Vorstelijk graafschap Störnstein

Het vorstelijk graafschap Störnstein was een tot de Beierse Kreits behorend vorstelijk graafschap binnen het Heilige Roomse Rijk, ook wel Sternstein genoemd. Het graafschap had rond 1800 een oppervlakte van 110 km².[1]

In 1353 kocht keizer Karel IV de heerlijkheid Störnstein met de aangrenzende heerlijkheid Neustadt an der Waldnaab. Als koning van Bohemen lijfde hij ze in bij het Nieuw-Boheemse gebied. In 1396 werden beide heerlijkheden verpand aan de familie Pflug von Rabenstein. Hierna werden ze in 1514 door verkocht aan Hendrik van Gutenstein en in 1540 aan de heren van Heideck.

De deelname van de heren van Heideck aan de Schmalkaldische Oorlog had tot gevolg de Boheemse kroon de heerlijkheden verpandde aan de heren van Lobkowitz. in 1574 werden de heerlijkheden eigendom van Lobkowitz.

Op 23 augustus 1641 werden beide heerlijkheden verenigd tot het vorstelijk graafschap Störnstein. De familie Lobkowitz vestigde zich vervolgens in Neustadt an der Waldnaab, waar ze van 1698 tot 1720 een nieuw slot lieten bouwen. Sinds 30 juni 1653 had Lobkowitz een zetel en een stem in de raad van vorsten van de Rijksdag. In 1742 werd ook een zetel in de Kreitsdag van de Beierse Kreits verworven.

Artikel 24 van de Rijnbondakte van 12 juli 1806 stelde het graafschap Sternstein onder de soevereiniteit van het koninkrijk Beieren: de mediatisering.

Op 6 november 1807 verkochten de familie Lobkowitz ook het bezit aan Beieren.

Störnstein, Neustadt, Waldau, Waldthurn en Schönsee

Regenten

bewerken
regering naam geboren overleden familie
1641-1677 Wenzel Frans Eusebius 20-1-1609 22-4-1677
1677-1715 Ferdinand August Leopold 7-9-1655 3-10-1715 zoon
1715-1734 Philips Hyacinth 25-2-1680 21-12-1734 zoon
1734-1739 Wenzel Ferdinand Karel 16-1-1723 22-1-1739 zoon
1734-1784 Ferdinand Philips Jozef 27-4-1724 14-1-1784 broer
1784-1806 Jozef Frans Maximiliaan 8-12-1772 15-12-1816 zoon

Bronnen

bewerken
  1. Peter H. Wilson (2004): From Reich to Revolution, Palgrave Macmillan, Basingstoke, blz. 365.