archeologische opgravingen hebben niet voor een algemeen beeld van de verstedelijking van die tijd gezorgd, alleen de religieuze gebouwen zijn enigszins bekend68. Ze bestonden uit een kathedraalgroep met twee kerken (Saint-Jean en Sainte-Croix) en een doopkapel (Saint-Étienne), begraafplaatsen met basilieken (Sint-Just en Sint-Irénée) en kloosters voor monniken met verschillende vormen van kloosterleven69.

Van de ene overheersing naar de andere

Kaart van het Bourgondische koninkrijk.

In 534 veroverden de zonen van Clovis makkelijk dit koninkrijk onder Frankische overheersing, waarbij de Bourgondiërs te klein in aantal waren en te verdeeld om verzet te bieden. De volgende Frankische koningen maakten ruzie over het Bourgondische koninkrijk. Lyon is het vaakst in bezit van de koning van Neustrië. Lyon heeft waarschijnlijk geen zware schade geleden door deze machtswisselingen, maar de stad verloor alle directe politieke macht. De hoofdstad van het hertogdom lag in Chalon-sur-Saône. De stad van de Rhône behield echter een groot religieus aanzien73. De latere periode, tijdens de Frankische overheersing, is niet zo bekend. Enkele overgeleverde teksten over de zesde en zevende eeuw, zijn in wezen religieus. Bovendien geeft de centrale periode van de achtste eeuw geen enkele informatie over de bisschoppen die wie wij alleen van naam kennen70,74.

Maatschappij in Lyon tijdens de Vroege Middeleeuwen

Over het intellectuele leven van deze periode is weinig bekend. De enige inwoners van Lyon die een markant werk nagelaten hebben, zijn Sidonius Apollinaris, Eucherius en Viventiolus. De eerste was de schrijver van brieven en lofredes die ons informatie geven over de evolutie van de Gallo-Romeinse wereld in de vijfde eeuw tijdens de overheersing door Germaanse volkeren. Eucherius schreef veel werken en brieven over het christelijke geloof. Tenslotte heeft Viventiolus ons ‘Une Vie des pères du Jura’ nagelaten dat het begin van het monnikendom in de regio beschrijft76. Hoe dan ook is het nodig om op te merken dat al deze teksten dateren uit de vijfde eeuw en een heel klein aantal teksten uit de volgende periode77.

Van de Karolingische tijd tot het jaar 1000

Gedetailleerd artikel: Lyon van de Vroege Middeleeuwen in het jaar 1000.

De stad was een Karolingische haard van de Renaissance, onder impuls van bisschop Leidrade (vriend van Alcuin), van diaken Florus, daarna van Agobard. Na het Verdrag van Verdun en de opvolging van Karel de Grote, werd de stad officieel verdeeld tussen twee van zijn kleinzonen. De rechteroever van de Saône kwam in handen van Karel de Kale en Presqu’île van Lotharius. Deze verdeling ontkwam echter niet aan de invloed van de bisschop die in feite de twee oevers tijdens zijn heerschappij verenigde onder de soevereiniteit van keizer Lotharius. Na de korte Karolingische periode viel er opnieuw een sluier van duisternis over de geschiedenis van Lyon die veroorzaakt werd door de schaarste aan beschikbare bronnen.

Aangezicht van Lyon

Tijdens deze periode evolueerde Lyon topografisch gezien nauwelijks vergeleken met voorgaande eeuwen78. Het belangrijkste stadscentrum lag nog altijd aan de rechteroever van de Saône, tussen Saint-Laurent de Choulans in het zuiden en Saint-Paul in het noorden. Er zijn ook concentraties met inwoners rond Saint-Just en Saint-Irénée, op de heuvel van Fourvière en op Presqu’île. Zonder documentatie is het niet mogelijk om de bevolking van die tijd in kaart te brengen79.

Karolingische Renaissance in Lyon

Agobard en Leidrade probeerden te bewerkstelligen dat religieuzen in de regio de regels beter opvolgden; ze introduceerden de hervormingscanons die door Karel de Grote waren opgesteld. Zo stonden in vijf hoofdstukken in het Boek der Broederschappen van de Abdij van Reichenau de kanunniken in Lyon vermeld: en hoofdstukken over de kathedraal van Saint-Etienne, die later de naam Saint-Jean, Saint-Paul, Saint-Just, Saint-Nizier en Saint-Georges kreeg 83. De hoofdstukken over de kanunniken moeten een verandering in het bevolkingsevenwicht tot gevolg hebben gehad. De bouwwerken die onvermijdelijk na deze hervorming verrezen – eetzalen, kloosters en slaapzalen - hebben zeker een belangrijke invloed op de bodem gehad. Terwijl opgravingen op dat moment geen topografische uitbreiding aan het licht brachten, zijn deze nieuwe kenmerken een verklaring waarom de toekomstige uitbreiding van de stad op de linkeroever van de Saône plaatsvond; deze uitbreiding vindt pas na de 10e eeuw plaats84.

Lyon en de machthebbers

Kaart van de verdeling van het Keizerrijk van Karel de Grote bij het Verdrag van Verdun.

Terwijl het aangezicht van Lyon onveranderd bleef, waren de instituten in beweging: de religieuze macht oefende stevig gezag uit over de stad. Tijdens deze periode bestuurden de bisschoppen in feite de stad. Lyon was te ver  van de machtscentra gelegen waardoor de verschillende koningen, die de stad bezaten, niet echt controle konden uitoefenen. Sommigen mengden zich zelfs in de grote conflicten van die tijd 85.

Rudolph III van Bourgondië, verbonden aan verschillende bisschoppen van Lyon.

Genealogie van de Ottonen, kroniek van de Heilige Pantaleon, XIIe eeuw, hertogelijke bibliotheek van Wolfenbüttel.

Elfde en twaalfde eeuw

Gedetailleerd artikel: Lyon in het jaar 1000 opnieuw behorend bij Frankrijk.

In het hart van de Middeleeuwen is Lyon een stad die grotendeels onafhankelijk is en overheerst wordt door de plaatselijke kerkelijke macht. De stad ontwikkelt zich langzaam en wordt gekenmerkt door weinig beweging op intellectueel en institutioneel gebied.

Stedelijke ontwikkeling

Tijdens deze twee eeuwen breidt Lyon nauwelijks uit, maar wordt er verbouwd en veranderd91. De stad profiteert bijna niet van de sterke bewegingen van de ambachtelijke industrie en handel en neemt er daarom genoegen mee dat het zich ontwikkelt door landbezit van haar religieuze leiders. Zij zijn actief en voeren talrijke bouwwerken uit92.

Nieuwe gebouwen

Kasteel van Pierre Scize, tekening van P.J.X Bidauld - Musée d'Histoire in Lyon, Hôtel Gadagne.

Aan het eind van de 12e eeuw wordt ten noorden van Presqu’île een omheining met een gracht gebouwd en daarin de stadspoort Saint-Marcel. In de hoofdstad van de Rhône verschijnen op dat moment ook tal van religieuze gebouwen. De kapellen Sainte-Marie en Saint-Thomas worden gebouwd in Fourvière, terwijl Notre-Dame de la Platière, een nieuwe kapittelkerk, wordt gesticht op de rechteroever van de Saône. Op het gebied van kerkelijke architectuur worden op de meeste open bouwplaatsen vooral renovaties en transformaties uitgevoerd95.

Renovaties van het religieuze erfgoed van Lyon

De Manécanterie (koorschool) die aan de kathedraal grenst, wordt in de elfde eeuw gebouwd. Veel van de gebouwen dreigen een ruïne te worden en zijn niet meer geschikt om op te knappen of er is geen belangstelling voor. De abdijkerk van Île Barbe wordt rond 1070 gerenoveerd en die van Ainay96 aan het einde van de 11e eeuw, Saint-Pierre aan het begin van de 11e eeuw en Saint-Paul in de loop van de 11e eeuw. De kerk van Saint-Just, die te klein geworden is, wordt in de loop van de 12e en 13e eeuw vervangen door een nieuwe, de derde sinds de 4e eeuw en wordt zo de grootste van de stad na de kathedraal van Saint-Jean. Het grootste project is de reconstructie van deze laatste, begonnen in de jaren 1170 door aartsbisschop Guichard de Pontigny. Een immens werk dat doorliep tot in de volgende eeuwen97.

