Een werkvergunning heeft meerdere betekenissen:

  • een tewerkstellingsvergunning. Deze is nodig om in een bepaald land te mogen werken. Destijds in Nederland geregeld in de Wet arbeid buitenlandse werknemers (Wabw[1]), nu in de Wet arbeid vreemdelingen (Wav[2]). Voor bepaalde groepen werknemers wordt de verblijfsvergunning gecombineerd met een werkvergunning - de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA). In België is de Arbeidskaart het bewijs van de werkvergunning voor mensen van buiten de Europese arbeidsmarkt.[3]
  • een toelating om een bepaalde taak te mogen uitvoeren, ook permit genoemd.
De werkvergunning is een systeem dat in de industrie gebruikt wordt om voorwaarden vast te leggen waarmee aan of nabij procesinstallaties wordt gewerkt, zodat lichamelijk letsel en materiële schade voorkomen kunnen worden.

Soorten werkvergunning[bron?] bewerken

Meestal wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende werkactiviteiten, waarvoor verschillende soorten werkvergunningen bestaan, dikwijls gekenmerkt door een bepaalde kleur:

  • groene of blauwe (koud)werkvergunning: voor werkzaamheden zonder ontstekingsgevaar
  • rode (heet)werkvergunning: voor werkzaamheden met ontstekingsgevaar
  • gele werkvergunning: voor transport
  • graafvergunning: waarbij in industriële installaties eerst met de hand afgegraven moet worden, vooraleer graafmachines mogen ingezet worden.
  • vergunning voor het betreden van besloten ruimten, waarbij eerst cleaning, verluchting en gastest(en) nodig zijn, en waarbij altijd een externe wachter nodig is.
  • Een zogenaamde Deltalinqs werkvergunning combineert voorgaande vergunningen op één blad.

Het aantal werkvergunningen (vooral deze met kans op ontsteking) worden meestal beperkt op een bepaald gebied. Voor werk met verhoogd risico (bijvoorbeeld wanneer er geen vaste werkprocedure kan worden gevolgd) moet eerst een taak-risico-analyse gebeuren, waarbij de verschillende diensten overleggen welke risico's er zijn en hoe deze kunnen opgevangen worden.

Behandeling van de werkvergunning[bron?] bewerken

De werkvergunning onderscheidt minimaal de rollen van Aanvrager, Verstrekker en Houder. De rollen van Aanvrager en Houder kunnen worden gecombineerd. Aanvrager en Houder kunnen echter nooit tevens Verstrekker zijn.

De Aanvrager is degene die het werk organiseert. Hij vraagt middels de werkvergunning aan de Verstrekker, of het werk op genoemd tijdstip in het genoemde gebied en aan genoemd installatiedeel uitgevoerd mag worden. Daarvoor geeft hij een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de werkzaamheden, gebieden, installatiedelen en de gebruikte werkwijzen en arbeidsmiddelen. De Aanvrager bepaalt of een aanvullende taak-risico-analyse benodigd is. De Aanvrager vult voor de Houder in welke beheersmaatregelen deze moet nemen en welke beschermingsmiddelen bij de uitvoering gebruikt moeten worden. De Aanvrager is verantwoordelijk voor de juiste en volledige werkomschrijving.

De Verstrekker is degene in wiens gebied en aan wiens installatiedeel de werkzaamheden worden uitgevoerd. Met de informatie van de Aanvrager bepaalt de Verstrekker de installatietechnische en overige beheersmaatregelen die nodig zijn om het werk in het betreffende gebied en aan de betreffende installatie veilig uit te voeren. Hiertoe behoort in elk geval het veiligstellen van de installatie middels vrijmaken van druk, energie, product, stoom en restgassen. Ter controle hiervan worden onder verantwoordelijkheid van de Verstrekker metingen uitgevoerd waarvan de resultaten op de werkvergunning worden weergegeven. Eventueel worden brandmeld- en blusinstallaties door de Verstrekker uitgeschakeld om ongewenst activeren te voorkomen. De Verstrekker is eindverantwoordelijk voor de inhoud van de werkvergunning.

De Houder is degene onder wiens toezicht en leiding de werkzaamheden worden uitgevoerd. De Houder vult zelf de werkvergunning niet in, deze dient slechts ter informatie en toestemming. De Houder overlegt voor aanvang van de werkzaamheden de inhoud van de werkvergunning met de Verstrekker, en deelt deze informatie ook met zijn ploeg. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van een zogenaamde toolboxmeeting, of zoals steeds vaker gebeurt, een LMRA (Laatste Minuut Risico Analyse). De Houder is verantwoordelijk voor uitvoering conform de werkvergunning.

Voor aanvang van de werkzaamheden wordt de werkvergunning door alle partijen ondertekend. De Houder krijgt vervolgens het origineel mee, een kopie blijft bij de Verstrekker, die daarmee overzicht houdt op de lopende werkzaamheden.

Indien aan een vergunning een taak-risico-analyse is gekoppeld, is deze een onderdeel van de werkvergunning en doorloopt hetzelfde proces.

In complexere bedrijven komen meer rollen voor in het werkvergunningproces dan hierboven aangegeven. Zo kan de Verstrekker zich laten assisteren door een Vergunningvoorbereider, bij hoog-risico-werkzaamheden wordt de verantwoordelijkheid van de Verstrekker overgenomen door de Operationeel Beheerder en kan ook een deskundige worden ingeschakeld, zoals een veiligheidskundige, een arbeidshygiënist of een gasmeetdeskundige.

Geldigheid van de vergunning[bron?] bewerken

Een werkvergunning is geldig van het moment van uitgifte door de Verstrekker tot het op de werkvergunning genoemde tijdstip. Werkvergunningen kunnen vervolgens worden verlengd, hiervoor zijn nieuwe handtekeningen van de Verstrekker en de Houder vereist.

Veel bedrijven kiezen ervoor om de maximale periode waarbinnen de werkvergunning kan worden verlengd te beperken tot 1 werkweek. Een uitzondering hierop kan slechts worden gemaakt voor niet-installatiegebonden, geplande laag-risico werkzaamheden, zoals schoonmaak, hovenierswerk etc.

Bij een brand- of ander alarm vervallen alle vergunningen automatisch, omdat eerst bekeken moet worden of de situatie daarna weer veilig is, en of een van de werkzaamheden niet de oorzaak van het alarm was.

Indien aan een vergunning een taak-risico-analyse is gekoppeld, is deze een onderdeel van de werkvergunning en heeft dezelfde geldigheidsstatus.

Het maken van kopieën van werkvergunningen is uit den boze, omdat deze kopieën blijven bestaan nadat het origineel is ingeleverd, vervallen of ingetrokken.

Om bij complexe projecten zoals onderhoudsstops de hoeveelheid werkvergunningen te beperken, worden deze soms geclusterd. Dit kan alleen als binnen één installatiedeel (in verband met het veiligstellen), met een gelijksoortig risico (om de op de vergunning aangegeven maatregelen correct te houden) en voor één Houder (om verdeling van de (juridische) aansprakelijkheid) niet te verdelen).

Externe links bewerken