Verdrag van Bromberg
Het Verdrag van Bromberg werd op 6 november 1657 gesloten in Bromberg tussen Frederik Willem I, de keurvorst van Brandenburg-Pruisen en de Poolse koning Jan II Casimir. Het verdrag ratificeerde de bepalingen die opgenomen waren in het Verdrag van Wehlau van 19 september 1657.
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/0/04/Bydgoszcz_1657_sztych_E_Dalhberga.jpg/250px-Bydgoszcz_1657_sztych_E_Dalhberga.jpg)
In het verdrag werd het volgende bepaald
- eeuwige alliantie tussen beide heersers.
- Brandenburg-Pruisen kreeg Lauenburg en Bütow als erfelijk leengoed.
- Brandenburg-Pruisen kreeg de Starostei Draheim als pandbezit tegen betaling van een pandsom.
- in het geval dat de Brandenburgs-Pruisische mannelijke linie van het huis Hohenzollern zou uitsterven zou het hertogdom Pruisen terug onder het koninkrijk Polen vallen.