Stedelijke vooruitgang

La Croix-Rousse en Saint-Paul zijn de enige wijken waar het mogelijk is om een uitbreiding van een gebouw te onderscheiden. Op deze plekken is de bevolking die zich daar vestigt groot genoeg om de oprichting van twee nieuwe parochies op te leggen98.

Politiek leven

De politieke geschiedenis van de stad Lyon blijft tijdens deze twee eeuwen voor het merendeel van de gebeurtenissen, lokaal en met weinig invloed van internationale omwentelingen. De leiders van de stad zijn slechts op afstand betrokken bij de strijd tussen de koningen, tussen de keizer en de paus of de eerste kruistochten. Bovendien blijft deze geschiedenis relatief rechtlijnig met over de hele periode een conflict tussen de bestuurders van de stad die stevig in het zadel zitten, de Kerk van Lyon, en de pretendenten die proberen die macht te verminderen, voornamelijk de graven van Forez.

Heren van Lyon: de Kerk

Fort van Lyon, anonieme munt geslagen in opdracht van de Kerk van Lyon tussen de 11e en 14e eeuw.

Medaille van het Museum van Schone Kunsten van Lyon.

De aartsbisschoppen besturen onverdeeld de stad tijdens de 11e en 12e eeuw99. Zij worden regelmatig door het kapittel van de kathedraal gekozen, meestal onafhankelijk van de grote machthebbers; degenen die onder druk staan, geven de stad niet over in de vreemde handen van een buitenlandse mogendheid100.

Het prestige van de bisschoppelijke troon wordt ook versterkt door een nieuwe onderscheiding: Gregorius VII geeft Gébuin de titel (of zijn confirmatie) van Primaat der Galliërs. Met deze titel heeft de houder een leidende positie over het grondgebied van de vier toenmalige Romeinse provincies die Gallië afbakenen: Lyon, Rouen, Tours en Sens. De aartsbisschop van Sens wordt alleen in Tours geaccepteerd, met steun van de koning van Frankrijk die dit primaat verwerpt en zo ver gaat dat hij het voor zichzelf opeist. De titel blijft echter alleen in theorie, ze verleent geen juridische of institutionele macht. Zo besluit een eeuw lang geen enkele aartsbisschop van Lyon de onderscheiding in zijn titel102 op te nemen.

Strijd tussen de graven van Forez

In de hele 11e eeuw verwerpt en ondermijnt de Forez dynastie het land en de rechten van het aartsbisdom in de invloedssfeer. De graven profiteren van momenten van zwakte van het instituut en de prelaten, zoals de hoge leeftijd van Burchard !! in de jaren 1020. De climax van deze politiek is de mislukte poging van Géraud II in de jaren 1035-1040 om zijn zoon op de aartsbisschoppelijke troon te installeren105, 106. In 1076 wordt tijdens het pleidooi van Tassin een verdrag getekend tussen de aartsbisschop Humbert en de graaf Artaud II 107. Het verdrag voorziet in de verdeling van bepaalde rechten (met name van toheffingl) tussen de twee machthebbers en het slaan van munten wordt erkend als een exclusief voorrecht van de bisschoppelijke macht 108,109.

De Gouden Bul, bewaard in het departementale archief van Lyon; code 10 G 2546

Onder leiding van paus Alexander III, die vertegenwoordigd wordt door de aartsbisschop Pierre II de Tarentaise, wordt in 1167 een verdrag opgesteld dat het gezamenlijk bestuur door beide partijen regelt. Het verdrag is onbruikbaar en in 1173 wordt het al snel vervangen door een ander verdrag bekend onder de naam ‘Permutatio’. Dit zorgt ervoor dat de graaf al zijn aanspraken op Lyon laat varen, terwijl de aartsbisschop hem de macht geeft over veel land dat hij in de Forez en de aangrenzende gebieden bezat 115,116.

Bescheiden economische groei van de stad

Tijdens de 11e en 12e eeuw groeit de economie van de stad niet. Het grootste deel van de markthandel beperkt zich tot lokale producten, gekocht en verkocht door inwoners van Lyon. Grootschalige handel gebeurt nog niet in de stad, vooral vanwege het feit dat er geen brug over de Rhône ligt en er geen grote markten gehouden worden. Tenslotte was de economie van Lyon in het begin van de dertiende eeuw nog seigneuriaal waarbij producten van het omringende platteland doorgesluisd worden naar de stad die voornamelijk bestemd zijn voor de religieuze machthebbers117.

Religieus leven: een bepaald conservatisme

Die immobiliteit van Lyon op religieus gebied wordt ook gevoeld door de stagnatie van de intellectuele centra in de stad. De bibliotheken van de kerken en kathedralen zijn sober, slechts één bisschop heeft in die twee eeuwen120 manuscripten aan de kathedraal nagelaten. In deze periode werd geen enkele universiteit opgericht121. De geestelijken van Lyon daarentegen brengen geen bekende literaire werken voort en alleen de gedichten van Marguerite d'Oingt, de priores van het kartuizerklooster van Poleteins in Dombes, zijn bekend122.

Lange 13e eeuw van Lyon

Gedetailleerd artikel: Lyon van jaar 1000 tot aan de aansluiting bij Frankrijk.

In deze periode, die grofweg van 1200 tot 1320 loopt, zal Lyon zich snel ontwikkelen, zowel op religieus als op institutioneel vlak, onder gezamenlijke druk van interne en externe krachten. Zo komt de stad vanuit een bepaalde intellectuele immobiliteit op dreef en terwijl Lyon onder de heerschappij van de koning van Frankrijk valt, krijgt het een gemeentelijk bestuur dat gelijkwaardig is aan dat van de omringende steden. Het jaar 1320 is duidelijk een keerpunt in de geschiedenis van de stad. Voor de historicus Jacques Rossiaud zorgt het verdrag van 1320 historisch gezien voor een splitsing van de Middeleeuwen in Lyon126.

Topografische en demografische ontwikkeling

Voorzijde van de kathedraal Saint-Jean. In de 13e eeuw is er eindelijk sprake van dat de bevolking echt groeit. Dat is merkbaar door verschillende indirecte aanwijzingen, omdat de groei aan de hand van geschreven bronnen niet in cijfers uit te drukken is. In de eerste plaats is de uitbreiding van de stedelijke bebouwing veel groter dan nodig zou zijn bij een normale natuurlijke inwonersgroei van de stad. Daarnaast stijgt in deze eeuw het aantal ziekenhuizen aanzienlijk van vijf naar twaalf. Een andere aanwijzing is de oprichting van een groot aantal nieuwe kloosterorden, die samengaan met de stadsontwikkeling, vooral van de bedelorden. Tenslotte is de brug over de Rhône zeker een ontwikkelingsfactor127, zelfs al ondervindt de bouw ervan veel risico’s.

De bouw van een brug over de Rhône is de andere grote stedenbouwkundige kwestie van Lyon in de 13e eeuw. Gestart aan het eind van de 12e eeuw wordt de eerste houten brug door de doorgang van de kruisvaarders in 1190129 beschadigd. De brug wordt gerepareerd, nog altijd van hout. Aan het eind van de 13e eeuw wordt besloten om een tweede brug van steen te bouwen. De werkplaats wordt gefinancierd met giften, legaten en offerandes aan de kapel die gebouwd is aan het uiteinde van de brug op de linkeroever 131,132.

Bescheiden economische groei

Gros tournois munt uitgebracht door Lodewijk IX in 1266.

Macht van Lyon in de 13e eeuw [modifier | modifier le code] De instituten van de stad kwamen tijdens deze periode niet in beweging, in tegenstelling tot wat er in de Middeleeuwen in een groot deel van de steden gebeurt. Er is een decennialange strijd nodig tussen de kerkelijke en burgerlijke machten voordat een handvest echte politieke macht aan de burgers geeft. Dit gaat ten koste van de onafhankelijkheid van de stad die onder controle van de koning van Frankrijk valt.

Voortbestaan van de kerkelijke macht

Jean XXII zegent Bernard Gui, bisschop van Lodève. Miniatuurtekening in Bernard Gui's Speculum Sanctorale, Gemeentelijke bibliotheek van Toulouse.

Deze eeuw is een periode van welvaart voor de kerkelijke heren van Lyon. Zij gebruiken de bezoeken van verschillende pausen (Innocentius IV verblijft er, Clemens V wordt er gekroond, Jean XXII wordt er verkozen) en concilies (1245 en 1274) om bijzondere gunsten te krijgen. Ze gebruiken hun rijkdom en de problemen van de adel om hun bezittingen te vergroten. Ze verbeteren op methodische wijze het beheer van hun bezittingen, zowel vanuit fiscaal, militair als juridisch oogpunt. Daarvoor herzien ze het systeem van inkomsten 104,140. Ze zijn bezorgd om hun mannen in bedwang te houden en trekken regelmatig rond in hun rechtsgebied en verblijven in hun kastelen om recht te spreken en de boekhouding te controleren119.

Opkomst van de burgerlijke macht

Gedetailleerd artikel: Aansluiting van Lyon bij Frankrijk.

Zegel van Odo III van Bourgogne. Illustratie uit de Verzameling van zegels uit de Middeleeuwen van Markies de Migieu, bewaard in de Gemeentelijke bibliotheek van Lyon

Een eerste schok gebeurt door de voogdij van de kannunik en bisschop aan het eind van de elfde eeuw van zich af te schudden. In 1193 wordt een overeenkomst tussen de burgers en de aartsbisschop ondertekend. Het is de bedoeling om de willekeur in de door de kerkelijke heren geheven rechten en belastingen te beperken, maar het heeft geen noemenswaardig succes en gevallen van misbruik leiden al snel tot protesten 142.

Pierre de Tarentaise, paus onder de naam Innocentius V. Fresco in de San Nicolo kerk, Treviso.

De adellijke families van het bestuurscollege van de kathedraal willen ook graag de macht over Lyon in handen krijgen. In de jaren 1230 en 1240 maken ze gebruik van de zwakte van de bisschoppelijke troon, ze proberen zich te onttrekken aan het gerechtelijk gezag en de tijdelijke rechtspraak, die dan volledig in handen is van de hofmeester van de Kerk. Daar slagen ze niet in omdat ze de burgerlijke bevolking op hun pad vinden die niet graag zien dat de rechtspraak, waarvan ze afhankelijk zijn, in handen van de kanunniken overgaat143.

In de volgende decennia proberen de kanunniken opnieuw de macht over de seculiere rechtspraak te krijgen en er worden afspraken gemaakt met de aartsbisschop. De burgers zijn hier fel tegen gekant en ze organiseren zich om te protesteren. Ze vragen opnieuw hulp van buitenaf door zich het ene moment tot Amadeus V, de Graaf van Savoie, te richten en dan weer tot de koning van Frankrijk. De eerste neemt de stad onder zijn hoede in de jaren 1280 en houdt bepaalde bisschoppelijk besluiten tegen. Vanaf de jaren 1290 neemt de koning het heft weer in handen. Hij benoemt een afgezant ter plaatse, de stadsvoogd145. Na veel verwikkelingen slaagt koning Filip de Schone er uiteindelijk in om definitief voet aan de grond te zetten in de stad146. Zo maakt hij op 13 maart 1311 een plechtige entree. In 1312 wordt de aansluiting van Lyon bij het Franse koninkrijk op het Concilie van Wenen erkend doordat de aartsbisschop Pierre de Savoie het Verdrag van Wenen aanvaard, zonder protest van de keizer; alle inwoners van Lyon moeten trouw zweren aan de koning van Frankrijk147. De aartsbisschop krijgt door twee overeenkomsten in 1320 weliswaar weer volledig toegang tot de rechtbanken van eerste aanleg, maar hij verleent de burgerij het zogenaamde ‘Sabaudine’ handvest, waarmee een consulaat wordt opgericht145.

Het begin van de 14e eeuw is het moment waarop Lyon definitief deel uitmaakt van het koninkrijk van Frankrijk en zo haar bijzondere positie verliest, meer op afstand van de grootmachten van Middeleeuws Europa. Met de machtsovername door de bourgeoisie verliest de stad tegelijkertijd haar institutionele specifieke kenmerk met almachtige geestelijken aan het hoofd.

Godsdienst in Lyon in de 13e eeuw: transformatie en kortstondige roem

Innocentius IV tijdens het concilie van Lyon, miniatuur uit 1278. Ms.1 Syracuse University Library.

De traditionele religieuze krachten in Lyon, zoals de aartsbisschop en de kanunniken van de belangrijkste kerken, zien hun spirituele invloed in de lange 13e eeuw van de stad afnemen. De aartsbisschoppen, die het nauwelijks met hun kapittel van de kathedraal eens zijn, kunnen hier niet op rekenen voor de uitoefening van hun parochiale ambt. Bovendien duurt de heerschappij van de meeste prelaten van deze periode maar kort, waardoor er geen sprake is van geestelijke continuïteit. Filips I van Savoie, die het langst aan de macht blijft, is een heer die vooral gehecht is aan de verdediging van de materiële en politieke belangen van zijn nageslacht148.

Kanunniken zijn bovenal heren die hun bezittingen beheren104. De eed van toetreding tot het kapittel van de kathedraal vermeldt geen enkele spirituele verplichting, maar wel het behoud van de goederen van de gemeenschap. Hun enige concrete actie bestaat uit de traditionele hulp aan de armen en de liturgische dienst van de kathedraal. Jaloers op hun educatieve privileges, verzetten zij zich lange tijd tegen de openstelling van elke andere onderwijsstructuur, met name het invoeren van lessen in het recht voor de bourgeoisie, bezorgd over nuttige opleidingen149.

Lyon kent in deze periode ook verschillende momenten van roem met de ontvangst van twee algemene concilies en de komst van verschillende pausen151. Desondanks zorgen deze momenten er niet voor dat de stad een bijzondere religieuze groei doormaakt.

Telkens is het wens van buitenaf of een politieke kans die de gebeurtenissen dicteren, en nooit de wil van de inwoners van Lyon. Zij hebben bijna geen voordeel van deze vergankelijke momenten van roem, die geen economische of politieke bloei veroorzaken142.

Einde van de Middeleeuwen van Lyon (1312-1450)

Gedetailleerd artikel: Lyon aan het eind van de Middeleeuwen.

Lyon verbindt haar lot aan Frankrijk door zich in 1312 te onderwerpen aan koning Filips de Schone met het Verdrag van Vienne. De stad blijft echter lange tijd aan de zijlijn van de grote conflicten van die tijd, niet onderworpen aan de Honderdjarige Oorlog. De stad kent verder geen economische groei over een periode die voor haar slechts de voortzetting van de lange Middeleeuwen is.

Topografische omschrijving

Aan het begin van de 14e eeuw is het Fourvière-plateau landelijk, alleen bedekt met wijnstokken en geplunderde ruïnes. Het is omgeven door een muur die van Pierre-Scize naar Saint-Georges loopt en die in 1360 in opdracht van de koning van Frankrijk Jan de Goede wordt versterkt. Ten zuiden van het plateau ligt het klooster van Saint-Just, in het centrum die van Saint-Thomas-de-Fourvière153.

De gevel van de Saint-Nizier kerk. De kapel van de geestelijken van de Heilige Geest aan het begin van de brug over de Rhône. Gravure naar een oude prent uit de geschiedenis van de kerken en kapellen van Lyon, pagina 32. in de 14e eeuw. Het is aan deze kant of tegen de oever van de Rhône, nog steeds buiten de wallen, dat de gevaarlijke, ongezonde beroepen geconcentreerd zijn, en die vaak de rivier nodig hebben: tegelwerken, leerlooierijen, smederijen, enz. Op dezelfde manier zijn aan de andere kant van de muren of bij de poorten de ziekenhuizen gegroepeerd, bedoeld om zwerfdieren, dakloze reizigers en armen te huisvesten156.

Maatschappij van Lyon

Demografie en problemen van de tijd

Illustratie van de zwarte pest. The Chronicles of Gilles Li Muisis (1272-1352), abbot of the monastery of St. Martin of the Righteous. Koninklijke bibliotheek van België, MS 13076-77, f. 24v.

Het jaar 1320 Is ook demografisch een belangrijke mijlpaal van de stad Lyon. Het is namelijk op die datum dat het eerste document opgesteld wordt dat een orde van grootte van de bevolking geeft. Op 21 en 22 juni van dit jaar wordt een lijst opgesteld met 3.000 namen van burgers die zweren de vrijstellingen te respecteren. Op basis van dit cijfer wordt de bevolking van Lyon op ongeveer 15.000 tot 18.000 inwoners geschat. Dit plaatst Lyon op het niveau van een minder belangrijke metropool, zoals Arles of Avignon157.

Lyon is in die tijd nooit geplunderd of zelfs maar belegerd. De milities van de stad hebben bijna nooit de strijd moeten aangaan met plunderaars die in die onrustige tijden rondtrekken. Daarentegen hebben de inwoners van Lyon de verwoestingen in de omgeving moeten doorstaan, waardoor de velden en eigendommen van vele notabelen vernietigd zijn. De twee meest onrustige periodes zijn tussen 1358 en 1368, en tussen 1417 en 1444160.

Een nog lokale economie

In deze periode is de ambachtelijke industrie in Lyon niet erg ontwikkeld. Er is geen noemenswaardige exportindustrie, want de producten van Lyon zijn alleen bestemd voor de nabijgelegen regio. Geldwisselaars of herbergiers (vaak nauw verbonden met elkaar) zijn de enige beroepen die profiteren van de strategische positie van Lyon. De aanwezigheid van de pausen in Avignon heeft de handel in het Rhône-dal voor korte tijd enigszins verbeterd, maar door hun vertrek neemt de stad weer de positie in van tweederangs metropool in Europees gebied161.

Als gevolg daarvan is de handel niet erg ontwikkeld. Slechts enkele buitenlandse kooplieden vestigen zich in Lyon en de lokale markten worden niet bezocht door konvooien gedurende langere perioden. Decennialang vinden er niet veel activiteiten plaats op de markten waarvoor de Dauphin op 9 februari 1420 toestemming heeft gegeven. Tussen 1425 en 1436 verdwijnen ze zelfs en de stijging van het jaarlijks aantal markten van twee naar drie, verandert hier niets aan. Veranderingen op het wegentraject van de Europese handelsroutes geven de markten meer uitstraling en doen de stad Lyon rond 1450 in de renaissance belanden. Een vierde markt verschijnt in 1463161.

Politiek en sociaal leven

Ondanks dat markten verschijnen en de bouw van de brug over de Rhône klaar is, waardoor een – weliswaar kleine - toestroom van kooplieden op gang komt, berust het ritme van het leven van de inwoners van Lyon vooral op de agrarische wereld. De vooravond van de feestdag Saint-Jean Baptiste, dag waarop contracten verlengd en termijnen betaald worden, is de belangrijkste datum van het lokale economische leven, dat nog geen concurrentie ondervindt van seizoenmarkten die nog geen hoge vlucht genomen hebben. De zaterdagmarkt is het belangrijkste evenement van de week162.

De armste delen van de samenleving leven van een klein stukje land. De mensen die wat rijker zijn, bezitten land dat door een deelpachter wordt bebouwd en ze bewaken goed wat het grootste deel van hun rijkdom uitmaakt. Aangezien deze twee sociale groepen het overgrote deel van de meerderheid vormen, betekent een slecht seizoen dat de hele stad verzwakt. Zo zijn de jaren 1347-1362 een erg moeilijke periode voor Lyon163.

Een stad met verschillende vormen van rechtspraak

De aartsbisschoppen en kapittels van belangrijke kerken probeerden lange tijd hun invloed te verdedigen, soms met geweld, tegen de machtstoename van de koninklijke rechtspraak. De meest strijdlustige waren de prelaten van prinselijke families, zoals Guy van Bourgondië of Charles d'Alençon, die connecties hebben met het huis Valois. De weinige successen hielden de verandering naar koninklijke overheersing over alle belangrijke juridische zaken niet tegen169.

Politiek leven

Aartsbisschop Pierre de Savoie kende in 1320 vrijstellingen aan de bourgeoisie toe, die samengebracht waren in het Sabaudine handvest, en daarmee betraden de burgers ook het politieke leven van de stad. Dit handvest institutionaliseert een consulaat dat de zaken van de stad beheert.

De laatste belangrijke zaak van het consulaat is het voldoen aan de voedselbehoeften van de stad. In de late middeleeuwen had de stad niet te lijden onder een grote hongersnood, niet zozeer vanwege de kwaliteit van de manier waarop de consuls dit onderwerp beheren, maar wel omdat het nabijgelegen aanvoergebied voldoende was voor de kleine stadsbevolking (de inwoners van Lyon zelf, van Bresse en de Dombes) 172.

Politieke oriëntaties en grote gebeurtenissen

Scène van de markt. Miniatuur uit een manuscript van de dolende Ridder van Thomas III van Saluces, rond 1400-1405. BNF, Fr.12559, p.167.

De kalmte in de stad jegens de politieke oriëntaties van het consulaat kan de voortdurende spanning tussen de verschillende lagen van de bevolking en de consulaire elites niet verbergen. Al in 1330 was er onrust bij de mensen die van consulaire aangelegenheden waren uitgesloten. Twee keer, in 1376-1390 en in 1418-1436, worden de consuls door periodes van opkomend verzet gedwongen om de burgers te sparen. Wanneer de strijdkrachten van het volk geen steun vinden die krachtig genoeg is om in opstand te komen, veroorzaken ze tot twee keer toe sterke emoties onder de consuls 174.

Opstandig Carnaval van 1393

Het tumult van de bevolking van bescheiden afkomst ontstaat niet uit vijandigheid tegenover de koning, die erg goed ontvangen is door het volk in 1389, maar tegenover de koninklijke officiers die ze als onderdrukkers en profiteurs zien, die onder één hoedje spelen met het consulaat. De aartsbisschop heeft zeker een rol gespeeld bij de volkswoede vanwege zijn strijd tegen zowel de bourgeoisie als de koning om de macht terug te winnen. Toen de machtige leken van de stad bang werden van dit carnaval, leidde dat niet tot grote plunderingen en problemen. Het toonde voor de consuls eenvoudigweg aan dat het volk de aartsbisschop nog steeds steunde terwijl de belastingdruk te hoog was. De uitspraak van het parlement werd het jaar daarop nietig verklaard en de officieren kwamen weer terug in de stad 174.

Rebeyne van 1436

Portret van Karel VII door Jean Fouquet, Louvre museum.

Onmiddellijk begint het te rommelen bij het volk en een algemene vergadering komt bijeen om te protesteren tegen de belasting. Het consulaat daarentegen geeft als uitleg dat het zich niet kan onttrekken aan de wil van de koning en dat de belasting betaald moet worden. De spanning, die waarschijnlijk groot was, leidde niet tot een confrontatie tussen arm en rijk. Er wordt een compromis bereikt tussen de consuls en de ambachtsmeesters om iedereen relatief rechtvaardig te laten betalen. De beweging eindigt dus met een late onderwerping van de bevolking van Lyon.

Godsdienst in Lyon

Gravure die paus Johannes XXII.

Lyon had aan het einde van de Middeleeuwen niet meer het prestige van de vorige eeuwen waarmee de stad pausen en concilies kon aantrekken. De nabijheid van de pauselijke residentie in Avignon zorgde zeker voor een belangrijke beweging van geestelijken en denkers die door de stad reisden, dat op geestelijk gebied geen invloed had. Zijn optreden in christelijke zaken van die tijd was beperkt tot de verkiezing van Johannes XXII en de conferenties die de troonsafstand van de antipaus Felix V, hertog Amadeus VIII van Savoy178 voorbereidden.

Sinds het overbruggingsjaar van 1320 hebben de aartsbisschoppen van Lyon veel van hun rechterlijke en politieke macht verloren. Hun invloed wordt langzaam uitgehold ondanks hun pogingen om te herstellen en te behouden wat er nog van over is. Zo vestigden ze zich snel op Île Barbe, ondanks dat er in 1320 afspraken werden gemaakt om het hof van de koninklijke rentmeester in Mâcon te installeren, daarna definitief in de stad vlakbij het klooster van Saint-Jean179.

De meeste aartsbisschoppen uit deze periode bestuurden op efficiënte manier hun bisdom; velen hadden solide ervaring, waren cultureel zeer onderlegd of hebben een hoge spirituele waarde.169 Ze werkten hun bestuur uit tot in details; omdat ze vaak weggeroepen werden ver van hun regio, moesten ze afwezig kunnen zijn zonder belemmering van het geestelijk functioneren van het bisdom. De sterke mannen zijn dan de vicaris-generaal en de kerkelijke rechter. De eerste is verantwoordelijk voor alles wat te maken heeft met het concrete en spirituele bestuur. De tweede leidt de aartsbisschoppelijke rechtspraak, die geleidelijk aan zwakker wordt door het verlies van bevoegdheden, maar die nog altijd belangrijk is voor alles wat onder meer met testamenten te maken heeft.180

Renaissance en religieuze conflicten (1450 - 1600)

Gedetailleerd artikel: Lyon in de Renaissance.

Voor de voormalige hoofdstad van de Galliërs was dit een periode van welvaart, stedelijke, economische en intellectuele ontwikkeling; het was een tijd van markten, boekdrukkunsten, het begin van de zijde-industrie en een belangrijke plek voor de de protestantse reformatie. Vanaf het midden van de 16e eeuw laat Lyon deze tweede gouden eeuw achter zich om de moderne wereld te betreden, wanneer religieuze spanningen tot openlijke conflicten leiden.

De stad en de inwoners

Illustratie van Lyon uitgave van de Kroniek van Nurenberg door Hartman Schedel, 1493.

Lyon tijdens de Renaissance is een stad die steeds voller wordt, maar waarvan de algehele vorm zich niet veel ontwikkelt. De stad breidt niet uit, maar wordt drukker.

Stadskaart door Georg Braun, uittreksel van Civitates Orbis Terrarum, 1575.

Uit deze periode zijn nog overblijfselen van veel gebouwen in gotische stijl vermengd met elementen uit de Renaissance187, en in het oude Lyon, getuigenissen van de rijkdom van een stad die een Europese grootte bereikt188. Vanaf het demografische dieptepunt van de jaren 1430-1440 groeit de bevolking van Lyon gestaag. De stad telt 25.000 inwoners in het midden van de eeuw189. De groei is vervolgens groot en bereikt rond 1520159 ongeveer 35.000 inwoners en tussen 60.000 en 75.000 in het midden van de eeuw.190 Deze groei is vooral te danken aan immigratie uit de Savoie, de Dauphiné en Bourgondië. Het consulaat ondervindt regelmatig moeilijkheden om de door de bevolkingsgroei steeds grotere behoefte aan voedsel, goed te regelen191. Al snel zijn de gebruikelijke productiegebieden niet toereikend meer en moet er steeds meer uit Bourgondië geïmporteerd worden. Dit is een van de oorzaken van de ‘Grande Rebeyne’ in 1529.

Economie

Waterput in Renaissancestijl op een binnenplaats van een huis, rue Juiverie. Illustratie uit het werk L’Architecture de la Renaissance van Léon Palustre.

De jaren 1450 tot 1490 zijn een periode van economische groei163 die, ondanks godsdienstige omwentelingen, voorgezet wordt met een Gouden eeuw192. De economie van de stad ontwikkelt zich dankzij de combinatie van verschillende factoren die allemaal te maken hebben met de markten193. Deze markten beschikken over privileges die door het koninklijk gezag verleend zijn. Ze brengen de komst van Italiaanse bankiers met zich mee, vooral uit Florence194, en kooplieden uit heel Europa, die aangetrokken worden door het handelsverkeer in kostbare goederen, vooral van zijde195. De religieuze conflicten raken de economie van Lyon aanzienlijk. De belangrijke bankiersfamilies, een deel van de drukkers, wevers van zijde en veel belangrijke handelaren vluchten weg uit Lyon om er nooit meer terug te keren. De stad wordt op de drempel van de 17e eeuw opnieuw van gemiddelde grootte.

Grondbezit van de inwoners van Lyon

Zijde in Lyon

Gedetailleerd artikel: Geschiedenis van de zijde-industrie in Lyon.

Deze tak van industrie, die een belangrijk element is in de economische geschiedenis van de Rhône, doet zijn intrede in Lyon tijdens de Renaissance. Lodewijk XI probeert het weven van zijde in Lyon te ontwikkelen om te voorkomen dat goud en zilver richting Italië vertrekken, dat dan de belangrijkste plaats inneemt als fabrikant van deze stof202. Hij laat arbeiders vanuit het schiereiland naar Lyon komen, maar de lokale handelaren weigeren om in deze industrie te investeren omdat ze hun voornaamste handelspartners te vriend willen houden203. Na onderhandelingen geeft Lodewijk XI dit plan op en laat arbeiders naar Tours komen op kosten van de bourgeoisie van Lyon204. Er blijven echter nog enkele werkplaatsen bestaan die gerund worden door inwoners van Lyon. Met Étienne Turquet begint het pas echt. Hij krijgt in 1536 van François I 205 het voorrecht om gouden, zilveren en zijden stoffen te produceren, omdat het koninkrijk van Frankrijk in het kader van de Italiaanse oorlogen een conflict heeft met Genua, dat dan de grootste producent van zijden stoffen is 206. Dan verschijnen er in elke stad ateliers die in het begin door Turquet en enkele bankiers ondersteund worden en vervolgens door een steeds groter wordend aantal investeerders208. Het is onmiddellijk een enorm succes 209; in 1548 tijdens het defilé voor de intocht van Henri II, lopen 459 ambachtsmeesters in parade; tussen 800 en 1000 personen leven van de zijdehandel in Lyon210. Dit succes mag echter niet verhullen dat Lyon in deze periode alleen maar effen stoffen kan produceren die van mindere kwaliteit zijn dan de stoffen die uit de Italiaanse steden geïmporteerd worden211. Deze steden blijven de enige meesters van de bewerkte stoffen. Het is wachten tot de jaren 1600 voordat Lyon dit ook kan door de technische ontwikkelingen van Claude Dangon 212, hoogstwaarschijnlijk geïmporteerd uit Italië213. De laatste dertig jaren van de eeuw zijn erg moeilijk voor de zijde-industrie van Lyon, die een eerste erge crisis doormaakt214.

Drukkunst in Lyon

Gedetailleerd artikel: Geschiedenis van de drukkunst in Lyon.

Apophthegmatum …, werk van de humanist Erasmus gepubliceerd door Sébastien Gryphe in 1541.

Een van de meest beroemde drukkers is Sébastien Gryphe, afkomstig uit Zwaben. Hij gaat erg geavanceerd te werk en produceert meer dan duizend edities. Hij publiceert de klassieken van de Oudheid, maar ook de boeken van de humanisten uit zijn tijd zoals Guillaume Budé, Julius Caeser Scaliger en André Alciat. Étienne Dolet wordt opgeleid in zijn atelier voordat hij voor zichzelf begint218. De wereld van de boekwinkels blijft in de tweede helft van de 16e eeuw bloeiender dan vaak gedacht wordt. De religieuze oorlogen hinderen de productie niet en de verkoop van zeer gevarieerde boeken219. Door de katholieke overwinning aan het einde van de eeuw emigreren de drukkers die bekeerd zijn tot het protestantisme, zoals de Tournes, naar Genève220.

Bank in Lyon

Politiek en sociaal leven

Een glorieuze en rustige Renaissance

Medaille van Anne van Bretagne gemaakt voor haar doorgang in Lyon in 1499, na haar tweede huwelijk met Lodewijk XII. Wordt bewaard in de Staatliche Staatliche Münzsammlung in München, Duitsland.

Tijdens de renaissance in Lyon heerst er minder angst voor oorlogen dan in de voorgaande decennia. Er zijn enkele alarmerende situaties, maar de regio lijdt niet onder de Europese oorlogen. Francesco Sforza, hertog van Milaan, komt pas in 1465 voorbij; in de jaren 1520 circuleren wat verder weg enkele vijandige legers, maar geen van hen richt een ravage aan in het land160. De koningen van het einde van de 15e eeuw ondersteunen de stad die hen reguliere financiële steun verstrekt. Zij geven en bevestigen de stad toestemming om hun markten te houden. In 1495 verleent Karel VIII het voorrecht van de adel voor de leden van het consulaat226, 227 aan de burgerlijke bevolking. In het begin van de 16e eeuw wordt Lyon de tweede hoofdstad van het koninkrijk; de koningen van Frankrijk verblijven er vaak en houden zich bezig met de zaken van Italië. Het hof van Karel VIII vestigt zich er terwijl de koning naar het schiereiland vertrekt. Lodewijk XII verblijft er verschillende keren. François I woont er van 1525 tot 1540 regelmatig met zijn hof228.

Religieuze oorlogen in Lyon

Na een gematigde uitbreiding van de protestantse reformatie tijdens het eerste deel van de 16e eeuw, verscheuren de godsdienstoorlogen de stad in de jaren 1560-1570. Na het verslaan van de protestantse krachten wordt de stad tot het midden van de jaren 1590 een bolwerk van de Heilige Liga.

Portret van Karel IX die St. Bartholomeusdag uitlokt, volgens François Clouet, kasteel van Versailles. I

n de jaren 1550 kiest de nieuwe aartsbisschop François de Tournon (1551-1562) voor een fermere aanpak, maar het consulaat, dat problemen wil vermijden voor de markten en de handel, remt elke actie af die te gewelddadig is. De situatie wordt geleidelijk aan gespannen, terwijl leden van de hoogste kringen zich bekeren: twee protestantse notabelen worden in het consulaat opgenomen in december 1561238. In 1562, in de nacht van 29 op 30 april, bestormen de gereformeerden het gemeentehuis en verjagen de kanunniken en de aartsbisschop. Zij nemen op 7 mei het fort van Pierre-Scize in. Vastberaden neemt de minderheid met geweld de stad in, met steun van de Baron van Adrets. Deze situatie duurt tot 15 juni 1563 wanneer een compromis bereikt wordt en de sleutels van de stad aan de officiële strijdkrachten worden teruggeven. Dit compromis wordt onderhandeld door de maarschalk van Vieilleville; het zorgt ervoor dat de kerken weer geopend worden en de drie protestantse kerken, gebouwd in Cordeliers, Confort en Charta, behouden worden239. Tijdens de decennia 1562-1572 zoeken beide partijen vooral de confrontatie met enkele uitbarstingen van geweld via de pers en via preken. De gereformeerden worden uiteindelijk op 31 augustus 1572 verslagen. Na St. Bartholomeusdag worden enkele honderden mensen afgeslacht en daarbij heerst een opgewonden sfeer door de herovering van het katholicisme, Dit bloedbad wordt ‘les Vêpres lyonnaises’ genoemd240,241. Tijdens de jaren 1570 en 1580 manifesteert Lyon een strijdbaar katholicisme, vaak de koninklijke halfslachtigheid tegenover het gereformeerde geloof afwijzend. Dit verzet tegen de koning is bovenal religieus en wordt pas politiek met de komst van de protestantse Hendrik IV. De Ligurische beweging van Lyon is nu belangrijk tot de jaren 1590242. Wanneer Hendrik IV zich in juli 1593 bekeert tot het katholieke geloof schuift de stad geleidelijk op naar het andere kamp. Haar bevoegdheden met de steun van aartsbisschop Pierre d’Épinac houden in september 1593 de hertog van Nemours, gouverneur van Lyon, tegen die het volk probeert op te stoken243. In 1595 kondigt Hendrik IV als vergelding tegen de stad van de Liga het edict van Chauny af dat de gemeente van Lyon stevig onderwerpt aan de koning244. Met het einde van de eeuw houden de problemen op die de stad Lyon meer dan vijftig jaar geraakt hebben. Voor een keer in de pas met de algemene evolutie van Frankrijk begint Lyon als goede stad van de koning aan de eeuwen van het absolutisme245.

Godsdienst tijdens de Renaissance, tussen verzwakking en vernieuwing

Portret van Jan van Lotharingen, aartsbisschop van Lyon. Anonieme tekening, museum van Fécamp.

Het einde van de 15e eeuw en het begin van de 16e eeuw zijn periodes zonder religieuze betekenis in Lyon. De aartsbisschop François de Rohan (1501-1536), de beste van zijn tijd volgens Henri Hours246, drukt zijn stempel op de eerste eeuw van de modern tijd. Hij verblijft vaak in het bisdom, zorgt ervoor en laat niet na tijdens het provinciale concilie van 1528 de doctrines van Luther te veroordelen. Na 1537, met de benoemingen van de aartsbisschoppen Jan van Lotharingen (1537-1539) en vervolgens Ippolito d'Este (1539-1551), wordt het spirituele leven van het bisdom verwaarloosd247. Ze halen geen vooraanstaande predikanten meer binnen. De bestellingen van kerkelijke boeken nemen af, terwijl tegelijkertijd de concurrentie van seculiere werken, humanistisch of zelfs hervormingsgezind, toeneemt248.

De jaren 1560 is de tijd van de religieuze verdeeldheid in de hoofdstad van de Rhône, die eindigt met bloedvergieten tijdens de ‘Vêpres van Lyon’ in september 1572257. Het herstel van het katholieke geloof in Lyon is minder te danken aan het optreden van de aartsbisschoppen dan van vastberaden priesters, zoals in de eerste plaats pater Émond Auger, die in 1563 in de stad aangekomen was. Gedurende vijftien jaar stopt hij veel energie in het veelvuldig preken, het tonen van grote toewijding tijdens de pest van 1564, het discussiëren met de predikanten en het wijdverspreid publiceren van de catechismus258. Hij wordt geholpen door wat toen de katholieke pijler van de stad is: het College van de Drie-eenheid, dat in 1567259,260,236 aan de Jezuïeten wordt toevertrouwd.

Het herstel van het katholieke geloof wordt uiteindelijk voltooid door de aartsbisschop Pierre D'Épinac (1574-1599). Energiek hervormt hij op rigoreuze en strenge wijze het bestuur van het bisdom, maar geeft vooral het voorbeeld aan de bevolking261,258.

Moderne tijdperk – 17e en 18e eeuw

Gedetailleerd artikel: Lyon onder het absolutisme.

Stedelijke veranderingen

Lyon in de 17e eeuw, anonieme kaart bewaard in de Nationale Bibliotheek van Frankrijk (zie de kaart [archive]).

Jacques-Germain Soufflot, gravure van Bligny. Tijdens de tweede helft van de 18e eeuw worden verschillende plannen vormgegeven om de grenzen van de stad te verleggen. De ambitie van het eerste plan uit de jaren 1750 is het bouwen van een hele wijk in Saint-Clair buiten de stadsmuren, ten noordoosten van het schiereiland. Onder leiding van Jacques-Germain Soufflot267 en zijn leerlingen Musset en Milanois wordt het voorbehouden aan de burgerlijke bevolking268. In de jaren 1770 ontwikkelt en lanceert Antoine Michel Perrache het plan om het zuiden van Ainay leefbaar te maken door de vaargeulen te dempen en zo Presqu’île te verlengen. Dit project is ingewikkeld en wordt niet voltooid tijdens het leven van de ontwerper, maar pas in de 19e eeuw. Tot slot lanceert Jean-Antoine Morand aan het einde van de eeuw een laatste plan om een wijk in Brotteaux te bouwen. Dit plan is nog maar net begonnen voordat de Revolutie uitbreekt269.

De Loge du Change, gebouwd tussen 1631 en 1653, en door Soufflot in 1750 gewijzigd.

Verder worden er tijdens deze twee eeuwen een groot aantal zowel religieuze als seculiere monumenten gebouwd in Lyon. In de 17e eeuw vestigden talrijke kloosters zich in Lyon, vooral in het zuiden van Presqu’île en op de hellingen van de twee heuvels. Met de groei van de bevolking komen er drie kerken bij: Saint-Bruno-des-Chartreux (eind 16e eeuw), ), Saint-Polycarpe (1665) en Saint-François de Sales (gebouw geopend in 1690 en verschilt van het huidige gebouw)270. Het Hôpital de la Charité wordt in 1624 gebouwd, het stadhuis tussen 1646 en 1651271,272. In 1653 vindt de inhuldiging van de loge du Change plaats, die vervolgens uitgebreid wordt door Soufflot aan het begin van de 18e eeuw. Soufflot schetst ook de plannen voor het Hôtel-Dieu, voor een theater in de wijk Saint-Clair en voor de eerste stadsopera. De infrastructuur van de stad Lyon groeit echter ook. Er worden in de 17e eeuw twee bruggen gebouwd over de Saône (tussen Saint-Jean en Bellecour en tussen Saint-Paul en Saint-Vincent) en twee andere in de 18e eeuw. Dat toont aan dat de rechteroever van de Saône nog steeds van vitaal belang is voor de stad. Place Bellecour, door Baron des Adrets tijdens de godsdienstoorlogen geopend, wordt een plek van ontspanning en voortdurend verder ontwikkeld (bomen, monumenten, gevels) 273,274,263.

Een gespecialiseerde economie - Lyon, hoofdstad van de zijde-industrie

Zijdebrokaat geweven in Lyon aan het einde van de 18e eeuw. Lyon, grote handelsstad van het moderne tijdperk heeft naast de traditionele bedrijfstakken ook een grote groep arbeidskrachten die verbonden is met handelsverkeer van ver. De stad vertoont op het gebied van productie kenmerken die vergelijkbaar zijn met de meeste steden van dezelfde grootte en in hetzelfde tijdperk. De bouw-, voeding- en kledingsector overheersen en het grootste deel van de bevolking is hier werkzaam. Lyon is een stad die voortdurend verandert en de beroepen in de bouwsector verkeren zelden in een crisis. Beroepen in de sector van eten en drinken zijn in de hele stad aanwezig behalve de slagers die zich concentreren in bepaalde wijken275.

In de loop van de twee eeuwen blijft Lyon een belangrijke stad van uitgeverijen en drukkers280. De stad ondervindt echter concurrentie van andere steden zoals Rouen en vooral van de hoofdstad Parijs die de voorkeur als uitgeverij heeft gekregen, die Lyon niet meer kan hebben. Hoewel de boekhandels in Lyon zich gedeeltelijk wenden tot lucratief smokkelen281 blijven ze tot aan de Revolutie belangrijk voor de lokale economie282. De wereld van de handel en banken vormen in Lyon een machtige en dynamische elite. De handelaren die gesteund worden met vier jaarlijkse markten als erfenis uit de voorbije eeuwen, reizen door heel Europa en doen op alle gebieden zaken283. Omgekeerd komt een groot aantal buitenlanders regelmatig naar de Rhônestad om hun producten te verhandelen; de dynastieën van buitenlandse handelaars, voornamelijk Italiaanse, Duitse en Zwitserse die in de 15e en 16e eeuw gekomen zijn, blijven goed vertegenwoordigd284. De autoriteiten van Lyon leggen zich erop toe om belastingprivileges voor deze beroepsgroep te behouden en zelfs, indien mogelijk, te ontwikkelen285. De overheersing van Lyon door verschillende sociale groepen evolueert in de loop van de tijd. Wanneer tijdens de 16e eeuw de stad vooral door koopman-bankiers bestuurd wordt, tekent zich geleidelijk een verandering af. Hun plaats in het consulaat en op sleutelposities wordt ingenomen door zijdemeesters286. In de 18e eeuw is de evolutie voorbij en wordt de elite van Lyon volledig overheerst door de fabrikanten van bewerkte stoffen en brokaten287.

De maatschappij in Lyon tijdens de Verlichting

Politiek leven – een consulaat onderworpen aan de koning

Henri IV, die zijn gezag oplegt aan de stad van de Liga. Portret door Jacob Bunel, 1605-1606, Pau, national museum van het kasteel.

Het politieke leven in Lyon verandert grondig door het Edict van Chauny van 1595, opgelegd door Henri IV. Hij beperkt het aantal leden van het consulaat om hen effectief te kunnen begeleiden en te controleren met als doel zeker te zijn van de loyaliteit van een stad die lange tijd onderdeel uitmaakt van de Liga. Deze hervorming resulteert in een consulaat met slechts vier schepenen, met een provoost van de handelaren als voorzitter. De verkiezing van het consulaat heeft de goedkeuring van de koning nodig, die zo mensen aan het hoofd van de stad kan plaatsen die hem gunstig gezind zijn en iets verschuldigd zijn.

Hoofdgevel van het stadhuis van Lyon.

Het is echter wel het consulaat dat de Rhônestad dagelijks bestuurt. Het consulaat bezit lokaal nog steeds veel aanzien ondanks dat het onderworpen is aan de koning; de belangrijkste families streven er voortdurend naar om toe te treden. Deze schijn wordt herhaaldelijk opgehouden, voornamelijk tijdens koninklijk bezoek. De leden zitten alle lokale feesten voor en zijn aanwezig op de beste plaatsen tijdens religieuze processies en nationale festiviteiten, Het verlangen naar verheerlijking komt tot uiting met de bouw van het weelderige stadshuis aan Place des Terreaux 290. Als de belangrijke families van de stad toe willen treden tot het consulaat, is dat omdat het deuren opent voor grote carrières en het plaatsen en werk biedt aan de familie en vrienden. Het toetreden tot het consulaat brengt automatisch de adelstand, talrijke vrijstellingen van belasting en belangrijke emolumenten met zich mee. Tijdens de 17e eeuw is het consulaat voornamelijk samengesteld uit juristen, ambtenaren en de gegoede klasse; wat samenvalt met een zwakke economische periode van de stad. In de 18e eeuw daarentegen investeren de handelaren in zijde opnieuw in consulaire plaatsen ten nadele van de gegoede klasse en dit op het moment waar de industrieën van de stad zich enorm ontwikkelen291. Het consulaat bestuurt alle diensten van de stad. De belangrijkste beslissingen worden echter altijd door de koninklijke agenten bekeken en kunnen geweigerd worden. Zo worden de belangrijkste beslissingen van de stad vaak niet in Lyon genomen, maar door de gouverneur en dus in Parijs of Versailles.

Een veranderende maatschappij

In de loop van twee eeuwen absolutisme verandert de sociale geografie van Lyon, waarbij het rijke deel zich aan het begin van de 18e eeuw van de as ‘Change-Pont de Saône-Herberie’292 verplaatst naar de as ‘Hôtel de Ville - Place des Terreaux’ aan het eind van de 18e eeuw293. Deze verplaatsing van de elites gaat samen met een sterke sociale segregatie, hoofdzakelijk van wijken die uitsluitend bourgeois worden, rondom Place des Terreaux en Bellecour. Dit in een tijd dat de dichtheid van volkswijken enorm toeneemt. In de twee eeuwen van absolutisme duurt de sociale onrust voort. Sommige emoties lijken typisch fragmentarische bewegingen, zoals die van het jaar 1653294. Andere problemen hebben hun oorsprong in nieuwe belastingen. Praktisch alles wat nieuw is op dit gebied leidt tot schermutselingen of plunderingen. In 1632 staat er herhaaldelijk een menigte op om de mensen aan te vallen die uit de hoofdstad gekomen zijn om een nieuwe vergoeding te innen295. Geconfronteerd met deze opstanden bevindt het consulaat zich in een lastige positie. Het moet protesteren tegen de loyaliteit aan de koning en tegelijkertijd proberen legitiem te blijven ten opzichte van de inwoners van Lyon. Daar slaagt het consulaat steeds minder in296 en legt steeds vaker geweld op297.

Lyon, van de Contrareformatie tot de Verlichting

Een krachtige religieuze levendigheid, daarna afnemend...

Alphonse-Louis du Plessis, broer van Richelieu, gravure van Abraham Bosse.

Uiteindelijk zorgen de gedane inspanningen dat een solide en afgebakend geloof zich ontwikkelt in de stad en omgeving. Volgens Jacques Gadille lijkt het bisdom Lyon zo tegen het midden van de eeuw gezond en de indruk te wekken volledig opgenomen te zijn in dit nieuwe christendom dat het Franse katholicisme al 150 jaar aan het opbouwen is304. Tijdens de tweede helft van de 18e eeuw is de trendbreuk overduidelijk, de levendigheid op het gebied van godsdienst verdooft terwijl onverschilligheid en een gebrek aan respect de intellectuele sfeer van de regio binnendringt. Het aanwerven op alle gebieden binnen van het religieuze leven droogt langzaam op. Het aantal roepingen van priesters en religieuzen, zowel mannen als vrouwen, daalt enorm Sommige religieuze ordes verdwijnen305. Op dezelfde manier verdwijnen lekenverenigingen uit het openbare straatbeeld van Lyon, ze organiseren bijvoorbeeld geen grote volksevenementen meer306. Dat een Joodse gemeenschap zich opnieuw in de stad vestigt in de jaren 1780307 is een ander teken dat het religieus bewustzijn afzwakt. In deze periode komen de slecht bevochten Jansenistische stromingen weer tevoorschijn zonder dat ze zich opdringen. Zo kent de vrijmetselarij een bepaald succes.

De nieuwe Verlichting

Jean-Baptiste Willermoz, vrijmetselaar uit Lyon.

Vervolgens richt Willermoz in 1774 een andere loge op, het ‘Directoire de la Province d'Auvergne’, die zijn oorsprong vindt in de Duitse vrijmetselaarsorde ‘Stricte Observance Templière’. Deze beweging is mystieker en is in een groter aantal en meer hiërarchische rangen georganiseerd. Het kent veel succes en prevaleert boven de Franse ‘loge d'obédience’315. Daarnaast worden nog andere niet-reguliere loges geopend, verschillend van inhoud en oorsprong. Volgens Olivier Zeller lijkt een uiteindelijke schatting van tussen 1200 en 1500 woonachtige broeders plausibel en is Lyon, na Parijs, zonder twijfel de belangrijkste stad van de vrijmetselarij van het koninkrijk geworden, ver voor Marseille, Toulouse en Bordeaux316, 317. De grotere onverschilligheid ten opzichte van religie en een bepaalde elite die zich tot een kritisch filosofisch gedachtegoed wendt, drijft de Rhônestad richting de Franse Revolutie.

Franse Revolutie

Gedetailleerd artikel: Lyon tijdens de Revolutie.

De opstand van 1786 van de zijdewevers in Lyon is op een originele manier een voorbereiding van de revolutionaire omwenteling geweest. Het geweld waarmee de opstand onderdrukt wordt, zorgt ervoor dat de zijdewerkers zich organiseren en dat ze dat vooral in het geheim doen318. Delen van de bevolking groeperen zich, publiceren pamfletten om het volk te mobiliseren, laten petities rondgaan. Dit gespannen klimaat onder de menigten van arbeiders verergert door een heel slecht landbouwjaar in 1788, waardoor de prijzen omhoog stijgen en de spanningen toenemen. Tegelijkertijd worden de elites van Lyon wakker geschud voor de politiek, in een intellectueel klimaat dat gunstig is voor hervormingen. Veel persoonlijkheden of bedrijven bespreken en debatteren over projecten van Turgot, Maupeou of Loménie de Brienne 318, 319.

Eerst revolutionaire periode

Nieuwe geometrische kaart van de stad Lyon, 1789, Bibliothèque nationale de France.

Tijdens de voorbereidende vergaderingen om de Staten-Generaal bijeen te roepen, willen velen die tot de elite van Lyon behoren dat tal van hervormingen doorgevoerd worden, zoals Mathon de la Cour, Delandine of Bérenger. Zij verzetten zich tegen een groep van gematigden en van vastberaden conservatieven, zoals aartsbisschop Mgr. Marbeuf. Vanaf die tijd ontstaan er kleine groepen, die de voorlopers zijn van de politieke partijen van de Revolutie318. Op 14 maart 1789 vindt de eerste vergadering van de drie ordes plaats in de kerk van Cordeliers. Vanaf deze eerste vergadering stellen adellijke, geestelijke en burgerlijke groepen voor om afstand te doen van hun privileges en zo de financiële problemen van het land op te lossen. Op dat moment domineren ze de mensen die de gevestigde orde niet te veel willen verstoren. De klaagbrieven staan dan ook boordevol nieuwe ideeën320 en de afgevaardigden zijn daar een afspiegeling van 321,322. Tijdens de eerste maanden van de revolutie, zoals in Parijs, overrompelen massa’s volk regelmatig de liberale bourgeoisie, of ze nu deel uitmaken van het gemeentebestuur of zich vasthouden aan genootschappen. Op 29 juni 1789 bij de aankondiging dat de 3 ordes fuseren, breekt er een opstand uit waarbij de privileges onder vuur komen te liggen, omdat ze de schuld zouden zijn van stijgende voedselprijzen en het doelwit van alle beschuldigingen in tijden van hongersnood. De koning stuurt troepen om de orde te herstellen. Op 14 juli wordt het kasteel van Pierre Scize echter ingenomen. De orde wordt echter opnieuw met geweld hersteld323. Tijdens de periode van ‘la Grande Peur’, worden huizen van adellijke of burgerlijke eigenaren geplunderd. Om de orde te herstellen, ontstaat een eerste aanzet tot een nationale garde in Lyon. Uiteindelijk werpen op 7 februari 1790 de meest vooruitstrevende groeperingen de vrijwillige milities van de burgerij omver, die vervangen worden door de nationale garde. Imbert-Colonès, eerste wethouder die de vorige opstanden onderdrukt heeft, vlucht324. De grondwetgevende vergadering (La Constituante) maakt per decreet van 13 januari 1790 Lyon tot hoofdstad van het departement Rhône-et-Loire, dat na de opstand van Lyon in 1793325 in tweeën gesplitst wordt.

Van Revolutie tot aan rebellie

Gedetailleerd artikel: Opstand in Lyon tegen de Nationale Conventie.

Buste van Marie Joseph Chalier, musée de la Révolution française in Vizille.

Radicale genootschappen zoeken de confrontatie op met de nieuwe gemeente die door Palerme de Savy gecontroleerd en bestuurd wordt. Ze beschuldigen hem ervan banden te hebben met allerlei conservatieven. Deze groepen worden geleid door Marie Joseph Chalier, die een veeleisend klimaat creëert dat steeds meer een revolutionaire vorm aanneemt. Daartegenover bedenkt een groep royalisten een complot om de koning naar Lyon te laten komen, legers van loyalisten bijeen te brengen en op buitenlandse krachten te vertrouwen om de grondwetgevende vergadering omver te werpen en de revolutionaire vooruitgang te keren. Het plan komt in de loop van 1790 langzaam op gang, maar lekt uit en mislukt326. In hetzelfde jaar ontstaat er in Lyon, meer dan elders, een religieuze afdeling, omdat aartsbisschop Marbeuf zich al heel vroeg hevig verzet tegen de religieuze aanspraken van de nationale vergadering en de burgerlijke grondwet van de geestelijken. Op 5 december 1790 houdt hij een plechtige toespraak waarin hij met klem herinnert aan het feit dat het gezag over de geestelijken alleen van hem en de Heilige Stoel komt. Hij weigert een eed af te leggen327.

Een revolutionair tribunal, gravure uit de 19e eeuw van het werk La Démagogie en 1793 à Paris van Dauban.